Dat het Nederlandse mediaveld een incestueus rattennest is wist u natuurlijk al. Afgelopen week werd dit nogmaals in uw gezicht gespuugd door de winstcijfers van DPG. 178 miljoen euro mocht de Vlaamse familie Van Thillo afgelopen jaar bijschrijven, mede mogelijk gemaakt door alle clickbait van de Onbetrouwbare Mannetjes in de Volkskrant, Holmans hetzes in Het Parool, Eus’ opgeboerde snackbarhap in Algemeen Dagblad en Euphemenico’s tweedagelijkse poging om de evolutionaire kloof tussen mens en gorilla te overbruggen in Trouw. Wilt u ontsnappen uit de klauwen van de Vlaamse leeuw? Kansloos. Mediahuis, de andere oligopolist met een hoofdkantoor aan de Schelde, bezit NRC en de Duklander Courant. Maakte in 2020 bijna 59 miljoen winst. En wat strijkt een freelancer bij deze kranten op? 14,5 cent per woord. En dat na een opslag van meer dan tien procent. Die Belgen mogen zich dan in 1830 hebben afgescheiden, de gierigheid hebben ze zich in minder dan 200 jaar goed eigen gemaakt.

Maar we moeten niet doen alsof al het kwaad bij Zundert het land binnenkomt. Het baantjes toeschuiven in letteren­land is endemisch. Neem Femke van der Laan: met haar column in Het Parool heeft ze meer geld opgehaald dan Eber­hard in zijn leven erdoorheen pafte. En wat is haar talent? Trouwen met een ter­minale vent. Dan is er ook het prinsesjeslegioen. Natascha van Weezel is op de bagagedrager van haar vader krantenkolommen binnengereden en verdedigt haar stellingen alsof het joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoe­ver zijn. Charlotte Remarque wandelde door de door huisgenoot Papa opgezet­te deuren de Volkskrantredactie binnen. Als Alma Mathijsen niet de dochter van Marita was geweest had u haar enkel ge­kend als de kassière van de Albert He­ijn op de Westerstraat die u, na meerde­re malen de muntjes op de toonbank te hebben gelegd, altijd te veel of te weinig wisselgeld geeft. En hoe Jessica Kuiten­brouwer – inderdaad, u kent haar van… – afgelopen zomer aan een dagelijkse column in de Amsterdamse middagkrant kwam blijft in het ongewisse, maar het helpt wel als je de dochter van mediage­rontocraat Jan Kuitenbrouwer bent.

En als u denkt dat ik een seksist ben en enkel vrouwen onder handen neem, wijs ik u op het platonisch partnerschap Joost de Vries en Philip Huff. Die laatste haalt zelfrespect uit de 23 pandapuntenzegels die hij in zijn open relatie bij elkaar heeft gesprokkeld. Joost schuift Philip op­drachten van De Groene toe om de arme jongen van de bedelstaf te redden. Om u in herinnering te brengen: Huff ontving € 15.000, – voor een boek dat niet gaat verschijnen. (Mocht u denken: dat weet ik al, dat klopt. U weet het, ik weet het, Huff weet het. Die laatste las het in zijn jongeschrijversappgroep. Hij snapte niet waarom ze hem, nou altijd hem, moes­ten hebben bij PC. Ik schrijf het punt van de onterechte letterensubsidie nogmaals op, want het zou zonde zijn als dit soort nieuwtjes uit het publieke geheugen ver­dwijnen. Trouwens Philip, waarom heb jij je Wikipediapagina aangepast? Om­dat daarop verwezen werd naar een ne­gatieve recensie? Omdat je, aldus Jopie in zijn nieuwste boek, ‘een bepaalde re­censent van Het Parool haat’? 19 maart 2021, 23:58. Het is beter om dronken uit de buurt van je smartphone te blijven!) En Joost, ach arme Joost, wil zich vooral intellectueel voelen, dus omringt hij zich met Flippie’s om de Tiger Woods van de midgetgolfbaan te zijn. En als het tegen­deel het geval is, als hij geconfronteerd wordt met een artikel dat hem niet be­valt, zoals een waarin zijn vriendin een ‘dom gansje’ wordt genoemd door een Europarlementariër en de auteur de­zes dat slechts opschrijft, verklaart hij de boodschapper tot persona non grata. Maar wel in stijl, dus achter zijn rug om.

