Er zijn van die mensen die pleiten voor meer straatrumoer: dat zijn idioten die nog nooit wakker zijn geworden van het geluid van een slijptol die stoepstenen doormidden klieft afgewisseld met de aankondiging van de nieuwste hit op 100% NL. Ik stikte liever in de geur van mijn eigen bierzweet dan naar dit lawaai te luisteren en deed mijn raam dicht. Nog erger dan de herrie van de werkende klasse (ja, zij wél) is het popiejopie geschreeuw in de literatuur. Het hele huis gebarricadeerd, stalen platen achter de ramen gelast, oude spiraalbodems tegen de voor- en achterdeur geschroefd, versterkt met bouwstempels die waren achtergelaten op een bouwplaats, én nog stond daar het platte vermaak in mijn woonkamer. Hoe? Dankzij een fikse schouderduw van het machtige judolijf van Peter Buwalda die mijn kleine wereld wilde onderdompelen in de stinkende geur van zaad en de straat. Maar dit stuk gaat niet over hem. Of toch wel? Ik snap het zelf ook niet meer.

Martijn Simons schreef het boek De Hollandse droom. Tenminste, zijn naam staat op de kaft, maar misschien is dat een stijlfiguur van een onbetrouwbare verteller. Ergens heb ik het vermoeden dat het personage Simons – of moet ik schrijven “Simons” – een ingehuurde acteur is met als doel om het werk van Buwalda beter te laten lijken. Want in De Hollandse droom is op zijn minst (en in tegenstelling tot schrijver/acteur/personage Simons heb ik wel gevoel voor understatement) de hand van de schrijver van Bonita Avenue te herkennen, maar dan wel als een persiflage van het echte werk. Alcoholarm bier, VVD-racisme om stemmen te winnen bij de Forumjugend: allemaal slappe aftreksels met als onbedoeld effect dat het verlangen naar het origineel toeneemt. In deze moeilijke tijden zijn uitgeverijen tot alles bereid om maar boeken te verkopen.

Hoofdpersonen in De Hollandse droom? De familie Keller: pater familias Rudolf, vrouw Marloes en onhandelbaar kroost Bram en Evi. Rudolf Keller is magistraat, heeft een schitterende carrière bij de rechtbank in Amsterdam en is lid van de PvdA. (Het boek speelt zich af in 2009, toen had die partij nog leden.) Hij wordt gevraagd voor een ministerspost. Siem Sigerius, een van de hoofdpersonen in Bonita Avenue, heeft ook een cv waar je u tegen zegt en wordt – hé, die zag ik niet aankomen – ook gevraagd om minister te worden. Beide mannen blaken van het zelfvertrouwen, hebben een fantastisch lichaam en plegen seksuele escapades met de vriendinnen van hun dochters. De Hollandse droom draait om het uiteenvallen van de familie Keller, een degeneratie die vooral wordt bewerkstelligd door ongelukkige samenlopen van omstandigheden en leugens. De familieleden hebben zo hun geheimpjes voor elkaar – buiten de deur neuken, een ghb-verslaving, opa zat bij de SS – en proberen dit web van postmoderne waarheden in stand te houden. Dat klinkt wel erg als Bonita Avenue; ‘want wat weten we van elkaar?’ is de hoofdzin van het boek van Buwalda.

Oké, ik hoor u zeggen dat dat toeval kan zijn – bestaat zoiets als toeval eigenlijk wel? – maar dat wordt lastiger vol te houden als – toevallig – toeval ook een steeds terugkerend motief is, net als in Bonita Avenue. ‘Een muntje opgooien om je leven naar de verdoemenis te helpen’: Simons. Siem Sigerius in Bonita Avenue: hoogleraar wiskunde en constant bezig met het tarten van het noodlot. 

Het laaghangend fruit laat ik maar even voor wat het is (de ghb-trips van Evi Keller zijn een parodie op de psychoses van Aaron Bever bij Buwalda, de criminele zonen en de gemanipuleerde rechtszaken in beide boeken lijken misschien toch een beetje op elkaar, de ongelukkige zelfmoord – oeps, spoiler alert – van Keller is een echo van die van Siem Sigerius), want ook op vlak van woordenschat is Simons wel erg bedreven in leentjebuur. Waar Buwalda de Tzumprijs kreeg voor de zin ‘hij was verpieterd op de kamer die hij huurde bij zijn oudtante in Overvecht, een buitenwijk met asbestflats, “dreven” in plaats van “straten”, en een eigen station met twee sporen om op te gaan liggen,’ heb ik het vermoeden dat Simons’ beschrijving van Kanaleneiland als ‘zelfmoordwijk’ niet in aanmerking gaat komen voor de originaliteitsprijs.

Is er dan helemaal niets authentieks aan dat boek van Simons (of wie er dan ook achter die naam schuil gaat)? Waar Buwalda inspiratie zocht in Bataille om seks in zijn boeken via de achterdeur naar binnen te brengen, wendde Simons zich tot science fiction. Er zijn weinig Nederlandse schrijvers in dit genre, dus er is weinig concurrentie, maar toch is de kwaliteit waarmee Simons zich tot koning te midden van zijn collega’s weet te kronen verbluffend. Rudolf Keller ontmoet zijn toekomstige partner in het voorjaar van 1975 (p. 56). Het is liefde op het eerste gezicht, etc. etc., en na enkele maanden (mei 1975) blijkt dat Marloes zwanger is (p.75). Condoom gescheurd, ongelukje, kan de beste overkomen (aan double Dutch deed men in de jaren 70 niet). Dat het échte liefde is blijkt uit het feit dat het stel besluit samen te blijven en onmiddellijk het burgerlijke pad op te slaan. Bijvoorbeeld door rijlessen te nemen, zo lezen we op pagina 35. In het jaar 1980, om precies te zijn. Ingenieus! Door zo met tijd te spelen en de hoofdpersonen door de jaren te laten reizen plaatst Simons een kritische noot bij het idee van lineaire tijd dat het denken van carrièrejagers domineert. 

En dat hier geen sprake is van een pijnlijke misser, zien we verderop in het boek. Evi belt in een waantoestand haar vader. ‘… dat ze hem uitgerekend op zaterdagavond om kwart over vier ’s nachts probeert te bereiken’ (p. 203). Rudolf vermoedt dat zijn dochter op het Utrechtse Zandpad is en neemt de auto ernaartoe: ‘Hoewel het een doordeweekse avond is, moet hij achterin de rij aanschuiven nadat hij […] linksaf de kade aan het Zandpad op draaide’ (p. 209). Mensen met een drugsverslaving weten inderdaad vaak niet welke dag van de week het is; hier laat Simons een ongekend sterk staaltje show, don’t tell zien.

Sommige mensen zullen beweren dat Simons met deze literaire ingrepen zich vertilt. Ik zie er wel toekomst in: laat die great Dutch novels over dinosauriërsbescherming ten tijde van het kabinet Thieme-V maar komen!

TD

Martijn Simons, De Hollandse droom. Lebowski, € 21,99.

Archief