Ik begrijp dat het deze keer in dit blad over mannen gaat. Eindelijk. Kunnen we weer grappen maken over vrouwen die niet kunnen inparkeren of te laat komen omdat ze niet weten wat ze aan moeten trekken. Paul Damen, Michiel Eijsbouts, kom er maar in met jullie schuine grappen. Eindelijk even niet dat gezeur over stemmen van vrouwen die ook gehoord moeten worden, die zo nodig ook mee moeten tellen in de literaire prijzen. Excuustruzen. Zoals Elma Drayer laatst al zei, het maakt niet meer uit welke geslachtsdelen je bezit, zolang je maar kwaliteit levert. ‘We leven écht niet meer in de jaren vijftig’, schreef ze. ‘Dat vrouwelijke auteurs minder vaak in de prijzen vallen is écht een kwestie van tijd.’
Laten we wel wezen: het heeft nu wel lang genoeg geduurd, die inclusiviteit. Al die moderne genderneutrale onzin, lghbtxyz, vroeger hoorde je er nooit iemand over. Vrouwen hebben hun momentje gehad, met die zelfgebreide kuttemutsjes. Ooit gehoord dat er homo’s zaten in het leger van Napoleon? Of, nog erger, vrouwen die het met vrouwen deden, terwijl de mannen hun land verdedigden? Tolstoi had er meteen een mooie verhaallijn van gemaakt als het wel zo was, niks hoor. Musea doen ingewikkeld als ze een schilderij van een blote vrouw aan de muur hangen. Voeren discussies met jonge policor hipsters over de ‘male gaze’. Ja logisch toch, dat je naar zo’n mooie blote vrouw kijkt, en dat je dat dan schildert, als je dat kunt.
Ik sprak laatst een wat oudere journalist, bijna met pensioen. Wim heette ’ie, dan heeft u een beeld. Wim had moeite met de moderne tijd. Kijken naar een mooie vrouw is al riskant. Hij had naaktfoto’s verzameld. Foto’s die mannen gemaakt hadden van hun vrouwen of geliefden, in verleidelijke poses, toen dat nog kon. Lang voordat #MeToo had toegeslagen. Niet dat de fotografen hun naam op de foto’s hadden gezet, maar je zag gewoon dat die vrouwen dat niet zelf bedacht konden hebben, vond Wim. Laat staan dat ze hun vriend of vriendin of wat dan ook hadden gevraagd foto’s te maken. Deze vrouwen deden tenminste nog gewoon wat je van ze vroeg. De foto’s waarop ze chagrijnig keken had Wim er voor de zekerheid maar uitgelaten. Je weet het tegenwoordig maar nooit.
Die onzekerheid van de witte man, over of ze iets fout doen, of ze ongeschreven regels overtreden, dat moet verschrikkelijk zijn. Als ik met een iets te diep decolleté schunnige opmerkingen naar me toe krijg geslingerd, vráág ik daarom. Zo werkt dat al eeuwen, dat weet een kind. Vrouwen kleden zich opvallend en verleidelijk zodat ze gezien worden door de mannen. Zodat die mannen er iets over kunnen zeggen, en naar kunnen kijken. Daarom is het ook zo irritant als vrouwen denken ook mee te moeten besturen, dat ze ook burgemeester kunnen zijn, of minister. Je ziet het gebeuren met Femke, met Angela, met dat mens in Nieuw-Zeeland en met die jonge blom in de VS, die zo’n lange naam heeft dat ze haar een afkorting hebben gegeven. AZC of zoiets. Altijd maar de aandacht trekken met buttons, mantelpakjes, een dikke buik of godbetert een make-up-tutorial. Zou een man nooit doen – Hugo de Jonge daargelaten.
Mannen zijn nu eenmaal beter in sommige dingen. Hun mening vertellen bijvoorbeeld, niet dat voorzichtige. Logisch dat ze vaker bij praatprogramma’s zitten. Even in een paar zinnen zeggen hoe de zaak in elkaar zit, wat er gedaan moet worden, daar moet je ballen voor hebben. Vrouwen zijn meer multitaskers. Vandaar dat het ook zo goed werkt, die deeltijdbanen voor hen, zodat ze ook zien wanneer je moet stofzuigen en in de supermarkt bedenken dat het wc-papier op is. Hebben we in Nederland mooi geregeld, dat de kinderopvang niet voor iedereen is. Zo krijgen onze kinderen tenminste de goede normen en waarden mee, van huis.
Dat sommige witte mannen in het verleden verkeerde beslissingen hebben genomen, is niet meer dan menselijk. Ook logisch dat ze daar eerst een standbeeld voor kregen, en jammer dat dat standbeeld nu weer weg moet. Ik stel daarom voor om op de plaats van die omstreden monumenten, dat J.P. Coen-beeld in Hoorn, Leopold de Tweede in België, gezien de laatste perikelen rond het koningshuis desnoods ook een paar Willem van Oranjes, moderne monumenten neer te zetten. Standbeelden voor de gewone witte man. Voor de wethouder die in een raadsvergadering een schunnige opmerking maakt naar zijn vrouwelijke collega van een andere partij. Voor de politicus die vindt dat als een vrouw nee zegt, ze ja bedoelt. Voor de recensent die een boek beoordeelt op de lunchwillendheid van de schrijfster. De man die de vrouw even uitlegt wat ze net zelf al zei. Voor de man die vrouwenquota aan de bestuurstop onzin vindt, omdat de keuzes voor nieuwe commissarissen toch altijd lopen via het kwaliteitskeurmerk van het old boys network en dat dat altijd prima was. En voor de man die zich in een hokje voelt geduwd, en daarom niet meer gewoon kan zijn wie hij altijd was. Alleen witte mannelijke kunstenaars mogen een voorstel indienen, hebben die ook eindelijk weer iets te doen.
JdW