Enige intellectuele territoriumdrift is de mens niet vreemd. Het is merkwaardig hoe individuen een compleet vakgebied kunnen annexeren. Hugo Brandt Corstius was nog niet semantisch dement verklaard, of Paulien Cornelisse trok haar rechterbeen al omhoog en piste met een norse blik over het onderwerp ‘de Nederlandse taal’ heen. Niemand joeg haar weg, en nu is het te laat. Iedere Neerlandicus die vandaag de dag nog haar terrein waagt te betreden, wordt op afstand gehouden door een groep bloeddorstige fans die zichzelf taalfetisjisten noemen. Paulien heeft namelijk een patent op taal. Het is, zeg maar, echt haar ding.

 

Zoals bij iedere dictator die al enige tijd in het zadel zit, treden er na verloop van tijd wat bijwerkingen van de macht op. Door gebrek aan concurrentie wordt men gemakzuchtig. Je zag het aan de outfits van Khadaffi, je ziet het aan de buikspieren van Poetin: het is allemaal niet meer wat het geweest is. Ook Paulien Cornelisse lijkt aan verval onderhevig. De jaren waarin niemand haar tegensprak, waarin iedereen lachte om haar columns over gekke taaldingetjes, hebben hun tol geëist. Langzaam maar zeker is Paulien gaan geloven dat alleen het tonen van haar hoofd al genoeg is voor de slappe lach. Met een publiek dat bestaat uit muizige dertigers die Jack Spijkerman ook nog steeds ‘humor!’ vinden, is dat niet vreemd. De gevolgen van zulke gemakzucht zijn echter vrij ernstig.

 

Zo moest de trouwe schare fans van Paulien het dit jaar doen met de aankondiging: “Het nieuwe boek van Paulien Cornelisse gaat niet over taal. Maar over een cavia. Die op de afdeling Communicatie van een kantoor werkt.” Even was er hoop dat het magisch realisme dan eindelijk voet aan de grond zou krijgen in Nederland. Niets bleek minder waar. Paulien had een willekeurig verhaal over een volstrekt willekeurig dier op een kantoor geschreven en de enige existentiële vraag die het opriep was: “waarom?” Waarom geen dwerghamster die met het openbaar vervoer reist? Een molrat in de horeca? De enige intrinsieke motivatie van Paulien Cornelisse om voor een cavia te kiezen, moet berusten op een diepgeworteld gevoel van fysieke verbondenheid. De ruwharigheid, de relatief grote kop en de opvallend lange knaagtandjes. Maar verder?

 

Zelfs binnen de kring van de Pauliengezinde loyalisten waren er na verschijning van De verwarde cavia voorzichtige kritische geluiden te horen. Onder de kop “Waarom een cavia?” plaatste Nicole, fan van het eerste uur en taalblogger, haar kanttekeningen bij de keuze voor dit specifieke knaagdier. “De hele tijd dat ik het boek De verwarde cavia las, vroeg ik me af: ‘Waarom is Caaf in vredesnaam een cavia?’ De anderen personen zijn toch ook gewoon mensen. En nadat ik het boek uit had, had ik beslist geen antwoord gekregen waarom Caaf een cavia is. En ik vond het niet veel toevoegen dat de hoofdpersoon een cavia is.” Laat de honderd bloemetjes bloeien, en ontketen de revolutie, Nicole!

 

Ook Pauliens columns in NRC Handelsblad zouden toch steeds vaker tot kille woede bij haar achterban moeten leiden. De gemakzucht waarmee iedere week weer een woord uit de Van Dale wordt geplukt om te worden bezongen of uitgelegd doet vermoeden dat het einde van de Cornelisse-dynastie in zicht is. Neem de column van vorige week: Paulien zag een grijze muis op haar bankstel zitten, slaakte een gil en klom op de stoel. Genoeg aanleiding om het de rest van de column over het woord ‘slaken’ te hebben. “Alleen een gil en een kreet kunnen geslaakt worden” concludeert Paulien. “Waarom zou dat zijn?” Geen idee. “Ik vind slaken best een prettig klinkend woord, en wat mij betreft zou het breder gebruikt mogen worden.” […] “Mensen uiten zich de hele dag, en van al die uitingen zouden er veel meer geslaakt kunnen worden.” Ja ja. “Er moet veel meer afgeslaakt worden in het leven.” Slaak je kop, Cornelisse!

 

Pauliens gemakzucht lijkt de afbrokkeling van haar gezag aan te kondigen. De angst voor een Judas in haar kring van vertrouwelingen neemt toe. Niet voor niets besloot Paulien een jaar geleden al om nog meer macht naar zich toe te trekken en De verwarde cavia in eigen beheer uit te geven. In die steeds kleiner wordende wereld ligt de waanzin voortdurend op de loer. Het zal niet lang meer duren eer we Paulien naakt en masturberend door de stad zien rennen terwijl er op de plek van haar column vermeld staat dat ze vier weken met vakantie is gegaan. Het zal niet lang meer duren eer we op de puinhopen van Paulien een nieuwe taalfetisjist zien dansen en jongleren met Onze Taal-kalenders. We zullen woorden moeten vinden voor het gemis.

MM

Archief