MM
Zonder zo’n pandemie vergeet je het misschien eventjes, maar wanneer het er echt op aankomt, is de man nog steeds de grote roerganger. De enige vrouwen die tijdens deze crisis op tv mochten om er ook iets over te zeggen, waren gebarentolk. Speciaal voor de persconferentie werden ze uitgenodigd om op de achtergrond dertig minuten lang wanhoop, woede en angst uit te beelden. De mannen van de politiek doen natuurlijk niet aan emotie. En daar gaat het mis.
De corona-pandemie is uit de hand gelopen door een gebrek aan hysterie. Onder mannen heerst nog steeds de verkeerde gedachte dat je bij een ramp niet krijsend weg dient te rennen, maar nuchter moet blijven staan om de situatie in te schatten. Rond 5 maart 2020, toen er officieel nog slechts 83 besmettingen waren gerapporteerd, maar werkelijk al – zo bleek later – zo’n 33.000 besmette Brabanders rondliepen, had het allemaal moeten gebeuren: leger inzetten, koning op de buis, medicijnen uitdelen, muur tussen Midden- en Zuid-Nederland, ieder huishouden een beademingsapparaat en verder gewoon het hele volk netjes de kooi in.
Maar wat deed Jaap van Dissel, leider van het RIVM? Hij stuurde zijn persvoorlichter Harold Wighel naar Het Parool, met de tekst: “De stand van zaken is nu dat het coronavirus hier geen voet aan de grond heeft. Onnodige paniek is zinloos, en onwenselijk.” Ondertussen niesten de 33.000 besmette Nederlanders moedig door. Ligt het aantal besmettingen niet wat hoger dan de vastgestelde 83, wilde de krant weten. Waarschijnlijk wel, denkt Wighel, maar een schatting wil hij niet geven. ‘Zolang de vastgestelde besmettingen er niet op wijzen dat Nederland zelf een serieuze infectiehaard is, zal het RIVM niet meer mensen testen.’
Lekker dan. Het RIVM stuurde in februari al een richtlijn rond aan huisartsen en GGD’en, die voorschreef dat alleen symptomatische mensen die in Noord-Italië of China waren geweest, recht hadden op een test. Alleen van mensen die de infectie dus buiten Nederland hadden opgelopen, werd bekend dat ze een infectie hadden opgelopen. De duizenden Nederlanders die zich met benauwdheidsklachten bij de huisarts meldden, maar niet in een risicogebied waren geweest, kregen te horen dat dat natuurlijk géén corona kon zijn.
Er zijn dus wel wat denkfoutjes gemaakt. Je zou je kunnen voorstellen dat Jaap van Dissel, nu eenmaal bekend is dat hij zaak aanvankelijk ernstig onderschat heeft, daar eens wat over zou zeggen. Maar aan de andere kant: waar moet hij beginnen? Bij de door hem aanbevolen groepsimmuniteit, een idee dat hij een paar dagen later weer introk, omdat wij het allemaal ‘verkeerd begrepen’ hadden? Bij de beschermingsmiddelen voor verpleeghuismedewerkers, die het RIVM niet nodig achtte, en waardoor er tientallen verpleegkundigen ziek werden, en sommigen overleden? Of bij zijn ideeën over mondkapjes, waaraan hij langer vasthield dan Koningin Elizabeth aan Rhodesië?
Van Dissels strategie is duidelijk: onverstoorbaar doorgaan met het rondbazuinen van matig onderbouwde ideeën. Inmiddels heeft het RIVM minstens zoveel foutieve informatie verkondigd als Stichting Viruswaarheid. In plaats van excuses, kwam Van Dissel met een nieuwe theorie: het ventilatiesysteem in vliegtuigen is zo superieur, dat de luchtvaartindustrie niet met aanvullende maatregelen hoeft te komen. Wanneer later blijkt dat het RIVM hier helemaal geen onderzoek naar heeft gedaan, hangen de Boeings al lang in de lucht. Het moge duidelijk zijn waar Van Dissel zijn onderzoek doet: op de golfbaan, in zorgvuldige samenwerking met de CEO van Transavia.
