Als u wit was, dacht u waarschijnlijk dat ‘PC’ een soort ‘PoC’ is, maar dan zonder functiewoord. Blijkbaar dekt white privilege ook taalstoornissen, want dat slaat nergens op. Afkortingen kan je helemaal niet afkorten. Als u witwast, daarentegen, en dus zelf een person of color bent, dacht u waarschijnlijk dat ‘PC’ voor ‘piecie’ staat. Hayek heet broer, maar ook dat klopt niet. PC staat gewoon voor Propria Cures, en daarmee basta. Wij van Propria Cures zien geen zwart of wit; we schrijven er alleen in, en dat doen we al 135 jaar. Over die glorieuze geschiedenis heeft u alles al gelezen in de Troonrede. Nu bent u hier, omdat u de onvermijdelijke conclusie heeft getrokken dat u dat ook wilt: PC-redacteur worden.
Het goede nieuws is dat literaire dan wel niet-literaire zwaargewichten als Nina Polak, Hella Haasse en Theodor Holman ook ooit met dat inzicht zijn begonnen. Het slechte nieuws is dat dat inzicht alleen lang niet genoeg is. U denkt misschien dat u grappig bent omdat u de meest voorkomende naam bent in de quotes-app van uw vvv’tjes, maar schrijven voor PC vereist esprit van een heel ander kaliber. PC is het elitekorps van de humor. De pedofielenring van de polemiek. Het mondiale reptielencomplot van de literatuur. Dat betekent onder andere dat u niet zomaar PC-redacteur wordt: daar gaan meer inwijdingsrituelen aan vooraf dan aan de voortijdige dood van wijlen en kwijlen Sanda Dia. Maar het betekent ook dat u, als u eenmaal PC-redacteur bent, dat ook altijd blijft. Als u bereid bent daarvoor te vechten, lees dan verder. Zo niet, dan wensen wij u veel plezier op de halfjaarlijkse Online Muziekbingo van LANX − probeer niet te veel lol te hebben.
Goed, nu de spijtvarkentjes zijn gewassen en de kuddebuikjes afgeschud kunnen wij, intellectuelen onder elkaar, terzake komen. Propria Cures is dat waar u altijd naar verlangde, maar waarvan u nooit durfde te hopen dat het echt bestond. Het is het Waldzell van de lage landen, de biguns uit een boek dat wel goed is geschreven, een slot dat niet zozeer Kafkaësk is, maar wel uit zichzelf voortbeweegt. U weet niet wat dat allemaal betekent − de 10 boeken over incest die u elk jaar op de middelbare school kreeg opgegeven zijn nauwelijks een literaire Bildung te noemen, en over dat Duits moet u ook twee keer nadenken − maar u wilt het wel weten, en dat is waar het goud zit. Wij studeren dan wel geen economie, en u hopelijk ook niet; toch weten we dat je in goud moet investeren.
Deze cursus is die investering. Beschouw dit als de routekaart naar uw voorbestemming. Of dat laatste nou redacteurschap van Propria Cures zal blijken, of toch de uit dakkapellen, snottebellen en airfryerfrikandellen bestaande vergetelheid die het enige alternatief is; als u de stappen in deze cursus volgt, komt u er gauw genoeg achter. Niet iedereen is immers weggelegd voor een bestaan als de ultieme antagonist van de Nederlandse literatuur. Niet iedereen trekt de ironische hoeveelheid doodsbedreigingen die wij ontvangen als we een politicus met de dood bedreigen. Niet iedereen blijft onaangedaan onder de angstige blikken van de huppelkutjes van Athenaeum op het Spui, die even geschrokken stoppen met touwtjespringen als wij langskomen om in de boeken van Marijke Schermer te spugen. Niet iedereen is bestendig tegen de vieze blikken van Joost de Vries bij de garderobe van het Boekenbal, omdat wij de enigen zijn die wel eerlijk tegen hem durven te zeggen dat het eczeem onder zijn balzak niet het gevolg is van een soa, maar van de constante wrijving tussen zijn dikke vette stretchmark-dijen bij het lopen.
