BBAl enige maanden loop ik me te ergeren aan de anti-alcohol-bij jongeren-campagnes. Als je echt zou geloven dat drank zo schadelijk is als men schetst, dan zouden er meer Korsakov-patienten dan gewone gekken in ons land moeten zijn, dacht ik.


Niet dat het geen verwoestende effecten kan hebben, die alcohol. Als psychiater in een verslavingskliniek zie ik de meest bizarre uitwassen van verslaving voorbij komen. Maar om daarom nu ongenuanceerd over de gevaren van drank te berichten? Het is net als met de boodschap van die onvermijdelijke vuurwerkcampagnes: een rotje afsteken kan je zomaar je hand kosten. Gek dat ik toch nog steeds tien vingers heb, na vijfenveertig keer oud en nieuw.

Toen ik veertien, vijftien jaar oud was werd ik wel eens vreselijk dronken. Een enkele keer was ik grote stukken tijd kwijt als ik met een houten kop wakker werd. Het heette toen nog geen comazuipen, maar vermoedelijk was het dat in hedendaagse mediaterminologie wel. De meisjes in die tijd dronken een mengsel van sinaasappelsap en Pisang Ambon, en sommigen werden daardoor gemakkelijk benaderbaar voor ons, geile puberjongens. Die meisjes waren waarschijnlijk Breezer-sletjes avant la lettre, moeten we nu constateren.

Mijn drinkgedrag van toen heeft volgens de wetenschappelijke inzichten van nu waarschijnlijk hersenschade veroorzaakt, lees ik in voorlichtingsfolders. Dat lijkt me niet zo’n ramp, want als ik nog intelligenter zou zijn dan ik al ben was ik pas echt vervelend. Nu ben ik dankzij de drank nog gewoon een man die het wat hoog in de bol heeft.

Met mijn zoon van vijftien is het ook al misgegaan: het advies om hem tot zijn zestiende jaar geen druppel te laten drinken heb ik niet opgevolgd. En hij is ook al een keer dronken geweest.

En toch moeten ook ouders als ik het goede voorbeeld leveren: niet dronken worden in het bijzijn van de kinderen, niet met drank op achter het stuur en geen emotionele drama’s als je door de wijn wat labiel bent geworden. Ben ik het helemaal mee eens.

Maar dan: de bekendste Korsakov-patient van Nederland gaat dood, en wekenlang is er niemand te vinden die een kritisch nootje durft te plaatsen bij het leven van Ramses Shaffy. Zijn naam is in een paar weken heilig geworden, we moeten hem op het internet naar de hoogste plekken in de top 2000 stuwen, de mooie man waar iedereen verliefd op was. Het zal wel beroepsdeformatie zijn, maar al jaren zag ik met regelmaat een goedaardig wrak tentoongesteld worden op de televisie, omdat we daar nu eenmaal zo van houden. Beroemd en gehandicapt, een zeldzaam mediageile combinatie. Voor de duidelijkheid: de man maakte prachtige liedjes en kon fantastisch zingen. Ik had zelfs al een cd van hem voor hij dood ging…

Maar het was ook een alcoholist, een man die zichzelf en zijn omgeving vreselijk veel schade heeft toegebracht met zijn drankgebruik. Het is een ziekte, verslaving, en in zijn geval vermoedelijk niet geheel adequaat behandeld. Maar moeten we dat nu tot een kwaliteit van Ramses gaan omvormen, dat de man maar doordronk en zich van de gevolgen weinig aantrok? Je kan de jeugd wel willen waarschuwen dat ze niet teveel, of liever helemaal niet moeten drinken, maar als je daar de boodschap “Ramses was een held, die wist hoe je het echte leven moest leiden” tegenover zet, dan zal de impact van het eerste niet groot zijn.

Ik ben voor een paginagrote foto, in alle kranten, van Ramses een paar weken voor zijn overlijden, met het simpele onderschrift: “Drank maakt meer kapot dan je lief is.” Gaan alle pubers ineens vragen hoe die meneer zo geworden is.

Bij ons in de kliniek worden de klanten ook soms pas wakker als je ze het plaatje van de hersenen laat zien, na jaren drank en/of drugs. Gatenkaas.

Ramses kan helpen om mensen te redden, ook nog nu hij dood is. Net als de nationale knuffelalcoholist Hazes (ook niet oud geworden) en de immens populaire multidrugsgebruiker H. Brood (ook jonger dan gemiddeld overleden). Door dit soort figuren te verheerlijken geef je een signaal af dat vele malen sterker doorwerkt dan de miljoenen kostende waarschuwingscampagnes. In een tijd waarin financiele middelen moeilijker verkrijgbaar zijn dan genotsmiddelen zou daar toch eens over nagedacht moeten worden, lijkt me.

Als je beroemd bent mag er volgens de publieke opinie van alles, lijkt het. De pubers die nog niet zo heel goed kunnen nadenken kunnen daaruit ten onrechte concluderen dat het dus helemaal geen kwaad kan. Een enkeling zal zelfs fantaseren dat het er bij hoort: geen enkele band breekt door als ze helemaal clean zijn, die bandleden.

Voor de duidelijkheid: het is geen Nederlands fenomeen, deze dubbele moraal ten aanzien van drank en drugs. Verslaafden als Amy Winehouse en Michael Jackson worden wereldwijd aanbeden, wielrenner Marco Pantani (dood door overdosis) is een nationale held in Italie, en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Het is een Westerse aandoening, het syndroom van de dubbele moraal. En de behandeling van de verslaafden lijdt daar ernstig onder.

Archief