Lezers van PC, oftewel literatuurliefhebbers, vormen de doelgroep van Boeken FM. Dat is geen radiozender met een FM-frequentie, maar de feitelijk onjuiste naam van een gratis boekenpodcast. Die podcast wordt gefinancierd door de niet-Duitse uitgeverij Das Mag (geen magazines, wel boeken) en door het lijfblad van elke pseudo-intellectuele treurneef die nog niet klaar is voor de sprong over de richel: De Groene Amsterdammer. En advertenties, waarover straks meer.

Wat het doel is van deze podcast, wordt hoe langer je luistert hoe minder duidelijk. Het is onvoorstelbaar dat De Groene denkt hier nieuwe zieltjes mee te winnen of dat Das Mag, de uitgeverij voor scholieren die drie jaar voor hun mondeling van Het gouden ei (uitg. Prometheus) zitten, er een boek uit hun fonds extra door verwacht te verkopen. Misschien is de podcast in het leven geroepen om de makers ervan van de straat te houden?

Flauw, en ook niet goed voorstelbaar. De makers in kwestie – Joost de Vries, Ellen Deckwitz, Charlotte Remarque, Marja Pruis en Merel Borst – blinken allen uit op hun eigen hoekje van het literaire veld.

Joost de Vries is adjunct-hoofdredacteur van De Groene, schrijft essays en schrijversinterviews ­– de minst tot ophanging aanzettende stukken van dat blad. En eens in de zoveel tijd heeft hij genoeg eigen fictie bij elkaar getikt om er een royaal voorschot bij Mai Spijkers mee uit te peuren.

Ellen Deckwitz verdiende grof geld met een column in NRC waarin ze vooral over haar neefje schreef, en als dat ventje nog leeft doet ze dat nog altijd. Ook loopt ze helemaal binnen met bundelingen van opstellen over poëzie en met haar vooralsnog onvindbare werk als stadsdichter van Amsterdam.

Over de dochter van Sylvia Witteman en Erich Maria Remarque worden altijd twee dingen gezegd: (1) dat ze heel jong is en (2) dat ze een nepobaby is. Dat eerste gaat vanzelf over (zie Marja Pruis), en dat tweede is natuurlijk geen inhoudelijk verwijt. Bovendien kan het kind haar ouders niet gekozen hebben – anders had ze wel boomers gekozen waar nog iets aan te redden viel met een kam en een bus deodorant. Bovendien heeft ze dagenlang bij boekhandel Athenaeum aan het Spui gewerkt, iets waar gewone proletenouders je al voor zouden behoeden. Tegenwoordig schrijft ze over tienerboeken in de Volkskrant en mag ze in De Groene een pagina vullen over debuten die verder niemand wil recenseren.

Marja Pruis doet ook iets bij dat grafblad en scheidt net zo nu en dan een boekje af. Joost noemt haar voor de grap wel eens ‘de grand dame van de Nederlandse literatuur’, waarna Pruis zich nooit kan inhouden om te benadrukken dat ze ‘veel te bescheiden’ is voor deze lauwerkrans – uiteraard uit respect voor de nagedachtenis aan Connie Palmen.

Wat producent Merel Borst nog meer doet voor de kost weet ik niet, maar we mogen blij zijn dat zij er is, dat er überhaupt een producent is die het hysterische gehinnik van Deckwitz er meestal uitknipt, en het opwindend-modderige knorlachje van Remarque er juist in laat.

Het is vast naïef om te denken dat een boekenpodcast er is ter meerdere eer en glorie van de romankunst. Het enthousiast bespreken, analyseren en willen begrijpen van een boek zou kunnen helpen bij het in stand houden van het Nederlandse lezerspubliek, waarvan bekend is dat dat krimpt, slechter leest dan ooit en steeds minder diverse boeken koopt. Je zou dus hopen dat Boeken FM zich niet inlaat met megaconcerns die erom bekendstaan de lokale boekhandel om zeep te helpen. De Vries, vanwege zijn huiver voor liefdesverdrietige buidelratten en aarskluivers voor mij het literaire geweten van deze groep, verrast me dan ook door regelmatig de KOBO e-reader van godbetert bol.com aan te prijzen. Hij doet dat met huilerige tegenzin, dat wel, en soms met die nervositeit waarmee hij zich door zijn reclame voor een braakmiddeltje van Starbucks heen jubelt, waarschijnlijk omdat Merel Borst dan een pistool op zijn slaap houdt.

Er wordt een krap uur over een boek volgebabbeld, waarbij veel gelachen, gehinnikt en geknord wordt. Puberaliteiten, woordgrapjes en natteonderbroekenlol krijgen alle ruimte. Dat hoeft een interessante bespreking niet in de weg te staan, maar hoe serieus kun je een literaire analyse nemen die steevast toewerkt naar een kinderachtig en alles platslaand rapportcijfer? Gegeven door een Pruis die bekent een dunne roman van Dostojevski niet uitgelezen te krijgen wegens te moeilijk, of door het nazaadje van Remarque dat ‘niets begrijpt’ van poëzie? Echt kut is de podcast heus niet, probeer die van De Contrabas eens ter vergelijking, maar met andere reclames, minder oordelen of astmatische lolbroekerij zou de lezer-luisteraar enorm geholpen zijn. Een geslaagde aflevering is nu meer een aanmoediging om vooral zelf een gezellig boekenclubje te beginnen, en een mindere is een open sollicitatie bij een zendercoördinator van de NPO om op tv de literaire tegenhanger van Voetbal Inside te maken. Gemiddeld kom ik dan op een wat saaiig cijfer: een zeven.

Martien van Agtmaal

Archief