U natuurlijk wel − als u daar zelf al niet in gelooft, kunt u dit blad net zo goed in dezelfde prullenbak teruggooien als waarin u het gevonden heeft. Maar als u wel denkt dat het leven voor u meer in petto heeft, hoeft u alleen nog ons daarvan te overtuigen. Schrijven voor PC begint zoals elk schrijven hoort te beginnen: met lezen. Het is niet ons probleem dat de meeste schrijvers in het Nederlandse taalgebied dat zijn vergeten. Jan Donkers is dement. Lale Gül is een analfabeet, Dimitri Verhulst een Belg. Arnon Grunberg heeft wel aardig wat boeken gelezen, maar er nog altijd meer geschreven. Meneer heeft de productiecapaciteit van een viennettafabriek. En de bijbehorende prijs-kwaliteitverhouding.
De boeken van dat stelletje edelfiguranten uit een amateuristische body horror mag u dus overslaan. Vanaf nu leest u alleen Propria Cures, en de boeken die de redactie expliciet goedkeurt. We verklappen maar meteen dat we dat niet zo vaak doen: de meeste boeken in Nederland vragen nu eenmaal eerder om expliciete afkeuring. Stiekem komt dat u alleen maar goed uit. U leest immers helemaal niet meer, sinds u bij deel 8 bent afgehaakt op de Grijze Jager-serie toen u 40 bladzijden achter elkaar moest lezen zonder een vechtscène, en uw tijd nu vooral besteedt aan het verfijnen van uw vaardigheden in League of Legends en de efficiëntie waarmee u uzelf met de hand een orgasme bezorgt. Als u de letter ‘p’ intypt in de zoekbalk krijgt u nu nog gewoon porno, en niet www.propriacures.nl. Daar gaat snel verandering in komen.
Elke twee weken staat u op maandagochtend klaar bij de tijdschriftenbakken van OMHP of het P.C. Hoofthuis, desnoods het Science Park, om ons blad uit de tengels van de gemene conciërges te grissen. U leest het van begin tot eind − niet alleen omdat dat moet, maar vooral omdat u dat leuk vindt. In PC hervindt u uw langverloren leesplezier; wij worden al jaren op elke borrel op steeds agressiever wijze lastiggevallen door Stine Jensen en Yra van Dijk, die ons de geheime formule proberen te ontfutselen. Niet dat u tijdens het lezen begrijpt wat MvD, AP, WF en MAJM nou precies bedoelen − toen u PC voor het eerst opensloeg dacht u nog dat ‘Arbeiderspers’ een martelwerktuig van het ASC was, en ‘Prometheus’ een coole film uit 2012. U weet alleen dat ze gelijk hebben.
Op gegeven moment, na maanden trouw lezen, besluit u dat nu dan echt de tijd is gekomen om uw eigen vermelding in de annalen te veroveren. U snapt ondertussen zo’n beetje de helft van de grappen die u leest. U kan de gezichten van MvD en WF nog niet helemaal uit elkaar houden, maar die van AP en MAJM tenminste wel. U verzamelt al uw moed, en ook al uw zweet op uw mechanische toetsenbord met kleurenlichtjes terwijl u schaaft en schaaft aan een grap die toch nooit leuk gaat worden. Voor de vorm schrijft u er ook een stuk omheen, dat u na veel gepieker toch maar opstuurt naar ons adres (zie daarvoor de colofon (als u niet weet wat dat is, een colofon, dan mag u dat stuk ook laten zitten)). Daar reageren wij vervolgens niet op: het enige dat u terugziet van uw stuk is de allerslechtste zin, die wij eruit knippen en in de Correspondentierubriek afserveren met een grap die u ogenblikkelijk de schande van de familie maakt, terwijl u ook gewoon een neef heeft die op elke familiebijeenkomst over Andrew Tate begint. En, wees gewaarschuwd: een pseudoniem zal u voor die afgang niet behoeden. Wij komen er toch wel achter wie u bent.