Ondertussen schuift die koppige hulpsinterklaas iedere woensdagochtend weer aan bij het OMT-overleg, waar hij de kamerleden met allerlei grafiekjes de stuipen op het lijf jaagt. Hij is Jaap, en ‘Jaap is van de wetenschap’, aldus de premier. Jaap is nuchter, rationeel, en nooit eens van iets onder de indruk. Een groep experts, die onder leiding van Wim Schellekens in juli al de noodklok luidde omdat het aantal besmettingen opliep, en het kabinet dringend verzocht om maatregelen te nemen, werd weggezet als een verzameling geriatrische paniekzaaiers. Mark had Jaap al. En Jaap was even met vakantie, net als Mark, maar met warm weer had zo’n virus het toch moeilijk, dus als je gewoon naar de feiten keek, was er niets aan de hand.
In plaats van een middeleeuwse heksenverbranding zou er een openbaar tribunaal moeten komen waar al die overmatig nuchtere, rationele mannen terecht worden gesteld. Een soort omgekeerde brandstapel, waar de hysterici en angsthazen vervolgens krijsend omheen kunnen dansen. Aura Timen, die vrouw, mag er trouwens ook wel op.
MM
Hallo, lezertjes! Oma is er nog. Zo nu en dan moet je als oude klopgeest even van je laten horen om de redactie de stuipen op het lijf te jagen. Zo houd je ze scherp, die kinderen. Eén gastbijdrage maar in dat hele Intreenummer? Waar gaat het heen met dit blad! Ik weet het niet, ik heb het al maanden niet gelezen, want APG bezorgt niet in Ierland. Ik heb dan ook geen brievenbus, ik woon in een caravan.
Mijn caravan heeft één zonnepaneel, de kurk waarop de hele zaak drijft. Buiten regent het. De batterij van mijn laptop is nog halfvol. De gedachte om hier, vanuit de wildernis, letters in te voeren in een Word-document, dat alles met een toetsenbord, wordt met de minuut absurder. Toch is er wel een zekere noodzaak. Ook in het buitenland kun je namelijk verschrikkelijke dingen lezen. Meestal is dat Nederlandse literatuur die je zelf hebt meegenomen, maar The Guardian valt ook niet mee. Dat heb ik pas sinds kort in de gaten. De eerste weken, de eerste maanden misschien zelfs, is het lastig om buitenlandse media te taxeren. Je eerste gevoel is er een van bevrijding: geen Elma Drayer op pagina drie! Een dik boekenkatern! Geen recensie van tv-programma’s! Ik ga hier wonen, denk je. Maar na een cis-vrouw die een essay schrijft over de kenmerken van millennial-proza slaat de vermoeidheid toe. Wat is dit voor een zooi? Dit kan ik thuis ook krijgen, lekker in mijn eigen taal! Greta Thunberg die lezersvragen beantwoordt? Vijftien columnisten van kleur? Daar hebben we OneWorld al voor! Nigel Slater, die de recepten in de bijbehorende foodglossy voor zijn rekening neemt, blijkt net zo’n matige kok als Herman den Blijker. De vrouw van de probleemrubriek mist de ironische touch van Beatrijs Ritsema. Ook kom je om de pagina een oproep tegen om geld over te maken, alsof Toine Donk is losgelaten op de marketing: “The Guardian needs its patrons more than ever!” Kortom, na een paar maanden blijkt het beloofde land net zo’n dorre akker als het achtertuintje van Philippe Remarque.
