Diegenen die bij het vernemen van hét grote nieuws van deze week, dat Joost Zwagerman zijn persoonlijke archief aan het Letterkundig museum in Den Haag heeft gedoneerd, net als ik dachten dat dit betekende dat de beste man ofwel was overleden of tenminste op het punt stond de pijp uit te gaan moet ik teleurstellen, Joost is kerngezond. Of nu ja, gezond, niet geesteszieker dan gewoonlijk. Het verzoek van de Universiteit van Amsterdam om zijn archief – net als Grunberg- in bruikleen te geven werd door Zwagerman aangegrepen om maar liefst tien strekkende meter oud papier te schenken aan het Letterkundig museum. De geschatte waarde van de schenking? 200.000 euro.
Ik ga er voor het gemak even van uit dat in het gehele archief niets te vinden is wat een intrinsieke waarde heeft, dus dat de taxatiewaarde gebaseerd is op de huidige oud-papierprijs; ongeveer tachtig euro per duizend kilo. Een kleine rekensom leert dan dat Zwagerman ongeveer vijfentwintigmiljoen kilo archiefmateriaal naar Den Haag heeft gesleept. Ter vergelijking, dat is evenveel als de gehele oplage van de Volkskrant van de afgelopen drie jaar bij elkaar, het water van tien olympische zwembaden, of drie A.F.Th. van der Heijdens (wanneer je ze ’s ochtends zou wegen).
Wat treft men zoal aan in deze papieren toren van Babel? Foto’s, van Zwagerman met Tom Lanoye, Martin Bril, Herman Brusselmans, A.F.Th. van der Heijden, briefwisselingen met collega-schrijvers, politici, kunstenaars en filosofen, dagboeknotities, handschriften van onder andere het onvolprezen Gimmick!, een aantal edities van het tijdschrift De Zwagergids, dat hij uitgaf toen hij dertien was en naar verluid een brief aan Koning Beatrix waarin Zwagerman voorstelt om hem aan te nemen als wettige oudste zoon, zodat niet Willem-Alexander, maar hij haar opvolger zou worden.
Wie door het archief gaat kan niet anders dan concluderen dat Zwagerman niet alleen een groot schrijver is, die vanaf eind jaren tachtig eigenhandig het literaire veld heeft opengebroken, maar ook nog een groot denker, een vlijmscherp essayist, hobbyfotograaf, liefhebbend vader, brievenschrijver, stijlicoon en een niet onverdienstelijk kok, als je de knipselmappen met allerhande recepten erop naslaat. Daarmee is de vraag echter nog niet beantwoord waarom Zwagerman er nu al toe over is gegaan om zijn archief weg te geven en niet pas aan het einde van zijn leven (evenmin als de vraag waarom het letterkundig museum zijn gift in godsnaam heeft aangenomen). Waarschijnlijk voelde hij zelf al aan dat het alleen de hele grote gegeven is om niet al tijdens het leven te verzinken in vergetelheid en moet hij hebben vermoed dat hij zijn archief over dertig jaar alleen nog kwijt had gekund in een per maand te huren opslagruimte langs de A10.