Onder de weinige voordelen van het afgeleefde, benauwde hok waar hij woonde, rekende hij het uitzicht. Zijn raam keek uit op de achterzijde van de Theaterschool. Zeker acht grote repetitieruimtes, vier per verdieping, waren voorzien van raampartijen die van plafond tot vloer liepen en dus een volledig uitzicht boden op de activiteiten binnen. Er werd toneel gespeeld, maar vooral ook gedanst. Moderne dans, klassiek ballet, street dance, van alles. Geregeld zette Marius zelf een muziekje op en keek dan naar buiten, naar de overkant, in de hoop dat de ritmes van de dansers en het ritme van zijn eigen muziek op zeker moment zouden samenvallen, dat de meisjes en de sporadische jongen aan de overkant op de maat zouden dansen – wat nu en dan gebeurde.

Vroeg in september, aan het begin van het schooljaar, was ze hem voor het eerst opgevallen. Een sierlijke gestalte die zich onderscheidde van haar jaargenoten doordat ze gewichtloos leek. Ze zweefde door de dansstudio, fladderde als door een straalmotor aangedreven van de ene kant van de zaal naar de andere, sprong zo hoog dat de zwaartekracht niet leek te bestaan in het glazen aquarium waar Marius nu steeds vaker zijn blik op richtte. ’s Avonds, wanneer zij als enige nog lang na de reguliere lessen bleef doorrepeteren, doofde hij de lichten in zijn woning en begluurde haar met een verrekijker.

Hij begon het theaterschoolcafé, aan de voorkant van het gebouw, te bezoeken. Voorheen kwam hij hier nooit, maar nu toch zeker om de dag. In de eerste week van december raakte hij voor het eerst met haar aan de praat, over een studentenvoorstelling die in januari zou plaatsvinden. In de tweede week van december dronken ze samen een middag lang espresso’s en vertelde zij over haar jeugd, hoe zij als vijfjarig meisje al ballerina wilde worden en die droom altijd was blijven najagen. Hij vroeg naar haar naam, ze bleek Natalia te heten (of eigenlijk Natalie, maar ze vond Natalia meer als de naam van een danseres klinken). In de derde week van december vroeg hij naar haar plannen voor de Kerst. Die had ze niet. Haar ouders, die in een dorp vlakbij Utrecht woonden, kon ze niet luchten. Ze bleef in de stad, waar ze tot nu toe nog bijna niemand kende.

Marius raapte al zijn moed bij elkaar en vroeg haar of ze zin had om met hem iets te eten op Eerste Kerstdag. Hij had zelf namelijk ook geen plannen.

‘Ik weet het niet,’ zei ze. ‘Ik ben niet zo van de kerstdiners.’

‘Ik ook niet, ik ook niet,’ zei hij. ‘Daarom juist. Zie het als een tegendiner. Een antikerstdiner.’

Op Eerste Kerstdag stond ze om 19.00 uur stipt voor zijn deur. Het eerste wat haar opviel toen hij haar had binnengelaten, was het uitzicht. ‘Je kunt hier alles zien!’ riep ze uit, en hij wist niet of hij schrik of verrukking in haar stem moest beluisteren. Ze had een fles witte wijn bij zich, hij had drie flessen champagne in huis gehaald. Het tafeltje waar gewoonlijk een berg computeronderdelen op lag opgetast, had hij leeggehaald en aan het raam gezet, met uitzicht op het water (en de verduisterde Theaterschool).

Eerste gang: bietenschijfjes op plakjes mozzarella, op een bedje van rucola en veldsla. Zwijgend prikten ze hun vorken in het eten. Toen hij zelf al bijna klaar was, viel het Marius op dat Natalia alleen de bietjes en de sla at, maar de mozzarella liet liggen.

‘Hou je niet van mozzarella?’ vroeg hij.

Ze schudde haar hoofd. ‘Jawel. Maar anders heb ik straks geen trek genoeg meer voor het toetje.’

‘Het toetje? Dit is nog maar het voorgerecht. Ik heb een zesgangenmenu in de planning staan.’

‘Het spijt me heel erg, maar ik ben gewoon niet zo’n grote eter.’

Natuurlijk. Het dansen. Alles in haar leven draaide om het dansen, haar hele persoonlijkheid en al haar gedrag stonden in dienst van haar carrière. Eten was zondig, eten was een belemmering op het pad naar de top.

‘Ik begrijp,’ zei hij, ‘dat het voor jou als danseres heel belangrijk is om op je voeding te letten… maar het is wel Kerstmis. Denk je niet dat je je één dag van het jaar mag laten gaan? De boog kan toch niet altijd strakgespannen staan?’

‘Ik kan dat echt niet doen. Of ik zou na elke gang alles uit moeten kotsen, en zo ben ik niet. Ik ben geen zieke, ik let gewoon zorgvuldig op mijn dieet.’

‘Ik eet ook niet elke avond een zesgangendiner. Ik volg geen dieet, je kunt me ook niet bepaald dun noemen, maar ik prop me echt niet elke avond vol. Maar soms moet je gewoon eens durven afwijken van je normale gedrag.’