Wat leren we hiervan? Dat mensen overal ter wereld vervelend zijn, of dat we overal ter wereld onze eigen ergernis op de onschuldige omgeving projecteren? Boeddhisten beweren het laatste, las ik in The Tibetan Book of Living and Dying. Het is geschreven door Sogyal Rinpoche, een stermonnik die een paar jaar terug met vijf seksslavinnen op een altaar werd betrapt. In zijn boek schrijft hij: ‘In Tibet we say: “Negative action has one good quality: it can be purified.” So there is always hope.’ Laten we bidden.
Tijd om het over iets leuks te hebben: astrologie! Literatuurhistorici vragen zich nog steeds af waarom die Grote Drie de Nederlandse literatuur zo lang gegijzeld hebben gehouden? Hun talent kon het toch zeker niet wezen! Waarom kwam Hella Haasse er niet tussen? Cees Nooteboom? Jan Wolkers? Waarom wilde Harry Mulisch die twee andere prutsers er überhaupt niet bij? Het antwoord is verrassend simpel: Harry Mulisch werd geboren op 29 juli 1927. Zijn zon staat in Leeuw, zijn maan staat in Leeuw, en alsof dat nog niet erg genoeg is, stond Neptunus op het moment van zijn geboorte ook in Leeuw. Zo’n man hoort thuis in Artis. In een kooi! Hermans is bijna nog erger: zijn zon staat in Maagd, maar zijn maan? Leeuw! Venus? Leeuw! Mars? Leeuw! Neptunes? Leeuw! Vier van de tien planeten in Leeuw, dat wisten Thomas Vaessens en Yra van Dijk niet. Reve is, astrologisch gezien, lastiger in dit rijtje thuis te brengen. Alleen zijn Neptunes staat in Leeuw. Hij heeft veel planeten in de gevoelige watertekens (Vissen, Kreeft en Schorpioen) staan. Maar zijn zon staat fier in het vuurteken Boogschutter, waardoor hij vastberaden genoeg was die twee Leeuwen zo goed als dat ging te negeren.
Een ander opmerkelijk gegeven is dat bij veel schrijfsters en dichteressen Mercurius, de planeet die over het intellect heerst, in Waterman staat: ik heb hier onder meer M. Vasalis, Virginia Woolf, Patricia Highsmith en Hella Haasse genoteerd. Er valt veel over te zeggen, maar de batterij van mijn laptop is leeg en het zonnepaneel ligt buiten als een grafsteen in de regen te glimmen. Als ik volgende week nog geen psychose heb kom ik erop terug, lieve mensen! Is Louis Nanet trouwens al dood?
MM
De archaïsche verwachting dat een minister of staatssecretaris toch wel verstand zal hebben van zijn of haar portefeuille, stamt uit een tijd waarin Halbe Zijlstra nog niet bestond. In 2010 werd Zijlstra op cultuur gezet omdat er wat vuil werk moest worden opgeknapt. Halbe was volgens velen, maar vooral volgens zichzelf, de aangewezen persoon om de cultuursector met cirkelzaag te lijf te gaan. ‘Als je weinig van cultuur weet kun je goed afstand houden’, meende hij. Zijlstra’s manier van afstand houden manifesteerde zich bijvoorbeeld in het niet weten van wie het schilderij was dat jarenlang in zijn werkkamer hing: ‘“Díe wil ik hebben”, riep ik. Dat is waar het bij kunst om gaat. Ik ben niet van de namen; kunst is smaak, je moet er blij van worden, het moet je energie geven.’
