Soms zijn mensen er ineens. Je hebt nog nooit van ze gehoord, hebt ze nog nooit gezien en plots gaat er geen dag voorbij zonder dat je hun naam ergens tegenkomt. In 2005 was er de pianoman, die aanspoelde op een Engels strand en wekenlang het nieuws beheerste omdat het eerste wat hij deed niet het aantrekken van een schone onderbroek was, maar het spelen van een riedeltje piano. Sjuul Paradijs ook is zo’n iemand. Begin dit jaar was hij er. Gewoon, ineens. Niet dat hij tot nu toe blijk van een speciaal talent heeft gegeven, maar als hoofdredacteur van de Telegraaf en fakkeldrager van hardwerkend Nederland is dat geen vereiste.
Ik vermoed dat hij net als al zijn collega’s een opleiding heeft genoten in het geheime bunkercomplex waar de Telegraaf haar journalisten opleidt tot de alerte nieuwsjagers die ze zijn. Daar leren ze nieuws brengen zoals het hoort: geen nuance of achtergronden, maar recht voor zijn raap, voor iedereen toegankelijk. Een hele kluif voor de meeste journalisten, en het hypermoderne trainingsprogramma is dan ook niet voor iedereen weggelegd. Ze leren er typen op een computer waarop het toetsenbord is gesaboteerd en de capslock altijd aanstaat, ze worden er nachtenlang opgesloten met mensen die Berry en Truus heten en krijgen video’s te zien van babyzeehondjes die aan stukken worden gereten door orka’s terwijl ze in hun koptelefoon toespraken van linkse politici horen. Elke keer dat ze er dan een zien in Nieuwspoort, beginnen ze weer te zweten van verontwaardiging. Welkom bij de krant voor wakker Nederland.
De talentscouts van Neerlands grootste krant moeten wel content geweest zijn toen ze Sjuul Paradijs tegen het lijf liepen. Hij is een Telegraafman zoals je ze nog maar zelden ziet. Naast zijn werk als journalist, zit hij in de jury van ‘het lekkerste broodje van Nederland’. Ik stel me zo voor dat hij achter een grote, fraai opgemaakte lunchtafel zit met verschillende fijnproevers als de broodjes worden binnengebracht. Hij kijkt eens goed, ruikt, voelt aan de pitjes en neemt een hap. Paradijs laat zijn kaken twee keer zakken, bolt zijn wangen en sproeit vervolgens de inhoud over zijn juryformulier uit. ‘Rucola?!’ schreeuwt hij uit, ‘wilde zalm uit Alaska?!’ waarna hij opstaat, wegbeent en een krentenbol gaat halen bij het pompstation. Gewoon zijn, het is een roeping.
Het is geen toeval dat Sjuul Paradijs juist dit jaar is opgestaan. De gewone, hardwerkende Nederlander is in gevaar. Vroeger had je niet zoveel opties. Je ging studeren of iets met je handen doen. Tegenwoordig krijgen zelfs mensen die één gen verwijderd zijn van het maken van rotsschilderingen een opleiding waarmee ze op de kantoorvloer eindigen. Ziehier de emancipatie van de hardwerkende Nederlander. Wie zijn vmbo heeft afgerond krijgt toegang tot opleidingen als juridisch medewerker of facilitair dienstverlener. Ik heb me laten vertellen dat het allemaal te maken heeft met zelfvertrouwen. Het geeft betekenis aan je leven wanneer je een opleiding volgt die je niet kunt uitspreken zonder je eigen tong in te slikken. Ergens heeft het wel iets weg van een poedel met een roze designerjasje aan. Iedereen ziet dat het een beest is. Het zeikt tegen bomen en braakt over het leer als je het te lang op de achterbank zet. Het is vooral het baasje dat er lol van heeft. De poedel zelf is ongetwijfeld gelukkiger met een bot en wat modder. Net zoals het publiek van Paradijs diep van binnen gelukkiger is op de bouwplaats.
Een eenvoudige bakkerszoon als Sjuul Paradijs kan niet aanzien hoe het eelt op de handen van zijn mensen plaatsmaakt voor een roze gloed, omdat ze het plastic bekertje met café latte iets te lang hebben vastgehouden. Gewone mensen zijn niet meer gewoon, ze zijn speciaal geworden. Hoofdredacteur of niet, Sjuul staat vast nog elke morgen om half vijf op om wat verse broden te bakken. Om te zorgen dat hij niet verslapt. In een profiel in de Volkskrant stond enkele maanden terug hoe Paradijs vroeger rondreed in een bestelbus met daarop de tekst: ‘Wees wijs, eet brood van Paradijs.’ Nee, dit is niet het vroege werk van Driek van Wissen. Dit was een teken aan de wand. Een eenvoudige jongen met een dichterlijke ziel. Voorbestemd als braveheart van het deel van Nederland dat de handjes uit de mouwen steekt en na twaalf uur onafgebroken kolen scheppen geen tijd heeft voor moeilijke woorden. En nu vervult hij de profetie. Dit is zijn tijd.
Toen ik hem een paar maanden terug de oprichting van zijn omroep Wakker Nederland zag toelichten, begreep ik het. Klodders speeksel en woorden als ‘tuig’ en ‘schande’ vlogen afwisselend zijn mond uit, terwijl hij een tirade hield over de huidige omroepen. Normaal gesproken komen types als Sjuul Paradijs alleen op televisie als ze in het publiek bij Bananensplit zitten, maar dit was retoriek zoals ik het zelden gezien heb. Cynisch en betweterig waren ze, dat NOVA en Buitenhof. ‘Voor de hardwerkende Nederlander is geen plaats in Hilversum,’ riep hij met opgeheven vinger. Ik keek naar het opgewonden tonnetje in mijn beeldscherm en schrok. Deze man meende wat hij zei. Niet alleen twijfelt hij er niet aan dat ook een postbode gewoon premier moet kunnen worden, hij is bereid om te sterven om het zover te laten komen. En ik met hem.
Te lang heb ik toegekeken hoe mensen die op een vorkheftruck thuishoren in de collegebanken plaatsnemen en mensen die een heggenschaar verdienen een Blackberry vasthouden. Sjuul en ik verschillen niet zoveel. Wij willen dat de gewone Nederlander weer gewoon wordt, dat hij ziet dat het geen schande is om je handjes te laten wapperen en het denkwerk aan een ander over te laten. De krant en de omroep zijn er al. We zijn getuige van het begin van een imperium. Er zullen slagers komen, discotheken, zwembaden. Plekken waar hardwerkende Nederlanders terecht kunnen na een dag hard arbeiden, waar niemand zeurt over zweetvlekken of bruine poetsen op je shirt.
We zullen dierentuinen bouwen met alleen koeien, bakkers met slechts casino wit in de schappen en kappers die enkel de tondeuse hanteren. Weg met alle fratsen, lang leve de gewone, hardwerkende Nederlander. Ons land zal weer een Paradijs zijn. En ik weer speciaal.