Ik heb drie grote onbereikbare jeugdliefdes gekend. De eerste en onschuldigste was Mowgli (getekend, anorectisch Javaantje uit Jungle Book), de tweede en vreemdste was Gert Verhulst (dubieuze leider van het witte bolwerk Studio 100 en eigenaar van de hond Samson) en de derde en meest destructieve was jij, Angelina, ex-woesteling en voormalig veelbelovend actrice.
Dat het met Mowgli niets zou worden wist ik altijd. De cultuurkloof was te groot. Gert was bezet door een Belgische vrouw die Marleineke heette en tussen hem en mij is het dus ook nooit verder gekomen dan mijn kusjes op het tv-scherm. Maar jij en ik, Angelina, ik was ervan overtuigd dat het klopte. Je hield van vrouwen, je hield van auto’s, je hield van deprimerende films over verslaafden en borderliners. Net als ik. Zoals wij waren er weinig.
Het begon precies tien jaar geleden in een vervallen bioscoop in de vuilste badplaats van Vlaanderen, Oostende. Ik was dertien en zag Gone in sixty seconds, een matige remake van een matig seventies hitje, maar dat maakte niet uit want daar was jij: hees, heet, van top tot teen in leer en besmeurd met motorolie . Als het niet donker was geweest had iedereen kunnen zien dat ik rood aanliep en me zowat verslikte in mijn popcorn. Zwevend over de gore straten van Oostende besefte ik die avond dat er iets bijzonders aan de hand was.
Onmiddellijk huurde ik je complete vroege oeuvre (niet alles tegelijk natuurlijk want dat zou opvallen). Ik moet wel drie keer naar Hackers gekeken hebben want ik herinner me dat ik mijn legergroene Eastpak op een dag versierde met de pathetische leus: ‘Mess with the best, die like the rest’ in dikke zwarte marker. Ook de band van Girl Interrupted begon al snel slijtage te vertonen, vooral daar waar jij, vierentwintig, oogverblindend en zo gek als een deur, Winona Ryder op de mond kust. Ik moet je bekennen dat ik soms wel vier keer per dag beschaamd op mijn kamertje naar die hemelse drie seconden keek. Je kunt je voortstellen dat ik dagenlang het huis niet meer verliet toen ik eindelijk een toen nog zeldzaam video-exemplaar bemachtigde van Gia waarin je zo beangstigend overtuigend een crackverslaafd, biseksueel supermodel vertolkte.
Het waren mooie tijden, Angie. Ik leerde dat je ook in het echt geen lieverdje was. Je droeg het bloed van je partner in een hanger om je nek, je liet je mooie lijf volledig ondertatoeëren, je zoende je broer tijdens de Oscars en je had een affaire met een Japans ondergoedmodelletje. Je was underground en ik, dertien, onaantrekkelijk en pijnlijk puberaal, begreep je. Toen ik ergens las dat je messen verzamelde, zeurde ik net zo lang tot mijn moeder een Amerikaans zakmes voor me kocht, dat ik stiekem naar school meezeulde in mijn bekladde rugzakje.
Waar het precies is misgegaan, lieve Angelina, weet ik niet. Ik vermoed dat het rond het verschijnen Tomb Raider geweest moet zijn, toen ook het grote publiek in Nederland je in de smiezen begon te krijgen. Steeds vaker werd je het gespreksonderwerp van mijn hitsige vriendjes. De jongetjes vonden je gelukkig vaak wat eng, maar de meisjes begonnen zonder uitzondering jouw naam te roepen als ze gevraagd werd welke vrouw ze opwond. Het vrat aan me, Angie, ik wilde je niet delen.
Met de jaloezie viel echter nog te leven. Zelfs toen je tijdens de opnames van Tomb Raider besloot om je eerste zoon te kopen, wist ik me over mijn wrok heen zetten. Het Cambodjaanse jong kon er immers ook niet veel aan doen. Je plotselinge ambities om de wereld te redden probeerde ik aanvankelijk te interpreteren als deel van je anarchie.
Toen Jennifer Aniston een aantal jaar geleden huilend in het nieuws verscheen en duidelijk werd dat jij dat verdriet had veroorzaakt, was ik geschokt. Niet alleen omdat ik die lieve Jennifer, net als de rest van de wereld, een warm hart toedraag maar vooral omdat ik me onmogelijk kon voorstellen dat jij, duistere schoonheid, jezelf had kunnen geven aan de leegste der lege vaten, de vleesgeworden blondheid, de gespierde mascotte van het huidige Hollywood. Met elke nieuwe aanwinst in jullie kwartetspel van wereldweesjes, groeide mijn teleurstelling, Angelina. Even hoopte ik nog dat je een spelletje speelde met Brad om hem vervolgens voorgoed verknipt terug te sturen in de armpjes van een andere Barbie. Maar het bleek menens want binnen afzienbare tijd was jij zwanger van de ultieme baby.
Het komt niet meer goed, dat begrijp ik nu. Toen je me gisteren op Times Square vanaf een gigantisch billboard aanstaarde als Salt, je nieuwe actierol, realiseerde ik me dat ik niets meer voelde. Brads blanke vla-syndroom is blijkbaar besmettelijk. Je blik is leeg geworden, je magere ledematen zijn, zoals dat gaat bij paparazzislachtoffers, vergroeid geraakt met Starbucks bekers en winkeltassen. Mij zal je echter niet vinden tussen de aasgieren die bloeddorstig wachten op je onafwendbare ondergang. Ik hoop dat je gelukkig bent, Angie.
NP