Van op vakantie gaan krijgt de kersverse minister van Buitenlandse zaken ook energie. Halbe ziet zichzelf als een geboren kosmopoliet. Zo schreef hij ooit op zijn website, die vermoedelijk door de VVD uit de lucht is gehaald: ‘Reizen? Ik ga graag op vakantie en heb inmiddels landen als Nieuw Zeeland, Indonesië, Mexico, Venezuela, Caribische gebied [sic] en de VS bezocht. Ook maak ik graag stedentrips, bijvoorbeeld naar Parijs, Budapest, Rome, Berlijn, New York en San Francisco.’ Zijlstra gaat er prat op dagelijks de New York Times en de Financial Times te lezen. Dat hij alleen de Sudoku’s maakt wordt door de VVD angstvallig verzwegen. Ernstig schrijft hij over die ene keer, toen hij in Colombia was en het hotel tegenover het zijne ontplofte: 36 doden. ‘Wat hebben we het in Nederland toch goed.’ Af en toe laat hij in een zin nonchalant een voormalige, exotische woonplaats vallen: ‘Het terugtreden uit de raad leidde echter niet tot desinteresse in de politiek. Integendeel, ik verstuurde vanuit mijn woonplaats Mexico City zelfs ingezonden brieven naar het Utrechts Nieuwsblad.’ Of: ‘Voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2006 heb ik echter aangegeven dat ik niet langer een baan en politiek wilde combineren. Ik werkte namelijk weer in het buitenland (Londen).’
Halbe Zijlstra draagt het masker van de kosmopoliet met de onhandigheid van een roodverbrande imperialist van boerenafkomst. Alles aan hem lijkt het jammer te vinden dat hij tijdens zijn dienstreisjes straks geen tropenhelm op mag zetten en dat de draagstoel voorgoed is afgeschaft. Vooral de portefeuille ontwikkelingssamenwerking is hem op het lijf geschreven. De zin ‘kijk eens hoe mooi we dat hier voor die mensen hebben gedaan!’ zal hij bij het inspecteren van een nieuw basisschooltje om de minuut laten vallen. Bij gebrek aan echte koloniën zal Zijlstra zich straks toch moeten richten op de overzeese gebiedsdelen die ons nog resten. Gelukkig is er op Sint-Maarten een hoop te doen.
Het is vooral spannend hoe Zijlstra zijn diplomatieke taak zal gaan invullen. Na de polyglot Timmermans en backpackminister Koenders krijgen de buitenlandse ministers straks een man op bezoek die vermoedelijk alleen in het Esperanto kan boeren. Misschien is dat juist de reden waarom Halbe Zijlstra door de VVD naar voren is geschoven. In het regeerakkoord staat dat er ‘diplomatieke actie’ zal worden ondernomen tegen ‘landen die niet meewerken aan het opsporen van de daders van vliegramp MH17’. Het is misschien de enige manier om de Russen te bestrijden: door wrecking ball Zijlstra op ze los te laten. Desondanks voorspellen Zijlstra’s ideeën over de aanpak van tirannieke leiders niet veel fraais. ‘Je moet er zaken mee kunnen doen’ is kort samengevat zijn pragmatische VOC-mentaliteit. Bovendien schijnt hij Poetin al eens ontmoet te hebben.
Althans, dat beweert de VVD. Zijlstra zou een speciale band met Rusland hebben: als jonge ondernemer zou hij ooit zijn uitgenodigd in het Russische buitenhuisje van Poetin, samen met Shell-topman Jeroen van der Veer. Dit gerucht was voor de VVD genoeg reden om Zijlstra naar voren te schuiven als gedroomd minister van Buitenlandse zaken. Vorige week zei Jeroen van der Veer echter dat hij meermaals in Poetins datsja is geweest, maar dat hij er Zijlstra nooit is tegengekomen. Dat roept natuurlijk een hoop vragen op. Hoe groot was de datsja wel niet? En hoe druk was het daarbinnen? Om zijn kosmopolitische imago te sparen, trok Halbe haastig een rookgordijn op. Hij wilde ‘bevestigen noch ontkennen’ dat hij als ondernemer ooit in een buitenhuis met Poetin was. Wat is hier in godsnaam gebeurd? Drie mogelijke scenario’s:
Eén. Zijlstra was daadwerkelijk in Poetins datsja. Hij arriveerde een dag eerder dan Jeroen van der Veer en had zo het privilege zijn eerste avond in het exclusieve gezelschap van Poetin door te brengen. In een poging een woordje Russisch te spreken, beledigde hij achtereenvolgens de gastheer, de overleden moeder van de gastheer, de afwezige vrouw van de gastheer en de zwarte labrador van de gastheer. Poetin liet wodka aanrukken om de tijd met een drankspelletje te doden, en na acht glazen braakte Zijlstra de eerder geconsumeerde borsjtsj uit over het antieke berenkleed op de vloer. Hij werd de kamer uitgesleept en buiten in de sneeuw gelegd. ’s Ochtends werd hij wakker in een bedstede. Hij besloot te beginnen in de nieuwe Dan Brown die hij op Schiphol had aangeschaft, en ving door de kier van de bedstee half het gesprek tussen Poetin en Shell-topman Jeroen van der Veer op.
