Wat was het al koud buiten! Karlijn kon niet wachten tot ze weer veilig achter haar laptop zat. Enkele weken geleden had ze Farm Date ontdekt, een datingsite voor agrariërs. Karlijn was geen agrariër, maar ze had geen bezwaar tegen kippen en dronk graag melk, dus het scheelde niet veel. Bovendien waren boeren bij uitstek geschikte kandidaten om mee te trouwen, omdat boeren veel geld hebben, en Karlijn juist heel weinig.

Het wilde maar niet warm worden in huis. Karlijn woonde op de derde verdieping van een flat, een lelijke, oude flat in het deel van de stad waar nog geen wijnbars waren. De balustrades in het trappenhuis hadden tierelantijntjes in het hout, waardoor het gebouw tot monumentaal pand was uitgeroepen. Het mocht niet gesloopt worden noch gerenoveerd, en daardoor was de isolatie klote. Alle kozijnen stonden scheef en zaten vol akelige kieren: het was een zoete inval voor weer en wind. Om zich te verweren droeg Karlijn pantoffels van alpacawol. Maar de wind had maling aan alpacawol. Het blies er dwars doorheen, en op koude avonden huilde Karlijn zachtjes onder haar deken.

Verhuizen was geen optie voor Karlijn omdat ze vier dagen in de week bij de HEMA werkte. De HEMA betaalde: niet goed. Op een nieuwe woning maakte ze geen schijn van kans, niet in deze economie. Het was jammer dat haar moeder haar geen geld had nagelaten. Vorig jaar was haar moeder opnieuw getrouwd met een man die PlayStations verkocht op de Beverwijkse Bazaar. Zoran, heette hij. Wanneer Zoran niet op de Beverwijkse Bazaar was, werkte hij in de haven om verscheidene waren aan te nemen, en wanneer hij niet in de haven was, zat hij thuis en verkocht hij concertkaartjes op Marktplaats.

Een maand nadat Karlijns moeder met Zoran getrouwd was, struikelde ze over een PlayStation 5 die haar geliefde op de hoek van de bovenste traptrede had gezet. Karlijns moeder was er nog niet aan gewend dat daar nu regelmatig van alles stond, en dat gebrek aan gewenning had haar het leven gekost: onderweg naar de bodem van de trap had ze haar nek gebroken. Karlijn kreeg het nieuws van Zoran per sms. In de sms stond:

je moeder is van de trap gvallen. Neck gebroken

Toen Karlijn informeerde of het naar omstandigheden goed met haar moeder ging, reageerde Zoran met een emoji van een duim naar beneden.

Omdat Zoran nu de wettelijke echtgenoot van haar moeder was, erfde hij het huis en de spaarrekening, en Karlijn niets. Alhoewel: niets dat liquide was. Zoran had Karlijn het bruidsservies geschonken van het huwelijk waaruit Karlijn was voortgekomen. Het was een complete set, van echt porselein, met gouden randen op de borden en schotels, en een brocante bloemenpatroon op de kopjes en kommen. Uit medelijden had Zoran er ook nog de PlayStation 5 die bovenaan de trap stond cadeau bij gedaan. Dat dat ding aan de dood van Karlijns moeder had bijgedragen, zei hij er voor het gemak maar niet bij.

Bij thuiskomst had Karlijn het bruidsservies meteen in haar buffetkast gezet. Sindsdien poetste ze het iedere zaterdag, en op doordeweeks dagen keek ze er verlangend naar. Wanneer haar buren stil waren, meende ze dat het servies haar aanmoedigend toezong vanachter de kastdeuren. Trouw rijk en niet crimineel, luidde hun lied.

Maar die ene avond wilde het maar niet vlotten op Farm Date. Een boer die Hans heette had haar een persoonlijk bericht gestuurd: hij vroeg of Karlijn van paarden hield. Karlijn zei dat ze paarden best tolereerde, waarop Hans haar een foto van een oogst winterpenen stuurde. Voer voor paarden, typte hij erbij. Karlijn wist niet goed wat de bedoeling was van deze toelichting, maar toen schreef Hans dat Karlijn de winterpenen mocht hebben als hij haar van achteren mocht nemen in zijn stal. Dat vond Karlijn nogal obsceen. Ze liet de winterpenen voor wat ze waren.

