Het schijnt dat Geert Wilders zich de laatste tijd wat onveilig voelt, ondanks de extra maatregelen die zijn beveiligers in deze bange tijden hebben getroffen. De Quarter Pounders die hij bij de MacDrive bestelt, moeten voor consumptie langs een metaaldetector. De bosjes bloemen die blonde kinderen hem geregeld toewerpen worden door zijn lijfwachten afgeweerd met ballistische schilden. Zelfs op de begraafplaats van zijn trouwe kat Lola patrouilleren nu dag en nacht vier zwaarbewapende militairen. Het mag allemaal niet baten: het unheimische gevoel blijft. Met name in de buurt van Vicky Maeijer lijkt het erger te worden.

 

Vicky Maeijer is het grootste politieke talent van de PVV: ze is 1 meter 85 lang en minstens zo breed. Haar nu al mythisch geworden kin doet niet alleen een verwantschap met het Habsburgse vorstengeslacht vermoeden, ook Disney’s Gaston moet ergens in de bloedlijn zitten. Het staat voorop dat Maeijer een gezonde Hollandse vrouw is. Ze draagt colbertjes die als korsetten om haar bovenarmen zitten. Als ze naar de kermis gaat, laat ze haar boksbeugel nimmer thuis. Haar Amerikaanse pitbulterriër heeft netjes een muilkorfje om. Dion Grauss noemde haar al ‘onze zeemeermin’, waarschijnlijk in een poging haar te vriend te houden. De enige overeenkomst tussen Maeijer en een zeemeermin moet berusten op het vermogen om onder water lang de adem in te houden.

 

Juist mensen die je angst inboezemen, zijn in staat je te beschermen. Dat zal ook Geert Wilders hebben beseft toen hij de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen samenstelde. Wat dat betreft heeft hij aan MS-patiënt Fleur Agema, de gedoodverfde nummer twee, een hele slechte. De vraag om een sterke man of vrouw op de derde plaats was geboren, en Vicky Maeijer torende met kop en schouders boven de overige kandidaten uit. Martin Bosma werd te intellectueel bevonden, en bovendien te omstreden vanwege zijn verleden bij R&B-zender Colorful Radio. Dion Graus werd ongeschikt geacht omdat hij regelmatig als elf verkleed over de Heerlense heide struint. Nee, de dubbelfunctie van persoonlijke lijfwacht en parlementariër leek maar één mens op het lijf geschreven te zijn: een dertigjarige blondine uit Krimpen aan den IJssel.

 

De PVV is, afgezien van hardcoretempel de Outland in Rotterdam, de enige werkgever die Vicky Maeijer ooit heeft gehad. Ze begon als stagiair en klom al snel op tot beleidsmedewerker van Tweede Kamerlid Raymond de Roon. Na enkele jaren ploeteren in de marge viel haar de eer ten deel om de PVV te vertegenwoordigen in het Europees Parlement. Een eer die naar PVV-maatstaven zo groot is, dat geen enkel partijlid zich ooit vrijwillig beschikbaar heeft gesteld. Een overplaatsing naar Brussel staat gelijk aan deportatie naar de strafkolonie. Zo kwam het dat Vicky Maeijer op een ochtend voor het eerst de grenzen van het Nederlands grondgebied overschreed. Voor de eerste keer in haar destijds al zeventwintigjarige leven voelde ze de emotie die ze kende uit films: angst. Het besef dat ze uitgezonden was met een eervolle taak, het dienen van haar land, deed haar met opgeheven kin uitstappen op station Bruxelles-midi. Met haar rolkoffer achter zich aan liep ze naar het appartement waar ze haar tweejarige ballingschap zou uitzitten. Op het lege bureau zette ze twee foto’s neer: een van Terry, met muilkorfje, en eentje van Geert. Een dekbed was blijkbaar niet bij de huur inbegrepen, en zo viel ze die eerste nacht onder de Nederlandse vlag, die ze gelukkig niet was vergeten, in slaap.

 

De verbanning naar Brussel heeft met Maeijer niet gedaan wat de PVV-top gehoopt had. Het Australië-effect is uitgebleven: na twee jaar keerde Maeijer niet met een gezond kleurtje en een relaxte vibe huiswaarts, maar met de dictie van Geert Wilders en de spiermassa van zijn beveiligers. Brussel baarde een monster. De PVV had kunnen bedenken dat het sociaal isoleren van een jonge vrouw in een omgeving waar ze de taal niet spreekt, waar ze weigert te integreren, maar kan uitlopen op één ding: radicalisering. Twee jaar lang sleepte Vicky zich elke dag in de nationale klederdracht van de Wehkamp-catalogus, waaruit goddank ook vanuit Brussel te bestellen was, naar het Europese Parlement. Tijdens de lange debatten over wetswijzigingen die ze niet kon verstaan zocht ze contact met landgenoten op het forum van Stormfront. Eens per maand hield ze haar verplichte redevoering van anderhalve minuut voor een grotendeels lege zaal. De twaalf zinnen die samen haar betoog vormden dreunde ze in het Nederlands op van een a4-tje. “De discussie over zwangerschapsverlof dient plaats te vinden in de nationale parlementen. Niet in dit fopparlement.” “Vandaag bespreken we de migratieagenda. Een flutstuk eerste klas.” “Nederland en tien andere landen trokken een gele kaart, en kregen een middelvinger terug uit Brussel.” Maeijer toonde zich, precies zoals de meeste migranten, roomser dan de paus. Alle talent begint met talent voor imitatie, maar tijdens haar Brusselse isolement leek Vicky Maeijer het stadium van aemulatio al te hebben bereikt.

 

Na twee jaar dwangarbeid in de strafkolonie heeft Maeijer haar trouw aan de partij voldoende bewezen. In de vrouw die terugkwam is het meisje dat in 2014 op de trein werd gezet niet meer te herkennen. Het beest uit Brussel is definitief ontketend. Met de toewijzing van de derde plek op de kieslijst is haar missie voor volk en vaderland geboren: het tot bloedens toe beschermen van haar veldheer. Het is niet de vraag óf Maeijer kogels voor Wilders gaat vangen, het is de vraag hoeveel het er zullen zijn. Ze zal pas van zijn zijde wijken, als hij er om smeekt.

 

MM

 

Archief