Wat volgt is de eerste echte toetsing of u uit PC-hout gesneden bent. Lukt het u te herstellen van deze publieke vernedering, en de rouw te verwerken? Kan u zich na uw year of magical thinking of year of rest and relaxation, afhankelijk van uw copingstrategie en smaak in boeken, weer bijeenrapen om het nogmaals te proberen? Wellicht heeft het feit dat iets u eindelijk eens niet voor de wind ging – sinds het kiemgroepje in groep 6 waarmee u tijdens de les op de gang Kapla-torens mocht bouwen, en de daaropvolgende autismespectrumstoornis-diagnose die uw toegangsbewijs was voor de speciale ‘hoogbegaafden’-school, is er, naast vriendjes maken dan, nooit een waardige tegenstander voor uw intellectuele zelfoverschatting opgestaan − u een beter schrijver gemaakt, en is uw stuk nu goed genoeg om als Meeëter te worden gepubliceerd in ons blad. Met de nodige redactionele ingrepen, wel: dan weet u meteen hoe het is om debuterend auteur te zijn in Nederland. Gelukkig werkt dat alleen maar in uw voordeel: met een paar taalfouten eruit en een paar grappen erbij is uw stuk opeens iets om trots op te zijn. Dat mag ook wel, want u staat nu op één lijn met Gerard Reve − en niet meer louter omdat u homo bent.
Voor de aspirerende PC-redacteur die niet creatief genoeg is om zelf een onderwerp te bedenken zal het een geruststelling zijn dat we niet alleen open inzendingen in ontvangst nemen. Precies voor deze wel heel paradoxale variant idioot organiseert PC elk academisch jaar vier Prijsvragen, waarin we u een eindje op weg helpen door in ieder geval de gewenste vorm van uw stuk te specifieren. Inhoudelijk komen de prijsvragen uiteindelijk op hetzelfde neer: we vragen u om 500-800 woorden waar we om kunnen lachen. Dat klinkt misschien simpel, maar blijkt elk jaar weer moeilijker dan een niveautwee-sudoku voor Jan Roos.
Om te zorgen dat er in ieder geval nog iemand af en toe een voldoende uitdeelt, maken wij van een quasi-Bekende Nederlander meteen een volledige door ze te vragen de betreffende avond onze jury voor te zitten. Stiekem hopen we ook dat de aanwezigheid van een Bo van Houwelingen of Chrétien Breukers u nog verder motiveert uw beste beentje voor te zetten. Zulke hooggeëerde gasten kunnen we natuurlijk niet ontvangen in het eerste de beste bierhuis, en dus boren wij ons Portugees oorlogsschip (het dier, niet het vaartuig) van een netwerk aan om een literaire locatie te regelen, zoals het huis van Maarten Biesheuvel of het redactielokaal van Propria Cures. Onder het genot van een doosje gesponsorde likeuren bespreken we met onze bijzondere gast de laatste literaire roddels en de hoogconjunctuur van de laagcultuur. Als u gelukt heeft, vinden we ook nog de tijd en moed om uw stuk voor te lezen, en te voorzien van een beoordeling. Dit alles zou u dan rustig terug kunnen lezen in ons beeldende Juryverslag − als u tenminste niet meteen ongeduldig op zoek ging naar uw eigen naam. We hebben u wel door.
De Kolomkompetitie is het binnenkomertje van ons prijsvragenseizoen, en daarom nog passend toegankelijk. Iedereen die niet al zijn nieuws inneemt op de Instagrampagina van @cestmocro weet immers wat een column is. Belangrijk is wel dat we bij PC natuurlijk niet op zoek zijn naar iemand die als de nieuwe Sylvia Witteman uitlegt wat ze vandaag toch weer in de tram heeft gezien. Veel liever hebben we iemand die uitlegt hoe ze Sylvia Witteman vandaag voor de tram heeft geduwd, niet in de laatste plaats omdat dat wel moet betekenen dat u bovenmenselijke kracht bezit. Als u dat dan ook nog op een leuke manier beschrijft, zou het zomaar eens kunnen dat u een aardig cijfer behaalt; zo vroeg in het jaar zijn we onze inzenders nog gunstig gezind. Om te winnen hoeft u dan alleen nog maar uw concurrentie te verslaan. Moeilijk kan dat niet zijn, want die bestaat uit mensen als u.
Kerstmis is het feest van verbinding. Daarom zijn de enige slachtoffers van onze jaarlijkse Kerstprijsvraag de personages uit uw fictieve kerstverhalen. Om u een beginnetje te geven voorzien wij u van tien voorbeeldzinnen, die elk op hun eigen manier de kerstgedachte verkondigen. De opdracht is om minstens en maxstens één van deze zinnen in uw kerstverhaal op te nemen. Wel zo prettig voor u, want dan wordt er tijdens het voorlezen van uw tekst in ieder geval één keer gelachen. Als het u lukt om ook nog zo’n lachsalvo op te wekken met een van uw eigen zinnen − en weet dat de jury daar alles aan doet, door middel van een ontzaglijke hoeveelheid glühwein − zit u al aardig in de race.
