Als Emile Roemer een stier was geweest zou hij vast veel opbrengen bij een vleesveiling. Groot, breed, fors en lekker spekkig. Ook als gevechtsstier zou hij het goed doen: niet vies van enige competitiedrang om de rode doek. ‘Ik ben breder, ik ben groter en ik ben forser,’ zei hij over Jan Marijnissen. Hij lachte gulzig. Dat hij in tegenstelling tot Marijnissen ook zonder schmink en een tomaat op zijn neus sprekend op Bassie lijkt, liet hij achterwege in zijn vergelijking.
‘Wat er ook gebeurt altijd blijven lachen,’ zou Bassie zeggen. En dat zou Emile de komende tijd gaan doen. Aan tafel bij Pauw en Witteman, aan tafel bij Paul Rosenmöller, aan tafel bij Knevel en van den Brink; je zou bijna denken dat de tafels allemaal een spiegelend oppervlak hadden en hij zijn eigen oren er in zag. Emile Roemer bleek geen hete stier maar zo’n man die vriendelijk lachend zegt dat hij toch wel ‘ontiegelijk’ boos is. Een man die vervolgens de strijd wil beklinken met een knuffelgevecht. Een man die met een serieus gezicht kan zeggen dat de SP geen breekpunten heeft maar alleen maar ‘maakpunten’. Er schijnen communes in de jaren ‘70 te zijn geweest die Emile Roemer weigerden omdat hij simpelweg teveel liefde gaf. Ook zou zijn vrijwilligerswerk bij de weggeefwinkel vroegtijdig tot een einde hebben moeten komen omdat hij zichzelf had weggegeven.
Ondertussen liet Emile zich ook van een andere kant kennen, namelijk als groot filosoof. ‘Op een lokaal niveau praat je over lokale dingen’, was een van zijn onthullende uitspraken. Een doordenkertje. Maar het zijn niet alleen maar moeilijke woorden bij Emile. Verder sprak hij gewoon de taal van het volk. En zo had hij het vaak over ‘knokken’, ‘stevig zijn best doen’ en vond hij veel dingen ‘hartstikke onzin’, ‘hartstikke waar’ of ‘harstikke leuk’.
De SP is een partij die iedereen een kans wil geven. Dus als je dan intelligente, getalenteerde mensen op de kieslijst hebt staan als Ronald van Raak, gepromoveerd historicus en filosoof of Harry van Bommel, politicoloog en ervaren Tweede Kamerlid, is het hartstikke logisch dat je ze geen partijleider maakt. Het komt ze immers al genoeg aanwaaien, met al die hersens. En daar was Emile Roemer. Na jaren kinderen op de basisschool de tekst van ‘Boer d’r zit een kip in het water’ geleerd te hebben mocht hij nu van stal als trekpaard van de SP. Iedereen verdient een eerlijke kans, ook Brabanders en mensen die graag nonchalant met één hand in de zak voor foto’s poseren.
Bovendien: politiek is marketing. In de interviews die de SP met haar kandidaten op haar site publiceert wordt het duidelijk: met de antwoorden van Van Raak en Van Bommel kun je niet aankomen bij ‘de gewone arbeider’ die graag na een dag hard werken in de mijnen van Limburg met een knorr-maaltijd op schoot voor de tv op de bank ligt.Van Bommel ontspant na een dag werken graag door een gedicht van Slauerhoff te lezen. Van Raak’s lievelingsfilm is Misère au Borinage van Joris Ivens, een intrigerende documentaire uit 1934 die lange tijd in Nederland op de verboden lijst stond. Dat is een mon vol. Dan kun je nog wel zo je bakkie tomatensoep uitdelen in je rooie windjack voor het gemeentehuis van Venlo, maar van zoveel intellectualisme zullen de mensen zich er alleen maar in verslikken.
Neem dan Emile Roemer, de Frans Bauer van de SP. Op de vraag wie hij een inspirerend leider vindt zegt hij dat hij wel ‘iets’ heeft met Martin Luther King. Waarschijnlijk de enige persoon die hij heeft kunnen onthouden van zijn lessen op de Pabo. ‘Iemand waarvan de mensen weten: jij bent er één van ons,’ licht hij toe. Soms als hij een avond bezoek heeft schminkt hij zich weleens zwart en dan heeft hij best ‘iets’ van hem weg. Emile heeft niet echt een lievelingsboek. Dat komt omdat hij naar eigen zeggen geen boekenwurm is. Zelf schreef hij wel een boek, maar daar is niks mee. De praktijk leert dat de grootste schrijvers vaak zelf niet lazen. Gordon bijvoorbeeld, nog niet in staat de gebruiksaanwijzing van een fles zelfbruinende crème te lezen, maar toch een van de meest bestelde auteurs op bol.com.
Emile houdt verder wel van ‘Italiaans eten’. Dat hadden we al aan zijn wangen gezien. Vooral de Italiaanse tomaten vindt hij zo smaakvol. Op vakantie zet hij ze weleens op zijn neus. Daar moeten zijn vrouw en kinderen altijd zo om lachen. Kunst vindt hij ook wel leuk.‘Een echte specifieke voorkeur,’ heeft hij echter niet. Verrassend is dat hij een van de weinige Nederlanders is die wel van muziek houdt. Zijn muzieksmaak omschrijft hij als ‘breed.’ Als Emile in je vriendenboekje zou schrijven zou hij invullen dat hij niet echt een lievelingsdier had omdat hij alle dieren even lief vond.
De stemmers vinden Emile ook lief. Ze noemen hem ‘knuffelbeerke’ en ‘grote vriendelijke reus’. Ze vinden het hartstikke leuk zoals hij grapjes maakt tijdens debatten. Hij heeft ontiegelijk veel humor. En hij houdt van muziek. Italiaans eten daar houd ik ook al zo van, zullen ze zeggen. Laatst at ik toch een bijzonder gerecht, dat heette lasagne, met verschillende lagen pasta uit de oven. Emile is er een van ons, zullen ze denken. Net als Martin Luther King.
Het maakt Emile Roemer bij uitstek de geschikte leider. Van de fanfare in Oisterhout bijvoorbeeld. Of voorzitter van het jaarlijkse bloemencorso in Zundert. Directeur van het Jumbofiliaal in Boxmeer. Alleen even opletten, want voor je het weet trekt hij een blik knakworsten uit het schap en zit die smulpaap weer zijn wangen vol te stoppen. Emile Roemer, partijleider van de SP met de rode neus op de juiste plek. Lachend klopt hij het geld uit je zak en achteraf doet hij nog een koprol.