Natalia staarde met een verongelijkt gezicht naar haar bord, hief haar ranke armpje en krabde op haar hoofd, precies onder het knotje waarin ze haar zwarte haren had samengebonden.

Ze keek op. Marius voelde een mentale siddering door zich heengaan toen ze haar priemende blauwe ogen op hem richtte.

‘Waarom wijk jij dan vanavond niet van je gewone gedrag af?’

‘Hoe bedoel je?’

‘Ik zeg niet dat het moet, maar je zou kunnen overwegen om vanavond mijn dieet te volgen en heel weinig te eten.’

Haar redenering, moest Marius toegeven, kende een zekere logica, en toch leek het absurd, misschien wel ondoenlijk, om haar verzoek in te willigen. ‘Daar is toch weinig vreugdevol aan?’ zei hij, het enige verweer dat hem te binnen wilde schieten.

‘Nee, oké. Maar je zou er ook een mooie kerstgedachte in kunnen zien. Zo weinig mogelijk eten op Eerste Kerstdag, om je solidair te betonen met de hongerigen in de wereld.’

Marius zuchtte. Tegen zoveel volharding kon hij niets uitrichten. Hij voelde zich ineens behoorlijk misselijk, ook al had hij expres niet geluncht met het oog op het diner. De salade was klein en licht, daar kon hij toch niet zo vol van zitten? Hij stond op en liep naar het kleine keukentje om uit de koelkast de champagnefles te pakken. Of zouden daar ook teveel calorieën in zitten? Van de bubbels kon je in ieder geval lekker boeren, dat zou hem vast opluchten.

Hij liep terug naar het tafeltje, schonk hun beider glazen opnieuw vol en kreeg een ingeving.
‘Weet je,’ zei hij, terwijl hij ging zitten, ‘we zouden natuurlijk ook allebei iets kunnen doen wat afwijkt van ons normale gedrag.’ Ze keek hem niet-begrijpend aan.

Hij vervolgde zijn plan. ‘Ja. We gaan heerlijk eten. We proppen ons helemaal vol zonder aan gewicht of calorieën te denken. En na elke gang kotsen we het allebei uit, wat we gegeten hebben. De hongerigen in de wereld hebben er toch niks aan als wij dat diner niet opeten. Dan moet ik het weggooien, en dat is pas echt zonde. Dan hebben we er niet eens van genoten.’

Natalia leek even uit het veld geslagen, grinnikte toen en begon te knikken. ‘Ja,’ zei ze, en nog eens: ‘Ja.’ Ze pakte haar vork op en prikte die in de plakjes mozzarella die ze had laten liggen. Toen ze ze allemaal aan de vork geregen had, sperde ze haar mond wijdopen en propte alles naarbinnen. Ze kauwde nauwelijks voordat ze doorslikte. Een slok champagne en toen zei ze: ‘Lekker is dat, zeg. Nu wil ik heel even nagenieten van de smaak, en dan moet alles er weer uit.’

Vijf minuten later zaten ze allebei geknield op de vloer, waar Marius een afwasteiltje had neergezet. Hij gaf Natalia een voorzichtige kus op haar wang en bracht toen zijn rechterhand naar haar gezicht. Zijn vingers liet hij over haar kin gaan, zijn wijsvinger streelde over haar lippen, en toen opende zij haar mond. Hij liet de wijsvinger naar binnen glijden, langs haar tanden, over haar tong. Het wond hem vreselijk op, die warme natheid van haar mondholte. Zijn vingertopje stuitte op het zachte lelletje achterin haar mond, hij kietelde er even aan en toen duwde hij de vinger nog verder bij haar naar binnen. Natalia’s schouders en hals begonnen te schokken, hij voelde hoe zij in een reflex naar achteren week, maar hij bracht zijn linkerhand naar haar rug en duwde haar met zachte dwang voorover. Nu ze boven het teiltje hing, bood ze geen weerstand meer. Ze kokhalsde, en toen voelde Marius de eerste warme golf langs zijn wijsvinger spuiten met een verbazingwekkende intensiteit.

Toen ze was bijgekomen draaiden ze de rollen om. In eerste instantie vond hij het onaangenaam, die vreemde vinger in zijn mond, zout en knokig. De tranen sprongen in zijn ogen toen de vinger voorbij zijn huig gleed, hij voelde hoe zijn lichaam weerstand bood maar Natalia had hem stevig in haar greep, hij kon niets anders doen dan vooroverbuigen en laten gebeuren wat er moest gebeuren. Toen het uit hem spoot en hij zag hoe zijn braaksel zich met het hare vermengde, liepen zijn ogen opnieuw vol tranen, maar deze keer waren het tranen van geluk.

‘Dit heb ik nog nooit met iemand gedaan,’ zei Natalia, nadat ze allebei hun mond met water hadden gespoeld en weer plaats hadden genomen aan het tafeltje bij het raam. ‘Ik ook niet,’ zei Marius, terwijl hij haar gezicht in zijn beide handen nam en haar gretig op de mond zoende. Hij liet haar los en fluisterde: ‘En we hebben nog vijf gangen te gaan, liefje.’

Het was de meest romantische kerst die hij ooit had meegemaakt.

JO

Archief