Heeft u last van zware winterdepressies, maar bent u niet Anne Fleur Dekker? Dan wacht u misschien liever op het voorjaar, wanneer u zich met frisse moed aan de Recensieprijsvraag kan wagen. U neemt een cultuurproduct dat niet al te veel op een TikTok met gesplitst scherm lijkt en, nou ja, recenseert het. Ter voorbeeld kunt u elke televisierecensie van Doortje Smithuijsen erbij pakken. Als voorbeeld van hoe het niet moet, dan. Naar onze bescheiden mening moesten ze die kraanvogel ophangen aan de hoogste galg met drie dikke lussen om haar vogelnek. Dat doet ons eraan denken: u mag natuurlijk ook gewoon een persoon recenseren. Ter voorbeeld daarvan kunt u Doortje Smithuijsen erbij pakken.
Voorstellingen van weerzinwekkende gruwelijkheden zijn bij PC het hele jaar welkom, maar voor de P.C. Onthooftprijs mag u echt uitpakken. Zet eindelijk uw gewelddadige verkrachtingsfantasie over Asha ten Broeke in een bad vol pudding op papier, en geef ons, als het geen buikpijn van het lachen kan zijn, in ieder geval buikpijn van misselijkheid. Bedenk wel dat u alleen kans maakt om te winnen als het voor ons duidelijk is dat u een grap maakt. Als u het meent over die badkuip vol met pudding, kunt u het beter bij de prijsvraag hieronder proberen.
De Keefmanbokaal wordt maar één keer in de vier jaar uitgereikt, en wat dat betreft hebben we slecht nieuws: dat heeft u net gemist. U zult tot jaargang 138 moeten wachten voordat u weer een gooi kan doen naar de verschrikkelijke schrikkelbeker. Het goede nieuws is dat dat u veel tijd geeft om u voor te bereiden. De Keefmanbokaal is immers niet zomaar een prijs: toen oud-redacteur Robert Loesberg in PC het nieuwe boek van schrijver Jan Arends finaal de grond in boorde, deed Arends dat enkele dagen later met zijn eigen neus. Mogelijk deed zijn achternaam hem vermoeden dat hij zomaar uit het raam op de vierde verdieping van de OBA zou kunnen wegvliegen. Elke vier jaar gedenken we die dwaling van gedachten met de Keefmanbokaal, een prijs die wordt gewonnen door de meest geesteszieke inzending.
Nadat u iets heeft ingestuurd is het belangrijk om de Correspondentierubriek voorin het blad goed in de gaten te houden. Wie weet vindt u daarin de woorden waar u al zo lang naar smachtte: Schrijft u nog eens wat. Als deze dan ook nog eens aan u zijn gericht, betekent het dat u snel moet handelen. Wij vergeten uw naam even snel als uw demente opa, en de verantwoordelijkheid om voor het te laat is ons geheugen te verfrissen leggen wij graag in haar geheel bij u neer. Voor u valt er immers een hoop te winnen, namelijk de vier woorden die het begin van de rest van uw leven inluiden: Komt u eens langs.
Stipter op tijd dan een braille-horloge en bezakt met, let op, een krat koud bier, een ontdoornde roos en een doornig nieuw stuk, meldt u zich bij de redactie. Als u dacht dat die redactiezetel al binnen handbereik was, beseft u nu uw vergissing. Niemand lijkt uw binnenkomst überhaupt op te merken. MAJM steekt bij het fornuis een handje sigaretten aan. WF staat over een stapel De Groene Amsterdammers te urineren. Van achter de opmaakcomputer buldert MvD Bigidagoe-lines die tot driemaal toe door de ruimte echoën. AP, ten slotte, zit in de hoek met haar zwarte kat op schoot, en kijkt u misprijzend aan. Een tikkeltje bedreigend, denkt u misschien zelfs. Onwillekeurig doet u een stapje achteruit, en struikelt bijna over het afstapje.
