Oudejaarsconferences zijn een soort gevulde eieren. Ze komen hoofdzakelijk voor op 31 december in de huiskamer van je ouders en nodigen in eerste instantie niet uit tot consumptie. Maar omdat het alternatief bestaat uit de MAX Proms of kliekjes garnalencocktail van de Kerst, geef je je er toch maar aan over. Na afloop heb je spijt, en de volgende dag zijn ze sowieso niet meer goed. Laat staan dat ze dat vier maanden van tevoren waren. Dit kan iedereen beamen die Claudia de Breijs oudejaarsconference afgelopen zomer al zag in een try-outhol zoals De Lampegiet in Veenendaal.
De Breijs voorstelling zou in twee opzichten uitzonderlijk zijn: het was de eerste keer dat de oudejaarsconference werd verzorgd door een vrouwelijke cabaretier, en de show werd vanuit het Rotterdamse Luxor Theater live op televisie uitgezonden. Los van de betwistbaarheid van het eerste punt, valt op dat tweede dus in ieder geval wat af te dingen. De grootschalige cohortstudie waarmee Claudia de effectiviteit van haar oud-en-nieuwgrappen testte ging in Friesland al van start toen het nationale hitteplan nog in werking was. De daaropvolgende maanden toerde ze langs alle regionale poppenkasten waarvan het publiek genoegen nam met 3 euro zwijggeld, in mindering gebracht op de ticketprijs. Met een decibelmeter stelde ze vast welke moppen het beste konden worden ingeblikt om een kwartaal later nationaal in te zetten. ‘2016 is bijna voorbij, maar de laatste minuten die zijn voor mij,’ zong ze op 3 september in Reimerswaal. ‘Misschien was dit niet jouw jaar, maar wees gerust, ’t is bijna klaar,’ op 23 september in Naaldwijk – dat was nog voor de verkiezing van Trump, de aanslag in Berlijn en de finale van het Junior Eurovisiesongfestival.
Toch getuigt Claudia’s verkenningstournee niet alleen van de bereidheid om te liegen tegen provinciaal publiek. Het vereist ook ernst en toewijding om in augustus al een voorstelling af te hebben die pas op 31 december grappig hoeft te zijn. Hoeveel appelbeignets zou ze in januari hebben ingevroren om het hele jaar door in de stemming te kunnen komen? Dat ze haar verantwoordelijkheden serieus neemt is duidelijk. Sterker nog, oudejaarsavond 2016 lijkt voor Claudia de Breij de apotheose van een jaren geleden uitgestippeld plan. Sinds het begin van haar televisiecarrière is ze geduldig langs alle treden van de VARA-hiërarchie omhoog gekropen, tot haar inhuldiging als hofnar bij De Wereld Draait Door haar status als grappigste vrouw van de omroep officieel bekrachtigde. Vanaf dat moment was het wachten tot diezelfde VARA haar op zou roepen om het hoogste altaar van de Nederlandse uiigheid te betreden. Claudia de Breij werd voor het Nederlandse cabaret wat Hillary Clinton niet voor de Amerikaanse politiek kon worden. Maar dat kon Hillary tijdens de try-outs natuurlijk ook nog niet weten.
Huldeblijken zijn De Breij niet vreemd. Zo kreeg ze in 2015 door Herman van Veen de Louis Davidsring uitgereikt, als vierde persoon sinds 1948. De dragers mogen namelijk zelf beslissen wie het waard is de ring over te nemen. Zo heeft Wim Kan er meer dan twintig jaar over gedaan om in Herman van Veen een even flauwe clown te vinden als hijzelf. Van Veen was op zijn beurt zelfs veertig jaar lang in de ban van zichzelf tot hij besefte dat zijn gezapigheid door een jong talent was geëvenaard. Het is gissen wanneer er een lachebek opstaat die zich aan Claudia de Breij kan meten. Zeker is in ieder geval dat Claudia de ring nog liever in het hiernamaals over zou dragen aan Bredero dan dat ze hem bij leven aan een vrouwelijke collega af zou staan. Door toe te treden tot het hoogste kluchtenklassement heeft ze immers al bewezen dat vrouwen grappig kunnen zijn; waarom zou ze dat nog eens moeten doen?
Het is een interessante vraag waarom juist Claudia de Breij zoveel succes oogst in vergelijking met de andere vrouwen in haar gilde. Brigitte Kaandorp schijnt een vinger te missen, waardoor ze al meteen een flinke achterstand oploopt. Adèle Bloemendaal is dood. Paulien Cornelisse en Sanne Wallis de Vries exploiteren allebei een neurotische benigheid die verwondering, maar vooral vervreemding opwekt. Dan Claudia de Breij: met de coupe van een Oekraïense graanmaaister en de lippen van een Hutu-rebel klost ze over het podium, blakend van een levenskracht die misschien zelfs Youp van ’t Hek voor een hartinfarct had kunnen behoeden. In een schouwburg vol spichtige harlekijnen heerst ze als de goedlachse circusdirectrice in wie iedereen wel een overblijfmoeder of slagersvrouw herkent. Zowel qua verschijning als qua mentaliteit positioneert ze zich precies tussen Linda de Mol en Ellen DeGeneres in, zodat ze een maximaal spectrum aan identiteiten met zich weet te associëren.
Herkenbaarheid is het wapen waarmee Claudia de top van de moppentrommel heeft bedwongen. Hoe was het haar anders gelukt om een nummer te schrijven dat op de hitlijsten van crematoria en trouwlocaties even hoog genoteerd staat? Nu ze zich definitief in alle Nederlandse media, canons en huishoudens naar binnen heeft gegrold, dreigt 2017 wel heel saai te worden. Maar sinds haar oudejaarsconference geldt gelukkig het hele jaar: wees gerust, ’t is bijna klaar.
MSM