In een vlaag van desoriëntatie laat ik mij op de golven meedrijven. Ik ben haar kwijt, zoveel is duidelijk. Ik raak in paniek als ik merk dat ik in ondiep water ben beland. Mijn staart raakt voor de tweede keer een zanderige bodem. Ik geef mij over aan de getijdestroming, verraderlijk als die in de Waddenzee kan zijn.
Iedereen heeft wel een favoriet goed doel. Je kunt fan zijn van de cliniclowns, donateur worden van het WNF, of een maandelijkse bedrag overmaken naar Stichting Doe Een Gems. Opvallend genoeg zijn er nog altijd hordes ecofanaten die maar wat graag hun kapitaal of arbeid willen doneren aan Lenie ’t Hart, de Cruella de Vil van het waddengebied.
Ze was ineens weg. Het was vast niet bewust. Toch? Hoe dan ook, moeder is verdwenen en de vis is op. Opgegeten door mijn talrijke soortgenoten in de zee. Ik moet voor mezelf leren zorgen, maar voorlopig hoeft dat niet. Misschien wel nooit. Toen ik wat lag bij te komen op het strand werd ik gevangen genomen door een aantal enthousiaste mensen in een bodywarmer. Ze noemden me een huiler. Terwijl ze ‘it’s a beautiful day’ neurieden pakten ze me vast, stopten ze me in een kist en brachten ze me naar een gek soort zwembad. Ik word nu dagelijks gevoerd en onderworpen aan allerlei onderzoeken van mensen die duidelijk weinig van zeehonden snappen. Ik bedoel, ik ben een ietwat dunne, maar verder gezonde jonge hond, waarom moet er dan allemaal van die slangen in mijn cloaca geduwd worden? En zo’n krultang in mijn snorharen, is dat nu helemaal nodig?
Veertig jaar geleden begon Lenie ’t Hart met haar zeehondenopvang, puur uit hobbyisme. Kleinschalig, uit sympathie met de zwakke zeehondjes in de Waddenzee, met een paar badjes in haar achtertuin. Een nobel streven, met een hoge aaibaarheidsfactor. Het initiatief sloeg aan en door. Inmiddels profileert Pieterburen zich als een professioneel zeehondenziekenhuis met dokters, stagiairs en een heus onderzoeksprogramma. Een echt ziekenhuis, zoals ik vroeger een professioneel poppenziekenhuis bestierde.
Mevrouw ’t Hart komt dagelijks naar me kijken. Het schijnt dat ze een beetje in de war is de laatste tijd. Iets met dat ze al veertig jaar hetzelfde doet. Ze lacht naar me, en met een kinderachtige toon schreeuwt ze van een afstand. ‘Ja! Jij bent een leuke zeehond he? Ja! Goh, wat ben jij een leuke zeehond! Hoor je dat? Leuke zeehond! Zeehond!´
De propagandamachine van ’t Hart draait met haar vele medewerkers op volle toeren. Het is de factor ‘empathie’ in de zeehondencreche die wordt uitgebuit als een groep Polen in een aspergekas. Op zich niet moeilijk, je kunt immers moeilijk tegen de opvang van die lieve zeehondjes zijn. Toch, als zeehonden niet zo’n lief snoetje hadden, maar de tronie van Annemarie Jorritsma, had de creche nooit bestaan. Je gaat ook geen opvangkamp voor verdwaalde haringen beginnen.
Lenie was er vandaag weer. Ze keek me opnieuw lang aan en begon weer van alles te schreeuwen. Het was hysterisch. Het enige dat ik verstond was ‘Dolfinarium’, ‘Zeehondenspelshow’ en ‘comeback van Danny Rook’. Daarna wordt er een slang in mijn bek geduwd, en heb ik plots geen honger meer. Ik vind het allemaal best, als ik binnenkort maar weer lekker kan zwemmen en rusten op het wad met mijn vele vriendjes en vriendinnetjes. Ze missen me vast.
Gevoel voor de actualiteit hebben ze zat in Pieterburen, realiteitszin allerminst. De website van de creche kopte afgelopen week: ‘Eerste zwaar bedreigde Kaspische zeehond gered in Iran.’ Terwijl de Arabische wereld in brand staat redden mensen van de zeehondengestapo zielige dieren uit de klauwen van de Islamisten. Dat zal ze leren. Ook met eventuele kritiek weten ze wel raad: ‘Geen enkel dier blijft in gevangenschap en er wordt zeker niet met zeehonden gefokt.’ Of neem de mededeling: ‘toen de zeehond was gecheckt, bleek hij prima in orde. Geen enkele reden dus om hem nog langer vast te houden.’ Mensen die roepen dat er niets aan de hand is, moet je het minst vertrouwen.
Lenie’s zeehondenpolitiek is niet bepaald onomstreden. De Waddenzee ziet tegenwoordig zwart van de zeehonden, maar dat is volgens ’t Hart precies de bedoeling. ‘Moeten we tegen een kind zeggen dat een jonge zeehond op het strand ziet liggen: ‘laat maar creperen? Zo kweek je onverschilligheid. Dan stappen we vandaag over een zeehond en morgen over een mens.’ Een hellend vlak heeft nog nog nooit zo schuin gestaan. Lenie rechtvaardigt het compleet uit balans brengen van een ecosysteem door te stellen dat het anders zielig is voor een kind. Of ‘sealig’, zoals zij dat zou zeggen. Een helderder voorbeeld van doorgeslagen dierenwelzijn is moeilijk te bedenken.
Het is verschrikkelijk. Lenie speelt een dubbelspel. Ik heb vandaag gezien wat mij hier te wachten staat. Het gebeurde met mijn collega-zeehond, hier eergisteren binnengebracht. Lenie was meteen aan hem verknocht geweest, ik zag het aan de manier waarop ze naar hem keek. Lenie had hem ‘Paul’ genoemd, alsof hij een mens was. Toen had ze hem een bermuda aangetrokken en een overhemd. Hij kreeg bovendien een petje op en zijn wangen werden rood geschminkt. Daarna liet Lenie hem tot haar komen en aan tafel met haar dineren. Vissticks. Het was verschrikkelijk, hij is pas een half jaar oud! De stagiair heeft het gefilmd. Hij glimlachte er bij, hij is net zo erg. Terwijl het lijkt alsof het hier om een normale zeehondenopvangcreche gaat, gebeuren hier de meest afschuwelijke dingen. En het WNF kijkt gewoon de andere kant op. Zij wisten allang dat er hier zeehondenslaapfeestjes gehouden werden. En toch deden ze niks. En waar zijn die Whale Warriors als je ze nodig hebt? Pure symboolpolitiek, dat is het! Lenie is eerder veroordeeld geweest, heb ik van horen zeggen. Die Canadezen zijn Thaise masseuses vergeleken met Lenie. Maar ooit zullen we terugvechten. Dan zullen we mensen als Lenie doodknuppelen, voor het onnoemelijke leed dat zij ons in veertig jaar tijd heeft aangedaan. Ik wil gillen, maar huil zachtjes.