In 1993 zegt Joost Zwagerman over Prince dat hij het ‘een hoerige relnicht’ vindt, alsmede een ‘eunuchachtige geilneef’. [GECENSUREERD]. Twintig jaar later is Zwagerman een man die de ene na de andere streng van woedende mailtjes braakt op een klein satirisch blad dat twee stukken schrijft die hem niet bevallen.

Polemiek lijkt iets dat hij graag verdedigt als het hem uitkomt, maar ook graag met het gestrekte been onderuit knalt als hij er minder fraai in voor de dag komt. Nu is PC een speler met meer rode kaarten dan Nigel de Jong, dus als Zwagerman het zo wil spelen kan ‘ie het [GECENSUREERD] krijgen ook. Propria Cures gaat in de ogen van Zwagerman verschrikkelijk over de schreef met een artikel dat het subsidiegedrag van Joost Zwagerman bevraagt. Een rectificatie wordt afgedwongen, en Propria Cures zet de zaak recht. Een geste die overigens in latere mails weer belachelijk wordt gemaakt door Zwagerman. Misschien dat hij nu begrijpt hoe Arjen Peters zich voelde in 2006, toen Zwagerman ‘een klassieke strafexpeditie’ (Max Pam) ondernam omdat Peters ‘met gespleten pen’ zou schrijven, onder andere omdat hij de roman van de redacteur van zijn vrouw positief had besproken. Jezelf in een positie begeven, waarin het beroep van je vrouw insinuaties oplevert over je eigen integriteit, dat is natuurlijk een misstap van formaat.

Vorige week verwijderde PC een bloemlezing uit mails die Zwagerman vorig jaar naar de redactie stuurde. Dit deden wij, omdat Zwagerman van mening was dat wij niet mochten citeren uit correspondentie die hij nota bene zelf instuurde, en bereid was dat voor de rechter uit te vechten. Daar hebben wij helaas helemaal geen geld voor, want studentenblaadjes krijgen nu eenmaal geen beurs van het Letterfonds omdat ze chronisch ziek zijn. Dat Zwagerman die mails verwijderd wilde hebben, vindt de redactie niet verwonderlijk. Er staan heel wat taal- en spelfouten in de mails, dat wil je natuurlijk niet op straat hebben liggen, zeker niet als je jezelf als schrijver presenteert, terwijl het blijkbaar je redacteur is die het zware werk doet.

Destijds kozen wij er voor niet uit de mails te citeren, [GECENSUREERD] naar wij tegen Zwagerman zeiden ‘uit piëteit’. Elke idioot snapt dat we daar ‘medelijden’ bedoelen en slechts ‘piëteit’ schrijven uit piëteit (ook hier bedoelen we dus ‘medelijden’, welbeschouwd zijn die twee synoniem). Volgens Zwagerman zouden we dit principe van piëteit hebben verloochend, door nu wel tot publicatie over te gaan. Niks daarvan. Je beklag doen over die dekselse rakkers die zo naar over je schrijven, wekt medelijden op. Respect? Nee, maar medelijden: zeker.

Welnu, als meneer de schrijver zichzelf en zijn leven zo vol acht, dat ‘ie het in z’n volledigheid ter beschikking stelt aan Wie Het Maar Lezen Wil, terwijl hij zich nog nimmer in het autobiografische, dan wel het brievengenre heeft laten gelden, dan vervalt dit medelijden. Als je werkelijk zo denkt over jezelf Joost, dan kun je onze publicatie [GECENSUREERD] niet anders zien dan een ontmoeting in deze pretenties en een achting van jou als een man waarvan voorspeld is dat hij de volgende Mulisch zou zijn. Ware het niet dat de Neus de schaamte op kon brengen autobiografie te verachten.

Wat we moeilijker kunnen begrijpen, omdat die mooie vlieger van het wederrechtelijk citeren hier niet opgaat, is dat de advocaat van meneer Zwagerman ons ook sommeerde om de alinea voorafgaand aan deze citaten te verwijderen, een alinea geschreven door redacteur TM, waarin dat hele voorval rond het Letterenfonds nog eens werd samengevat, en de rectificatie die we deden juist nog eens werd onderstreept. Als je onze tegemoetkomingen censureert wordt het wel heel erg makkelijk demoniseren, Joost! [GECENSUREERD]
Daarom volgt nu een alinea van gelijke strekking met nóg beter grappen.