Twee. Zijlstra was onderweg naar Poetins datsja, maar raakte verdwaald. Hoewel hij voldoende roebels op zak had voor een taxi naar de Chinese grens, mislukte zijn poging om een taxi aan te houden. Zijlstra besloot op zoek te gaan naar het busstation van Jekaterinenburg. Vier uur later checkte hij onderkoeld in bij een budgethotel. Nadat hij drie eenarmige Tsjetsjeense hoeren bij de deur van zijn kamer had weggestuurd belde hij huilend met vrouw Ingrid. Ingrid boekte een retourticket en zes uur later zat Halbe alweer in het vliegtuig naar huis.
Drie. Zijlstra is nooit in Poetins datsja geweest omdat hij al kaartjes voor Metallica had. Samen met zijn studievriend Kevin liep hij enkele kleine kneuzingen op in de pit. Maandagochtend vroeg men op kantoor of hij en Jeroen het leuk hadden gehad in Rusland. Halbe zei onder de indruk te zijn van de Russische gastvrijheid, maar wilde niets loslaten over zijn blauwe plekken.
Vooralsnog lijkt het tweede scenario het meest plausibel. Ook imperialisten zijn soms onhandige backpackers die naar moeder de vrouw verlangen. De tijd zal leren of Zijlstra het op zijn toekomstige reisjes droog weet te houden.
MM
Hoewel de genetische jackpot niet bepaald op zijn naam is gevallen, schijnt het niet makkelijk te zijn om Yernaz Ramautarsing te versieren. Vele Hindoestaanse vaders hebben hun dochter ooit gedwongen om jacht te maken op de meest pientere telg uit de welvarende Ramautarsing-clan. Grootmoeders offerden complete bloemencorso’s en wierrookstallen aan de godin van de liefde, ouders verkochten hun auto en bankstel om voor een goede bruidsschat te zorgen. Het mocht allemaal niet baten: telkens wanneer knappe meisjes hem meevroegen naar een Bollywoodfilm, toonde hij zich zo geïnteresseerd als een castraat met bindingsangst. Hij liet een geringschattende blik over hun sari glijden en mompelde dat hij vanavond al met Ayn had afgesproken.
Yernaz Ramautarsing ligt het liefst in bed met een dode Russische vrouw. Als hij moet kiezen tussen zijn moeder of Ayn Rand, kiest hij voor Ayn Rand. Met de onstuimigheid van een verliefde puber en de rekkelijkheid van een Mormoon wijdt hij zijn leven aan de vrouw en haar gedachtegoed. Al sinds zijn eerste zaadlozing ziet hij het als zijn roeping om het politieke geweten van de Nederlander met het gedachtegoed van de Russin te impregneren. De CU2-pagina die hij ooit aan zijn heldin wijdde heeft hij inmiddels omgebouwd tot officiële fansite, en ook zijn beruchte facebookpagina ‘Linkse indoctrinatie op mijn universiteit’ is niet meer dan een verkapte poging om zelf ook jonge mensen te indoctrineren. De meeste interviews die hij geeft, gaan, na het uitwisselen van enkele beleefdheden, van begin tot eind over Rand, en wanneer dat niet zo is, dan gaan ze over mensen die beter naar Rand hadden moeten luisteren. Margaret Thatcher? Niet slecht, maar ze had wel wat grondiger mogen privatiseren. Donald Trump? Een stap in de goede richting, maar als Yernaz zelf president van Amerika was, zou hij het land ‘meer in de richting van het kapitalisme duwen’.
