De beroemde rapper Rapper dan Rap werd ver na het middaguur wakker in zijn slaapkamer, waar de shine van zijn vele trofeeën, uitgestald in een hele dure designkast, weerkaatste op de witte muren. Toen Rapper dan Rap zijn ogen open deed, dacht hij voor een moment dat hij twee keer meer prijzen had binnengesleept dan hij altijd had gedacht, maar de pneumatische hamer in zijn hoofd deed hem beseffen dat hij waarschijnlijk nog dubbel zag van de V-formatie grijze ganzen die hij gisteravond soldaat had gemaakt.
Met het verkeerde been stapte Rapper dan Rap uit bed. ‘Au! Krak!’ klonk het onder zijn voetzool vandaan. ‘Kanker.’, dacht ie, toen hij het nog warme eierstruif van het vermorzelde lichaampje van Eitje onder zijn voet vandaan voelde stromen. Op gevoel vervolgde hij zijn weg. Tien keer ‘Au! Krak!’ en tien krachttermen later had hij de hele familie Ei vermoord en de douche bereikt.
De warme stralen uit de vergulde regendouchekop deden hem goed. De pneumatische hamer in zijn hoofd werd ingeruild door een bonte specht. Nog steeds geen feestje, maar het was ontegenzeggelijk een verbetering en nu kon hij in ieder geval zijn ogen weer open doen. Rapper dan Rap bekeek zichzelf in de spiegel. Onder zijn ogen hingen twee lappen van donkergrijs vlees en over zijn gezicht liepen diepe feestgroeven. Als je daar met een naald doorheen zou gaan, zou je de laatste platen van gister nog kunnen horen nagalmen. Op zijn bovenlip zat nog een klein beetje wit, zoals de laatste restjes sneeuw in de berm na twee weken dooi.
‘Godverdomme Rappie.’, zei hij tegen zichzelf in de spiegel, terwijl hij zijn gouden tand indraaide. ’31 jaar, en nog gedraag je je alsof je zestien bent. Het moet maar eens afgelopen zijn met dat eindeloos gefeest. Je wilt toch zeker niet eindigen als Extince?’ ‘Godverdomme zeiksnor.’, sprak de spiegel terug. ‘Je kunt niks anders Rappie. In feite kun je niet eens rappen, maar dat lijk niemand te merken, dus wees Magic Mic daar maar gewoon dankbaar voor en ga vooral niet lopen klagen over hoe zwaar je het hebt, Prinsje Partyland van niks.’ ‘Maar als ik niet kan rappen, en ik ben al acht jaar de number fucking one MC van dit land, dan kom ik toch met alles weg?’ De spiegel zweeg.
Rapper dan Rap haalde hem van de muur en liep naar zijn eettafel, die sporen vertoonde van een heftige avond. Van een van de poten was alleen nog een verkoold stompje over en over het hele tafelblad gleden MDMA-kristallen door glijbaantunnels van biljetten van honderd euro. Twee Disco-biscuits waren aan het jongleren met flessen feuf en GHB-buizen en in de kroonluchter boven de tafel hing een trillende string met hoogtevrees. Met één ferme veeg van de spiegel maakte Rapper dan Rap een einde aan de after van de after. Hij legde de spiegel op tafel, haalde uit de binnenzak van zijn kamerjas een klein envelopje glinsterend sterrenstof en maakte met zijn Jimmy Whoo-vippas een flinke lijn op de spiegel. Uit dezelfde binnenzak nam hij een pijpje, gemaakt uit de ellepijp van een O.D.-badbitch uit de provincie en snoof de lijn op. Hij klapte zijn laptop open en begon te typen.
Vier uur later keek Rapper dan Rap op van zijn scherm. De sterrenstof was uitgewerkt en de bonte specht had weer zijn intrek genomen in het hoofd van onze rapper, waar hij als een bezetene gaten aan het pikken was in de hersenstam. Met samengeknepen ogen las hij terug wat hij geschreven had; een verhaal over de afzat-knalavonturen van Faber Wilhelm. Het was niet slecht, ook niet briljant, maar hij had geen zin meer en belde een Italiaanse traiteur. ‘Ja Rapper dan Rap hier. Doe maar iets met vlees en vis, vitello tonnato ofzo.’ Hij at in bed en viel al snel in een diepe slaap.
De weken die daarop volgden leed Rapper dan Rap een voor zijn doen bijzonder regelmatig leven. Hij stond op, nam een lijntje van zijn sterrenstof en typte in een uurtje of vier een verhaal. Dat was meestal niet waanzinnig goed, maar hij verveelde zich snel en weigerde er nog eens naar te kijken. Daarna belde hij de Italiaanse traiteur, bestelde vitello tonnato en ging na de maaltijd weer zijn bed in. Elke keer dat hij wakker werd was de geur van de rottende lichaampjes van de familie Ei intenser geworden.
Toen hij achttien verhalen af had, belde hij een uitgever op. ‘Met Rapper dan Rap, de rapper. Ik heb een boek geschreven.’ Het stagemeisje dat de telefoon had opgenomen viel flauw. Rapper dan Rap hoorde hoe ze werd afgevoerd en de telefoon weer werd opgepakt. De uitgever zelf ditmaal. ‘Yo, Rapper dan Rap aan l’appareil. Ik heb een boek geschreven.’ In de ogen van de uitgever verschenen dollartekens, wat niet lag aan de snoepjes die hij de avond tevoren naar binnen had gegooid. ‘Rapper dan Rap? Rap de Rapper? S. Snuif?, de number fucking one MC van dit land?’, vroeg de geldwolf. ‘Ja Rapper dan Rap, Fabelflow, R. vrije-uitloop-ei, Reichskanzler Rap, noem me hoe u wilt, ik heb een boek geschreven.’ ‘Dat is prachtig! Wat voor boek is het? Heeft u al een titel bedacht?’ ‘Het is een verhalenbundel. Sjeumig moet het heten. Ik moet nu weg, want ik heb al in geen twee weken de bloementjes even flink buiten gezet, maar ik stuur het u toe. Doet u mijn voorschot maar contant. U vindt me wel.’
Rapper dan Rap hing op en mailde zijn boek naar de uitgever. Hij schoot zijn denim uit Parijs aan, strikte zijn Desert boots en pakte zijn bloemen, die er inderdaad uitzagen alsof ze wel wat zonlicht konden gebruiken. Hij wierp een laatste blik in de spiegel en trok met zijn vrije hand de deur achter zich dicht.
Pepijn Lanen – Sjeumig (Ambo-Anthos €16,95)