Een shawl en een sigaar, meer heeft een man niet nodigHolland krijgt langzamerhand een meer extravagante en meer mondaine eetcultuur. De tijd van het calvinistische een twee drietje van aardappels, vlees en groente is voorbij. Elke slimme journalist heeft tegenwoordig wel een culinaire column en uit de stortvloed van reality kookprogramma’s blijkt dat de gemiddelde Nederlander moeiteloos velouteetjes, zalfjes en schuimpjes fabriceert van de meest exotische delicatessen. Wie geen roestvrijstalen kookeiland met stoomoven heeft hoort er niet meer bij, met zelfgemaakte hummus maak je al jaren geen indruk meer en met pesto hoef je al helemaal niet aan te komen zetten. De chef-kok heeft een sterrenstatus. Gordon Ramsay is een sekssymbool en Herman den Blijker maakt meer programma’s dan Sophie Hilbrand.

Zachtaardige Britse jongens en poldernegers die met hun handen grove kikkererwtensalades in elkaar draaien zijn uit. De tv-chef van nu is hard, heftig en onmiskenbaar een doorgewinterde horecaprofessional. Hij is in een stertent in Frankrijk gedrild door een beul van de oude stempel. Als hij een saus liet mislukken moest hij de hele nacht in de koelcel garnalen pellen en als hij een couvert vergat mocht hij met zijn mond visingewanden uit de afvoer schrapen. Daar is hij trots op en dat zal hij dan ook iedere keer dat een van zijn leerlingen iets laat aanbranden herhalen.

Zowel Ramsay als Den Blijker voldoen aan deze omschrijving, maar Herrie heeft iets extra’s: honderd kilo ongeveer. Dat maakt hem nog geloofwaardiger als onvoorwaardelijke levensgenieter. Dat kan je van Gordon met zijn sixpack, dat hij overigens bijna elke keer wel even showt, niet zeggen. Waar chef Ramsay soms bovendien het irritante temperament van een Italiaanse puber heeft, blijft Herman, die toch een echte Nederlander is, altijd rustig. Wie het echt verdiend heeft wordt in zijn keuken nog wel eens uitgemaakt voor klootviool of pannenkoek maar Herman heeft over het algemeen genoeg aan zijn natuurlijk overwicht.

De kandidaten van zijn show Herrie aan de horizon lijken dan ook altijd blij om hem te zien wanneer hij in een smetteloos witte buis op het dek van het cruiseschip verschijnt om ‘zijn kokkies’ te instrueren. Hij laat de mannen zich meer man voelen en de vrouwen meer vrouw. De heren neemt hij bijvoorbeeld mee naar de markt om ze daar met hun blote handen aan een prachtige, vette ribeye te laten voelen en met de dames ruikt hij bij de volgende kraam aan grote, rijpe, vochtige vijgen en dadels. ‘Oooooh waanzinnig!’ roepen de meisjes dan en Herman neemt tevreden een hijs van zijn dikke sigaar, knipoogt in de camera en zegt in bijna onverstaanbaar Rotterdams: ‘Mooie producten, daar gaat het om!’ En van hem neem je dat ook aan.

Van Herman krijg je zin om ook zo’n sigaar te kopen en zo’n hoed en zo’n overhemd. Om ook over zo’n zonnige, kleurige markt te wandelen en alles te voelen, te ruiken en te proeven, zoals hij dat zelf vaak zegt. Herman maakt ook dat je net als hem met twee levende kreeften in je grote klauwen achter een vlammende grill wil staan en dat je de zoetste en duurste Madeira zo uit de fles wil drinken, een boer laten en iets mompelen als: ‘pure engelenpis!’ Helaas is Herman zelf de enige die het kan maken. Hij kan vrouwen bovendien ‘meissie’ noemen zonder dat het vies klinkt; hij kan uit zijn Rangerover stappen met een stompje Cohiba tussen zijn tanden, de Erasmusbrug weerspiegeld op zijn hoofd, en zich er totaal geen zorgen over maken dat hij een hedonistische dikzak is.

Als hij met zijn mollige vinger in het darmkanaal van een langoustine en zijn lippen glanzend van de eendenlever vertelt over lekkere en mooie ‘vissies’ ‘vleessies’ en ‘meissies’ kan ik het niet helpen te denken dat hij ook zo de liefde moet bedrijven: gulzig en ruw maar met een gigantische passie. Herman is een verfijnde bullenbak. In Volkskrant magazine zei hij: ‘Een Bentley is een prachtige auto, maar soms heb je een tractor nodig.’ Hij is het allebei.

Archief