Hopelijk helpt die adrenalinekick om uw zenuwen te kalmeren, want zodra wij ons heel even van onze belangrijke taken kunnen ontheffen is het podium voor u. Spreekwoordelijk, dan: we zetten u gewoon op een stoel, terwijl we u vanaf het andere eind van de tafel grillen als een plak avocado tijdens de veganistisch-literaire barbecue van Maartje Wortel. Wat beweegt Tommy Wieringa? Wat zijn drie moderne talen die niet afstammen van het Proto-Indo-Europees? Op welk hoefdier lijkt Stéphanie Hoogenberk het meest? − ‘Met het mes op tafel’ krijgt een heel andere lading als MvD tijdens uw ondervraging daadwerkelijk een mes op tafel legt. – We vragen u naar de CIA-banden van Hannah Arendt en Isaiah Berlin, naar het SCUM-manifest, het Amsterdamse in Nescio, naar Georg Grosz’ Metropolis (1916-1917), voetnoot 165 van Infinite Jest, de limonadefabriek van de vader van Klaas Bruinsma, naar Tirade 250.
Als u al die vragen weet te beantwoorden zonder expliciet toe te geven dat u geen boeken leest maar wel af en toe ChatGPT gebruikt, mag u door naar de volgende ronde. Die bestaat uit het voorlezen van uw verse 800 woorden, en dan het liefst één voor één − in onze ervaring is verstaanbaar voorlezen sinds het verval van de orale traditie een snel uitstervende vaardigheid. Als we tijdens dat voorlezen al lachen, mag u dus gerust aannemen dat dat niet is door u, maar om u. De opluchting die u voelt als u eindelijk klaar bent met lezen maakt weer snel plaats voor de oude vertrouwde angst wanneer u in een donker hoekje op de knieën wordt gedwongen. Tijdens deze lange en extreem pijnlijke laatste ronde wordt u tot Meeloper geslagen. Op naar Café de Pels, waar we uw benoeming meteen vieren door u ons op de volledige drankrekening te laten trakteren. Gefeliciteerd!
Na de roes komt de kater. De hoofdpijn waarmee u de volgende ochtend wakker wordt is nog slechts een voorproefje van de ellende die u de komende maanden te wachten staat. Men wil wel zeggen dat de reis belangrijker is dan de bestemming. Dat gaat, zoals de meeste clichés, niet op voor PC. U probeert immers toe te treden tot een zeer exclusief gezelschap, en daarvoor moeten offers worden gebracht. Uw vrije tijd is het eerste dat op het altaar gaat, want opeens bent u voor 5,0 FTE per week postbode, ballenjongen, voetensteun, prostitué, verhuizer, brandweerman, boekenkist en levend dartbord. U mengt het kalkammonsalpeter met poedersuiker voor MvD’s bombrief aan de boekenredactie van de Volkskrant. U mengt bloem en melk tijdens MAJM’s nachtshift zodat hij met zijn muze in bed kan blijven liggen. U noteert ijverig elke grap die WF maakt zodat hij die later opnieuw kan vertellen bij zijn andere vrienden, en borstelt het haar van AP net zolang tot de klitten daarin even moeilijk te vinden zijn voor haar als de clitten van meisjes voor u. U verspreidt onze nummers door Amsterdam, vangt alle klappen op die voor ons bedoeld waren als we ruzie krijgen in De Zwart dankzij de slecht getimede Holocaust-grap van een oud-redacteur, en zorgt dat wij binnenkomen bij het Boekenbal, desnoods door de ogen van Eveline Aendekerk uit te steken. En u levert elke twee weken kopij, waarvoor wij u bedanken met gesnauw, gescheld en, als er echt niks anders opzit, fysiek geweld. What doesn’t kill you makes you stronger, zeiden Friedrich Nietzsche en Demi Lovato, en wij trekken dat principe graag tot in het uiterste door.
