BBAl heel lang geleden, ver voor mijn loopbaan als deskundige begonnen was, moest ik lachen om het type deskundige dat Koot en Bie ten tonele voerden. Vooral hun Oost-Europa kenner Dr. Clavan is de moeite van het terugkijken waard. Nu weten heel veel jongeren al niet eens meer wie Koot en Bie waren, maar in hun typering van de deskundige waren ze hun tijd ver vooruit.Ik ben een deskundige, schijnt het. Niet dat ik me zo voel hoor. Ik weet zelfs niet of er wel een deskundigheidsgevoel bestaat. Maar regelmatig wordt ik gebeld door een journalist of redacteur van radio of televisie, die me een al dan niet actueel probleem schetst en steevast eindigt met de vraag of ik daar als deskundige wat over zou kunnen zeggen. Als je deze mensen mag geloven ben ik deskundig op vrijwel alle levensgebieden die met emoties gepaard gaan, en als er geen emoties in het spel zijn krijg ik de vraag hoe dat dan komt.

Dat je op grond van publicaties in verband wordt gebracht met bepaalde onderwerpen is op zichzelf natuurlijk prima, en als je ook nog schrijft zoals ik, zal je wel gek zijn om je mening niet via de media te verkondigen. Al helemaal niet als je er om wordt gevraagd. Mijn uitgever zou het me ook nog eens niet in dank afnemen dat ik ineens geen mening over zelfmoord meer heb, terwijl ik er toch een boek over heb geschreven.

Toch sta je als psychiater doorlopend onder druk om maar niets te zeggen, en niet toevallig is ‘nietszeggend’ een kwalificatie die je veel over mijn beroepsgroep hoort. Er wordt zelfs gesuggereerd door collega’s dat een persoonlijke mening niet in het openbaar geventileerd moet worden, omdat het niet goed is voor de psychiatrie en / of patienten die op deze manier teveel persoonlijks over hun behandelaar vernemen. Ik heb me er nooit iets van aangetrokken en ‘gewone mensen’ hebben zelden commentaar gehad op het feit dat ik mijn mening gaf. Waarom zou ik Dirk Scheringa geen boef mogen vinden? Het is toch geen diagnose? En als er onder dit stukje staat dat ik publicist ben is er ook niets aan de hand. Maar als psychiater…

Woedende emails zijn het gevolg van ieder media-optreden als deskundige, is mijn ervaring. Op internet wil menigeen je dood hebben of tenminste kilo’s van de pillen laten slikken die je beroepshalve wel eens voorschrijft.

Doordat de meeste collega’s zich principieel niet in de media willen uitspreken, ben ik een schaars geval geworden. En word ik dus gebeld over depressies bij honden, de veronderstelde hersenafwijkingen van homoseksuelen, de autobiografie van Louis van Gaal en de mogelijkheid dat antidepressiva aanzetten tot moorddadig gedrag. Om maar een paar recente voorbeelden te noemen. Vervolgens krijg je wel commentaar als je in een periode van enkele weken meerdere keren op de buis bent verschenen, maar is er nooit iemand die vraagt hoe vaak je hebt geweigerd je mening over iets te geven. Er zijn genoeg media en programma’s die ik per definitie niet te woord sta, en ik weiger ook vaak genoeg iets omdat ik mezelf niet deskundig genoeg acht. Maar toch schijn ik een deskundige te zijn. In de aankondiging van ‘Kijken in de ziel’, een fascinerende programmareeks over psychiaters, werd ik zelfs gerangschikt onder het kopje ‘toppsychiater.’ Dat ben ik helemaal niet, en heel erg deskundig ben ik ook niet.

Ik praat begrijpelijk Nederlands en ben niet bang een uitgesproken mening te ventileren, dat is alles. Sterker nog: dat is wat populaire en qua professionele achtergrond zeer uiteenlopende deskundigen allemaal gemeen hebben. Of je nu Maarten van Rossum, Gerard Spong, Femke Halsema of Peter Paul de Vries ziet zitten bij Pauw en Witteman: hun begrijpelijk geformuleerde en uitgesproken opinies vormen een gemeenschappelijk kenmerk dat voor media veel zwaarder weegt dan de precieze opvatting die ze ten berde brengen. Iemand die zichzelf op deze manier presenteert noemt men al snel een deskundige.

Bij de keus van hun deskundige kiezen media voor mijn gevoel ook nooit voor de persoon met de meeste kennis van zaken, maar voor degene die het meeste stof doet opwaaien. Daarom zit iemand als Emile Ratelband dus vaak in praatprogramma’s, ongeacht het onderwerp. En heeft ‘De wereld draait door’ iedere dag een sidekick die weinig anders doet dan meekakelen.

Hoeveel krijg je daar nu voor, wordt me vaak gevraagd. Als je zegt dat een fles wijn al heel ruim betaald is kijkt men je aan alsof je gek bent. Maar de echte deskundige weet wel beter: direct na een optreden op televisie loopt het aantal boekingen voor goed betaalde presentaties altijd lekker op. En zo wordt niet alleen het ego van de deskundige gevoed, maar ook zijn of haar banksaldo. Het is een circus dat zichzelf in stand houdt. Maar of het nog veel met deskundigheid van doen heeft is maar zeer de vraag.

BB

Archief