In Karlijns gewone inbox wachtte een mail. Ze kende de afzender niet. Het bericht luidde:

Waarde vriendin,
Mijn naam is prins Albert Surugaba. Ik mail je met een bijzonder verzoek. Onlangs is mijn vader, koning Herman Surugaba, overleden na een vreselijk ziekbed en ik ben zijn enige erfgenaam. Gisteren kwam ik tot de ontdekking dat mijn vader een bankrekening in Nederland had, met een saldo van vijftig miljoen euro. Van de bank mag ik geen toegang tot de rekening krijgen totdat ik een administratievergoeding van drieduizend euro heb betaald. Zou jij me alsjeblieft kunnen helpen? Zodra ik bij de bankrekening kan betaal ik je meteen terug, en geef ik je EEN MILJOEN EURO als bonus, bovenop mijn eeuwige dank. Ik hoop dat ik je met mijn bericht niet overval. Ik vond je emailadres via een database en je leek me een betrouwbaar persoon. Ik kijk uit naar een vruchtbare samenwerking!
Hoogachtend,
Albert Surugaba, prins van Benin

Karlijn las de mail nog een keer, en nog eens. Het stond er allemaal echt: ze was door een rijke prins benaderd en hij zocht haar hulp. Ongelooflijk! Een miljoen euro… Leefde haar moeder nog maar, die zou dit alles geweldig hebben gevonden. Wie weet keek ze vanuit de hemel wel op Karlijn neer en knikte ze aanmoedigend.

In haar hoofd begon Karlijn het geld al uit te geven. Ze zou de flat laten isoleren, een nieuwe keuken laten bouwen, of nee – dat zou allemaal niet meer nodig zijn! Ze zou prompt kunnen verhuizen naar waar ze maar wilde. Een losstaand huis op Texel… Karlijn had altijd al op een eiland willen wonen. Of in Kaatsheuvel, vlakbij de Efteling, en dan elk weekend in de Vogel Rok, puur omdat het kon. Ze schreef meteen terug.

Beste prins Surugaba,
Mag ik je Albert noemen? Albert, ik ben vereerd dat je me hebt gevraagd om je te helpen. Dat doe ik graag! Kom je ook echt naar Nederland toe? Aan je schrijven te zien spreek je de taal voortreffelijk. Ik zou je in elk geval graag ontmoeten, ook voor het afwikkelen van de transactie. Het is hier bijna kerst! Ik weet niet of jullie dat vieren in Benin, maar het is erg koud en overal zijn lichtjes. Als je nog een slaapplek zoekt, ben je welkom bij mij.
Lieve groet,
Karlijn

Dat laatste aanbod was een beetje brutaal, maar de prins vroeg haar immers om een flinke smak geld voor te schieten, en daaruit sprak ook weinig bescheidenheid. Alhoewel je je dat, wanneer je een prins was, wellicht kon permitteren. Tevreden zat Karlijn achterover in haar stoel. Het was nog steeds koud in huis, maar ze had tenminste contact gelegd met een mogelijke redder.

Terwijl ze op een reactie van Albert wachtte, keek Karlijn naar haar banksaldo. Op het scherm verscheen een getal: 80,43 euro. Dat was niet genoeg voor de administratievergoeding, bij lange na niet… Zo had de prins niets aan haar. En zelfs als ze haar salaris van de HEMA morgen kreeg, kwam ze nog steeds meer dan duizend euro tekort. Het was hulpeloos.

Karlijn ijsbeerde door haar woning. Ze zou morgenochtend wat geld uit de kassa kunnen stelen op werk, en wanneer dat makkelijk bleek, een wat groter bedrag uit de kluis. De HEMA was een miljoenenbedrijf, een paar duizend euro was niks voor hen. Maar als ze erachter kwamen, zou het zo gênant zijn… Karlijn wist niet of ze dat kon verdragen.

In haar woning was er niets van waarde. Haar laptop was hooguit een paar honderd euro waard, een televisie had ze niet eens. Dat malle ding dat ze van Zoran had gekregen stond al maanden in een hoek te verstoffen. En in het bankstel, een cognacleren exemplaar dat ooit mooi was, zat vochtschade.

Karlijns keek naar het bruidsservies. Voordat het aan haar moeder was geschonken, was het van haar grootmoeder geweest, en daarvoor stond het een lange tijd in een chique etalage. Haar grootvader had er destijds een schandalig bedrag voor betaald omdat Karlijns grootmoeder een gehaaide vrouw was, en zich niet inliet met mannen die geen centen hadden. Karlijns grootvader had dus iets te bewijzen.

Tegenwoordig was het bruidsservies zo’n tweeënhalf duizend euro waard. Dat was recent nog vastgesteld, na de dood van Karlijns moeder hadden ze het moeten laten taxeren voor de nalatenschap. Als ze het verkocht, kon ze de prins deze week nog helpen… Wie weet zou hij dan voor de kerst nog in Nederland zijn, en kon hij haar mee uit eten nemen.