De meeste marxisten genieten van het feit dat Ayn Rand, die pleitte voor het opdoeken van de verzorgingsstaat, er aan het einde van haar leven voor koos om een ziekte-uitkering en een sociale zorgverzekering aan te vragen. De objectivistische doctrine is vooral leuk als je niet aan longkanker en teruglopende verkoopcijfers lijdt. Desondanks hield Rand ook op haar sterfbed nog nukkig vast aan haar gelijk. Zo is het eveneens merkwaardig dat haar apostel Ramautarsing blijft pleiten voor een kapitalistische survival of the fittest. Als afstammeling van door het kapitalisme uitgebuite koelies zou Yernaz toch zijn vraagtekens kunnen zetten bij concepten als loonslaven, zelfverrijking en grootgrondbezit. In plaats daarvan ziet hij het als een rechtvaardigheid van de natuur: er is namelijk een verschil in IQ tussen volkeren en dat is wetenschappelijk bewezen. Eugenetica? ‘Dit doet mij geen plezier, eerder pijn. Ik had ook graag gezien dat het anders was, dat zwarte mensen hyperintelligent waren, dat Surinamers het hoogste gemiddelde IQ van de wereld hadden. Maar het is niet zo.’
Baudet hoopte met de benoeming van Ramataursing als kandidaat voor de gemeenteverkiezingen van Amsterdam in één keer van alle aantijgingen over racisme en misogynie verlost te zijn. Op het eerste gezicht leek het geen slecht idee: een kandidaat waartegen Gloria Wekker wat bleekjes afsteekt, die ook nog eens zweert bij het gedachtegoed van een vrouwelijke filosoof, zou de jammerklacht van de elite moeten verstommen. Het probleem is echter dat Yernaz aan oikofobie lijdt. Als er iemand is die Suriname een bananenrepubliek vindt, is hij het. ‘De westerse cultuur is een superieure cultuur’ legt hij een hindoestaanse interviewer uit. Op een Surinaamse radiozender windt Yernaz zich op over de Surinaamse mentaliteit om alles wat Surinamers in Nederland doen van applaus te voorzien. Om zijn aanklacht kracht bij te zetten neemt hij een kwartier de tijd om in te hakken op de Afro-Surinaamse Sylvana Simons. ‘Daar heb je weer zo’n arrogante koelie’ zie je de rest van de
mensen in de studio denken.
Als het niet zo voorspelbaar was, was het grappig: Baudet heeft een Surinamer in dienst genomen die openlijk impliceert dat zwarte mensen dommer zijn dan witte. In de toekomst kan hij ieder debat met een ‘Ze zeggen het zelf!’ om zeep helpen. Eerlijk is eerlijk: het scheelt hem vast een hoop werk. Ook in de kolonie was de Nederlander al gecharmeerd van de ijverige hindoestaan. Yernaz, echter, doet er nog een schepje bovenop. Ayn Rand fluistert hem in dat mensen met een laag IQ niet alleen minder rijk worden, maar dat dat ook nog eens rechtvaardig is. Het is Baudets ultieme kerstcadeau: een oikofobe Surinamer die zijn hele wereldbeeld bevestigt en daarbij als kers op de taart een nog vreemdere haargrens heeft dan hijzelf. Nu enkel een vrouw erbij die zo dik is dat zijn beginnende buikje wegvalt op de foto’s, en hij is gelukkig. Oh nee, die vrouw was er al.
