(Dit weekend toont PC/HP De Tijd u de literaire pikorde van de 20 minst betekenende spelers in het Nederlandse literaire veld. Deel 4)
1. Paul Sebes
Bekend van zijn literair agentschap Sebes & Van Gelderen, en het boek Hoe schrijf ik een bestseller. Onbekend van goede smaak, literair inzicht en heteroseksualiteit. Ondanks dat het alfamannetje in boekenland. Heeft een monopolie afgedwongen op de markt van literair agenten, volgens ons omdat het een beroep is dat hij zelf heeft verzonnen.
5. Petro
Sympathieke barman van café de Zwart. Heeft meer schrijvers dronken gezien dan het interieur van de stadsschouwburg. Maakt er een sport van om bij het rondbrengen van bestellingen zijn clientèle te vergasten op dubbelzinnige opmerkingen. ‘Hier is jullie schaaltje leverworst jongens, zal ik die van mij ook eens laten zien?’ en ‘wie kan mijn fluitje even overpakken?’ zijn klassiekers in de reeks, maar wie tot sluitingstijd blijft, hoort allicht wat uit zijn nieuwe repertoire.
4. Bastiaan Bommeljé
Welbespraakt hoofdredacteur van literair-cultureel tijdschrift Hollands Maandblad. Haalt meer subsidie binnen dan een rehabilitatieprogramma voor seropositieve anorexialeprozen met een persoonlijkheidsstoornis. En dat terwijl de doelgroep in aantal niet eens zoveel verschilt.
3. Thomas Vaessens
Hoogleraar Moderne Letterkunde aan de UvA. Schreef het boek De revanche van de roman, een pleidooi voor geëngageerde literatuur. Werd opvallend genoeg uitsluitend positief besproken door vrouwelijke critici. Pleit daarnaast samen met Beau van Erven Dorens voor een twee-knoopjes-losBefehl op overhemden.
2. Anne Frank
Debuteerde halverwege vorige eeuw zeer veelbelovend. Met haar no-nonsense weergave van meisjesproblematiek in onopgesmukt tienerproza wordt ze gezien als de natuurlijke voorloopster van literaire vakzusters als Renske de Greef en Hanna Bervoets. Was destijds een grote belofte, maar er is al enige tijd niets meer van haar vernomen. Vermoed wordt dat ze te kampen heeft met een writers block.