Al deze kwellingen dociel ondergaand klampt u zich vast aan het idee dat dit het allemaal waard is. En daar heeft u nou eens één keer gelijk in. Meeloper bent u maar voor even; PC-redacteur bent u voor altijd. Als het u lukt om een halfjaar tot een jaar inderdaad niet dood te gaan, mag u eindelijk toetreden tot de vedettes van de literaire vendettas. U schrijft uw langverhoopte Intree, waarin u uw aankomst in de Nederlandse letteren annonceert. Een golf van verontrusting trekt door Amsterdam terwijl uw naam van mond tot mond wordt doorgegeven. Debutanten beginnen te klappertanden. Wilma de Rek ijsbeert zenuwachtig door haar kantoor, Joost de Vries vernieuwt alvast zijn abonnement op de sportschool, de virale aanstelleritis zelve Maurits de Bruijn krijgt een paniekaanval en gaat met al zijn wijvenkleren nog aan onder de douche zitten huilen. U achtervolgt uw reputatie op borrel, bal en bacchanaal. Op elke prijsuitreiking drinkt u gratis de bar leeg; groupies sturen u boeken op met een spuitje parfum erin en bekende schrijvers spreken u aan omdat ze zichzelf in u herkennen. Ineens bent u, zoals de jeugd placht te zeggen, het.
Ondertussen schrijft u het mooiste blad van Nederland vol met vileine satire, waarmee u steevast één iemand aan het huilen maakt en de rest aan het huilen van het lachen. U bent de natte droom van elke utilist, maar loopt niet weg van Omelas: als Emma van Meyeren, Stéphanie Hoogenberk of Martijn Neggers verhaal komt halen over een belediging uit een van uw stukken, schrikt u niet terug voor een confrontatie – al heeft dat er allicht ook mee te maken dat bovengenoemde voorbeelden met hun kleine, vrouwelijke lichamen fysiek niet zo’n bedreiging vormen. Als u zin heeft om uiteen te zetten waarom Arnon Grunberg dan net die jood is die het wel verdient om een mes door zijn keel geramd te krijgen, schrijft u een Onthoofdstuk. Misschien kruipt u liever in de huid van een ander, en laat u Philip Huff in een Hollandsch dagboek verklappen dat dat niet zijn echte naam is. In de PC Top-10 demonstreert u Derrida’s definitie van intertekstualiteit; in Nepnieuws die van Willem Engel. Elke diepzinnige overpeinzing in de kroeg krabbelt u snel op een bierviltje, zodat die in de vorm van een Geestelijk leven het probleem wordt van onze lezers. De ontdekking van een nieuw rijmwoord op kanker kan u patenteren in PC-poëzie, en voor de mensen die lezen nog een beetje lastig vinden gebruikt u de beeldgrappen van Voor u geknipt en PC kijkt terug als gateway drug.
Na zo’n drie jaar kijkt u terug op de mooiste tijd van uw leven. De tijd dat u, in deze wijdgespreide rattenval van een wereld, eens niet de rat was, maar de val. Zwaarmoedig schrijft u uw Uittree, uw laatste ‘Hou zee!’ aan het patriotse volk, maar u weet dat het het juiste is om te doen. U moet plaatsmaken voor de jonge garde, dat is nu eenmaal de orde der dingen. U deelt nog een paar laatste tikken uit, haalt wat herinneringen op en belooft plechtig Stichting Propria Cures als uw belangrijkste erfgenaam op te nemen in uw verklaring van erfrecht. Het laatste woord krijgt u echter niet: in uw Uitlui, geschreven door uw voorganger, wordt er van u passend afscheid genomen: met een hele hoop aanvallen op de man af en drogredenen krijgt u het spreekwoordelijke koekje van eigen deeg. Daarmee is de cirkel rond, en der Anfang das Ende. Niet helemaal het einde, natuurlijk, want het moment dat u uw Uittree schrijft vouwt een engel haar armen onder uw oksels en stijg u op naar de Erehemel. Daar wordt u eindelijk herenigd met alle andere oud-redacteuren.
Luister eens. Misschien doet dit alles u helemaal niets. Wenst u nog steeds niets meer van het leven dan een comfortabele bank en genoeg geld om elke avond pizza te bestellen. Flikkert u lekker terug op naar de provincie nadat u uw studie nominaal (maar zeker niet cum laude) heeft afgerond, om daar de rest van uw leven de drollen achter de kont van kind of hond op te ruimen. Wij zullen u niet missen: we redden ons en de literatuur ook wel zonder u. Maar misschien voelt u zich wel aangesproken. Zijn uw nekharen tijdens het lezen een aantal keer overeind gaan staan. Dan bent u nog te redden, maar voordat wij onze hand uitsteken, zult u eerst zelf de rand moeten grijpen. Hou vast.