Het Forum voor Democratie is de partij van de liefde, maar wel van de voorwaardelijke liefde. Diversiteit is een groot goed, maar je moet je huidskleur met een hoog IQ compenseren om toe te mogen treden tot de B.V. Nederland. Zelfs het Mensa-genootschap selecteert minder hardvochtig aan haar poorten. Het is de vraag of Yernaz ooit doorkrijgt voor welke racistische praalwagen hij is gespannen. Het zou al zijn beweringen over het gemiddelde intelligentiequotiënt van zwarte mensen in één ruk ontkrachten. Vooralsnog kijkt hij lichtelijk bezeten naar de maan terwijl hij een eerste druk van The Fountainhead tegen zijn borst gedrukt houdt. Maar laten we blijven hopen.
MM
Het feit dat de verschijningsdatum van een roman januari 2018 is, is maar een zwak argument om die roman niet al in oktober 2017 te recenseren. Vooral wanneer de voorspelbaarheidswaarde van het boek zo groot is dat zelfs Maurice de Hond zich ermee door zijn mondeling Nederlands zou bluffen. De laatste keer dat Leon de Winter iemand verraste, was het waarschijnlijk zijn vrouw Jessica Durlacher met een midweekje Tel Aviv. Voor de rest lijkt hij iedere week simpelweg op de rode knop van zijn automatische column-generator te drukken, die na wat gebliep en gepruttel vierhonderd woorden uitspuwt. Er zitten vier schuifjes op het apparaat, die Leon al naar gelang van zijn humeur en het wekelijkse aantal doden door islamitisch terrorisme iets naar boven of beneden duwt: complottheorie, rassenleer, falend Europees beleid en de waarde van zijn huis in Bloemendaal.
Voor iedereen die de ouderwetse mening is toegedaan dat een abonnement op het lijfblad van Arthur Seyss-Inquart ook in 2017 nog niet bon ton is, kan zich voor een ingedikte weergave van Leons Telegraaf-columns tot twitter wenden. Leons tweets zijn ofwel complottheorieën over de Nederlandse overheid die samenspant met moslims, ofwel hijgerige complimenten aan het adres van joodse Nobelprijskandidaten of jeugdige islamcritici. Aan de diabetespatiënt die afgelopen zomer een ongeluk veroorzaakte op het stationsplein in Amsterdam wijdde De Winter zestien tweets: ‘Heeft hij gevast? […] Jokt politie een beetje? […] Is de politie gek geworden? Of wil men dat wij dat zijn?’. Over Harvey Weinstein, toch een soort Leon the Winter gone wrong, tikt hij er maar twee: ‘Totale schok! Nooit eerder gebeurd! Uniek in Hollywood! Filmproducent maakt misbruik van zijn macht en dwingt seks af! […] De hypocrisie van geschokte sterren…’ Als een man op dezelfde magere, blonde vrouwen met acteerambities valt en ook nog eens een begraven voorhuid heeft, dan schept dat natuurlijk een band.
Enfin, het boek. De titel luidt ‘De dood van Europa’. Alles wijst erop dat we hier te maken hebben met een echte De Winter. De omvang is gelijk de buikomtrek van de auteur in centimeters, de opdracht (Voor J., M. en S.) dient om de lezer te herinneren dat De Winter wel een echte familieman is. Vervolgens serveert Leon de amuse, een reeks citaten van drie pagina’s, die de leeslust dusdanig ondermijnt dat de lezer zich tweemaal naar de wc zal spoeden om ruimte te maken voor de rest van het menu. We lezen Oriana Fallaci in haar late jaren: ‘Europa is Europa niet meer, het is Eurabië, een kolonie van de islam, waar de islamitische invasie niet alleen fysiek vorderingen maakt, maar ook op geestelijk en cultureel niveau.’ We lezen het gal dat Brigitte Bardot als oud, rochelend besje richting Parijse banlieuebewoners spuwde: ‘Ik heb niet tegen een Frans Algerije gevochten om nu een Algerijns Frankrijk te hebben.’ En we lezen een hoop Leon de Winter zelf. Met dat postmoderne gedoe heeft hij niet zoveel op, maar intertekstualiteit naar eigen werk is natuurlijk altijd prachtig. Als klap op de vuurpijl volgt nog een plichtmatige lijkenparade waarin Theo van Gogh, Pim Fortuyn en Harry Mulisch weer even worden opgedolven en besnuffeld. Goede ideeën van onder de grond! Daarna is het twee pagina’s lang stil.