Het archief van Zwagerman zit, als hij tenminste niet alleen zijn sympathieke kant laat zien (maar in dat geval is de vraag hoe hij in godsnaam tien strekkende meter vol heeft gekregen), vol met krankzinnige mailtjes gericht aan eenieder die ook maar iets heeft gezegd wat de beste man niet aanstond. Hij mag ons bijvoorbeeld nog dankbaar zijn dat we niet schreven over de mail die we kregen op Valentijnsdag, waarin Zwagerman onze intelligentie in twijfel trekt. Dan, iets voor twee uur ’s nachts, weer een mail waarin het door de bank genomen diepe en zelfverzekerde stemgeluid van DD wordt vergeleken met dat van een angstig, onderkoeld klein meisje. Vijf minuten later nog een mail, met zulke grove beledigingen dat we ze niet eens zouden durven herhalen, al zouden we het mogen. Nog eens vijf minuten later opnieuw een bericht, wederom worden er twijfels geuit over onze geestelijke gezondheid, dreigende ondertoon. Tien
minuten later, tot twee maal toe wordt de naam van DD verkeerd gespeld (wie is er nu dom, Joost?). [GECENSUREERD]. Enfin, u krijgt een beeld, iets met een lijnenspel, en dan doelen we niet op het onvolprezen werk van Malevich.

In een brief die bol staat van de quasi-juridische grootspraak smijt de advocaat van Zwagerman, ons de meest lelijke dingen naar het hoofd. Zo zouden wij niet alleen verantwoordelijk, maar ook nog eens aansprakelijk zijn voor de bedreigingen die aan het adres van Zwagerman en de zijnen zouden zijn gericht. Behalve niet onderbouwd en een aperte leugen is dat ook bijzonder kwetsend (heet dat niet smaad en laster?). Hoewel kwade tongen wel eens anders beweren zijn wij een volstrekt [GECENSUREERD]
vredelievend blad, en hebben we nooit iemand bedreigd of anderen daartoe opgeroepen. Sterker, wij hebben juist de grootst mogelijke afstand gedaan van wat andere idioten in hun hoofd halen.

[GECENSUREERD]

Propria Cures is er niet op uit om een hetze tegen Joost Zwagerman te voeren, zoals we er ook nooit op uit waren om een hetze tegen Harry Mulisch te voeren. Het doet een beetje pijn om Joost Zwagerman met Harry Mulisch te moeten vergelijken, maar goed, dat hebben we aan onszelf te danken (en aan Mulisch, die er mee is begonnen. Damn you Mulisch.) Harry begreep het: hoge bomen vangen veel wind, en PC is die stevige zuidwester die je wind tegen geeft op weg ergens naartoe en, tegen alle meteorologische wetten in, op de weg terug ook.

Tragisch, dat wij nu moeten erkennen, dat Harry Mulisch iets goed begrepen had. Dat is nou echt jouw schuld Joost, dat we Mulisch moeten prijzen om nota bene zijn zelfrelativerend vermogen. Had hij in jouw schoenen gestaan, hij zou ons een bijdrage doen toekomen, waarin hij scherp, snedig en met gevoel voor zelfspot uit de doeken doet, waarom de zittende redactie hem, zijn donatie aan het Letterkundig Museum en bij uitbreiding eigenlijk het leven zelf niet heeft begrepen. Daarnaast zou hij eloquent [GECENSUREERD]. Die bijdrage zouden wij dan grootmoedig plaatsen op de voorpagina, en bovendien delen op de sociale media die zo bepalend zijn in het hedendaagse medialandschap. Zo had het kunnen zijn, maar jij wilde het anders.

En natuurlijk hadden we niet per se weer over die hele affaire hoeven beginnen, en jij had ook je caféfoto’s met vrienden niet uit hoeven laten smeren over twee pagina’s in de Volkskrant, maar je mag het wel, het is je goed recht. Hooguit schrijven we dat we het een stuitende kermis van egomanie vinden, maar wij zullen nooit een poot uitsteken om jou dat te verbieden. Helaas is het omgekeerd blijkbaar niet zo.

Archief