Een voor een haalde Karlijn de borden, schalen, koppen en kommen uit de buffetkast. Voor elk serviesstuk huilde ze meerdere tranen, maar toen bedacht ze dat ze, met die miljoen, het bruidsservies onmiddellijk weer terug kon kopen – en dus zou ze het niet lang kwijt hoeven zijn. De kalmte wederkeerde. En de prins had inmiddels ook teruggeschreven:

Liefste Karlijn,
Ik dank de goden op mijn blote knieën dat ik geholpen zal worden door zo’n lieve, attente vrouw als jij! Ja, ik kom dolgraag naar Nederland, en ik maak dan graag van je gulle aanbod gebruik. Ik zal je behandelen als een prinses, als dank voor alles dat je voor mij mogelijk maakt, en natuurlijk krijg je dan ook de EEN MILJOEN EURO die ik in mijn eerdere schrijven noemde. We zullen een zalige kerst hebben samen. Maar eerst moeten we de administratievergoeding regelen. Wanneer kun je het geld overmaken? Ik wacht op je antwoord.
Met eerbied en bewondering,
Albert Smith

Hé, dat was gek, dacht Karlijn, ineens heette hij geen Surugaba meer. Zou het iets te maken hebben met het feit dat ze nu informeel met elkaar waren? Misschien was het wel gewoon iets van zijn cultuur dat ze niet begreep. Wat maakte het ook uit! Albert leek een vriendelijk en beleefd persoon te zijn, en hij was ook nog eens rijk. Veel beter dan dat zou ze het niet treffen.

Karlijn bleef de hele nacht op om de individuele serviesstukken in papier te verpakken. Ze deed het met de grootst mogelijke voorzichtigheid, voor zover de adrenaline dat toeliet. Af en toe droomde ze even weg in een fantasiebeeld, en dan zag ze zichzelf in een witte jurk met een sluier die tot haar tenen reikte, en die haar een mysterieuze allure gaf. Prins Albert zou bij het altaar op haar wachten en met een brede grijns haar sluier oplichten, omdat hij wist dat er een verrukkelijk leven komen ging.

In de ochtend torste Karlijn het gehele bruidsservies naar de lommerd. De taxatiepapieren van de notaris nam ze mee als bewijs van hun waarde. De lommerd keek naar het bruidsservies en constateerde dat het inderdaad waardevol was, maar wellicht nog het meest in sentimentele zin.

‘Weet je heel zeker dat je dit allemaal aan me wilt verkopen?’, vroeg hij.

‘Heel zeker’, zei Karlijn. ‘Ik heb sinds gisteravond een relatie met een prins uit Benin. Hij is erfgenaam van een gigantisch fortuin en hij wil een deel ervan aan mij geven. Ik moet alleen eerst de administratievergoeding voor hem regelen. Zo gaat dat in Nederland, snap je. Een en al bureaucratie.’

Karlijn rolde theatraal met haar ogen, als een cosmopolitaine vrouw: een vrouw van de wereld.

‘Benin… is dat geen republiek?’, zei de lommerd.

‘Wat?’

‘Benin is geen koninkrijk, dunkt me. Het heeft geen koning.’

‘Dat klopt, die is dood’, zei Karlijn. ‘Nu is er alleen nog een prins over. En die komt met de kerst dus bij mij langs. Schiet je een beetje op? Ja, ik zal hier even tekenen… en hier zeg je, vooruit… Maak je het geld meteen naar me over? Mijn bankrekeningnummer staat hier. Goedendag!’

Thuis bracht Karlijn haar nieuwe geliefde meteen op de hoogte.

Lieve Albert, mijn liefste,
Het geld is binnen. Ik heb er iets dierbaars voor moeten verkopen, maar het bleek nog meer waard te zijn dan ik al dacht: ik heb er precies drieduizend euro voor gekregen! Ik maak het graag zo snel mogelijk naar je over. Laat je me nog even je bankrekeningnummer weten? Ik kan niet wachten om je in mijn armen te sluiten, mijn schitterende prins.
Hunkerend naar jou,
je Karlijn

Dit keer liet de reactie van Albert niet lang op zich wachten. Binnen twee minuten ontving Karlijn dit bericht:

BJ66BJ044390000769
into account of Abdul Smith
thanks very much please

Arme Albert, de passie was hem teveel geworden. Hij was zo verheugd om naar Karlijn toe te komen, dat hij spontaan zijn naam was vergeten. En zijn taal!

Karlijn maakte het bedrag meteen over, zoals ze had beloofd. Ze schreef een zachtaardig mailtje naar haar prins, een kortere dit keer, om hem niet nader te overrompelen, maar desondanks duidelijk te maken dat het geld was overgemaakt. Eindelijk kon hij bij het fortuin van zijn vader. Als hij voor deze week een vlucht naar Schiphol boekte, was hij nog op tijd voor kerst in het land. Karlijn zou hem opwachten met een oliebol. Een hele zak oliebollen, zelfs, zodat de prins wist dat ze menens was.

Karlijn zette een nummer van David Sylvian op en begon dromerig te dansen. Toen het afgelopen was keek ze naar de buffetkast waar eerder nog haar geliefde servies stond. Het zou maar heel even bij de lommerd hoeven blijven. Zodra haar prins over zijn jetlag heen was, zouden ze het samen weer ophalen.

Van Albert was er nog geen nieuw bericht binnengekomen. Die man is nu natuurlijk zijn koffers aan het pakken, dacht Karlijn. Hij komt zo snel als hij kan naar me toe. Ze keek naar haar plafond, waar rode schimmels floreerden, en vouwde haar handen. Dank u, moeder, zei ze, dat u vanuit de hemel zo goed voor mij zorgt!

Nadia de Vries

Archief