De lezer herpakt zich, zucht: ‘de kop is eraf!’ en denkt meteen: goed dat Leon deze niet hoort. We beginnen in hoofdstuk 1 en maken kennis met Europa Alexandrowna Ivanova, ‘blond, voluptueus, schor van het roken en zingen, harde drinker, wilde danser, twaalf ambachten en dertien ongelukken’. Zien we hem allemaal, lezers? De vrouw is een metafoor voor het continent! De vrouw Europa houdt van vrije seks, drankgelach en andere zaken waar moslims zweepslagen voor krijgen. En wat gebeurt er met Europa? Europa gaat dood! Het is nu aftellen tot de blonde, voluptueuze Europa – die hierna Ropa Ivanov wordt genoemd, want anders ligt het er wel erg dik bovenop, zelfs voor Leon de Winter – eraan gaat. De vraag is alleen: hoe gaat De Winter de asielzoeker die haar dood op zijn geweten heeft in zijn plot manoeuvreren?
Dat doet hij geheel op z’n De Winters: Ropa en haar vriend Matthijs hebben te vaak coke gesnoven en gaan afkicken in een het vakantiepark van de vader van Matthijs. Intussen stromen vluchtelingen Nederland binnen en verandert het vakantiepark in een lucratief azc. Dat gaat natuurlijk maar een paar bladzijden goed. En inderdaad: Ropa verdwijnt. Na een week wordt haar lichaam gevonden: ‘Tientallen messteken, een uitbarsting van blinde haat’. De rechercheur die het onderzoek naar Ropa’s dood moet leiden wordt natuurlijk tegengewerkt door politiek Den Haag, dat de affaire in de doofpot wil stoppen. Maar gelukkig zijn daar mannen als De Winter zelf, burgerwachten met twitter als enige wapen. De zaak ontspoort in de media, er worden azc’s in de fik gestoken, rellen en vechtpartijen slaan over naar het hele land, en natuurlijk probeert Den Haag de boel nog te redden, hetgeen uiteraard tevergeefs is. De Winter heeft weer een boek geschreven waarop hij zichzelf kan aftrekken.
Dat staat natuurlijk niet op de achterkant. In plaats daarvan staat er: ‘De dood van Europa is een ijzingwekkende roman over de gevaarlijke cocktail van maatschappelijke onvrede en migratie. Met meesterhand laat Leon de Winter zien hoe een schijnbaar onbeduidend incident kan uitgroeien tot een nationale revolutie.’ En: Nieuw Israëlitisch Weekblad: ***** ‘Angstaanjagend en afschuwelijk raak. De Winter bewijst opnieuw de Nederlandse Houellebecq te zijn.’ De Telegraaf: ‘Deze man verdient een sterrenregen. Wat een belangwekkend, grandioos boek!’ En tot slot, om ook de markt van Gutmenschen nog even aan te boren, De Volkskrant: ‘Geen […] oninteressante […] analyse van de huidige maatschappelijke […] problematiek. […] De Winter heeft weer een afschuwelijk […] ambitieus […] boek geschreven.’ Uitgeverij Hollands Diep, laat u dat recensie-exemplaar maar zitten.
MM
Leon de Winter, De dood van Europa. Hollands Diep, €19,99.
Vanaf 30 januari 2018 in de betere boekhandel.