(Ik wil het toch ook voor De Vries op­nemen, want om zo vaak te kakken wor­den gezet om je intellectuele impotentie – in dit blad, in NRC, eigenlijk overal waarvoor hij niet schrijft – is niet leuk. Altijd maar die verwijten van plagiaat of voorspelbaarheid. In De Groene van 24 februari kwam De Vries met een verras­send en nieuw inzicht: Chinezen die protesteren tegen de bezetting van Nepal. Misschien had ik deze daad van agres­sie tussen de kaalscheercampagne op de Oeigoeren en strijd om de benoeming van Panchen lama gemist, maar ik heb het gevoel dat De Vries minder hoog­dravende boeken moet lezen en in plaats daarvan beter Netflix kan opstarten. Ik kan die ene film met Brad Pitt van harte aanbevelen.)

Genoeg gekankerd. Er is één medium in Nederland dat opstaat tegen deze kringvingercapriolen: De Correspondent. Zij doet niet mee aan de waan van de dag, creëert geen ophef of lokt lezers met doortrapte reclameslogans. ‘Wij kijken niet naar het sensationele, maar naar het fundamentele,’ staat in het oprichtings­manifest. Stelling 9: ‘We stellen de jour­nalistiek altijd boven financieel gewin.’ Zo ziet u maar: De Correspondent is an­ders. Beter dan de rest.

Wie de stapel boeken die De Correspon­dent de laatste jaren op de markt heeft gedumpt bekijkt, ziet op iedere flap de een na de andere schrijver of journalist de loftrompet opsteken. ‘Thalia Verkade is er zo eentje die verder graaft waar an­deren ophouden, en uiteindelijk met de meest prachtige en vooral verrassende ontdekkingen en inzichten weer boven­komt,’ complimenteert Joris Luyendijk de schrijfster van Het recht van de snel­ste. Maar het is nogal wiedes dat Luyen­dijk het goed vond, want de Correspon­dentstukken waaruit het boek bestaat zijn onder zijn neus als editor-at-large bij het medium gepubliceerd. Ziet u het voor zich, een redacteur die een boek van een collega, al dan niet terecht, de grond inboort? Dat zou niet goed zijn voor de verkoop, dus gebeurt het niet.

Op dezelfde kaft pronkt, naast een af­beelding van een schildpad, een sticker met de tekst ‘Dit boek laat je anders kij­ken’ van reptiel Arjen van Veelen, die zelf ook op de loonlijst van De Corres­pondent staat. Van Veelens boek Ameri­kanen lopen niet – toevallig ook uitge­bracht door De Correspondent – werd ook met niets anders lovende blurbs uitgebracht. ‘Wat kan een witte Neder­lander mij over mijn geboorteland ver­tellen? Meer dan ik dacht.’ Clarice Gar­gard. ‘Een van de heerlijkste pennen van Nederland.’ David Van Reybrouck. En voor welk medium schreven deze twee? Inderdaad. En voor Jesse Frederiks nieuwste bij De Correspondent, Zo had­den we het niet bedoeld, is good old Luy­endijk weer afgestoft om als smeerolie in de verkoopmachine te dienen.

Steeds minder stoelen, maar meer men­sen die met het spel meedoen. En ieder­een buigt en is lief, rukt iedere dag alle dons uit een kussen om het in een andere anus te stoppen. Ik ben blij als ik weer naar Parijs kan, het schijnt aan de Ave­nue Niel goed toeven te zijn.

TD

Archief