Rosanne Hertzberger heeft de afgelopen tijd het beeld proberen te nuanceren dat meisjes op studentencorpora slachtoffers zijn. Zij kan het weten, zelf zat zij bij het Leidse Quintus, een niet corporale vereniging die zich in mijn intreeweek als volgt typeerde: ‘Wij zijn zegmaar Minerva, maar dan met minder verplichtingen.’ Bij Minerva maakten ze het trouwens nog bonter. Daar antwoordde de woordvoerder op de vraag wat de Minervaan typeert: ‘wij zijn geen politieke vereniging. Iedereen is welkom.’ Hij stond pal onder een portret van Zijne Doorluchtigheid Prins Pils, inmiddels gepromoveerd tot Koning Kanon.
Terug naar hertje Hertzberger. Zij neemt het op voor de studentenvereniging, ofschoon zij op Quintus ‘nog nooit zoveel voor hoer is uitgemaakt’, werd ‘aangerand’, ‘betast’ en waar ‘geruchten gingen van mannen die seks hadden met half-bewusteloze vrouwen’. Voor wie al gruwelt bij geruchten over bewusteloze vrouwen, gruwel niet: ze zijn slechts ‘half’-bewusteloos. Of half-bewust, het is maar hoe je het bekijkt. Een verkrachting kun je zoiets niet noemen, hoogstens een halve verkrachting, of zoals Rosanne Hertzberger het dus liever noemt: ‘seks’.
Maar zijn al het betasten, aanranden, uitschelden en wat er dan ook van die geruchten waar is, dan niet erg? Ach, nuanceert Rosanne, ‘we waren rond de twintig jaar oud en de alcohol en hormonen liepen in pure vorm van de gevels.‘ Ik vraag me af hoe Swabismen als ‘wij zijn onze hormonen’ of ‘wij zijn ons alcoholpromilage’ het in de rechtzaal doen. Een rechter lijkt me daar toch iets minder vatbaar voor, dan een microbiologe. Want dat is Rosanne Hertzberger, microbioloog. En columnist voor het NRC dus. Uit de microbiologie heeft zij ook haar talent voor nuance vandaan. Het woord zelf, ‘microbioloog’, staat zelfs ter nuance naast haar columns, die dan ook over Europa, bezuinigingen op defensie, tatoeages en Donald Trump gaan. Als u dat niet begrijpt, zet u dan eens de woorden ‘-Rosanne Hertzberger, microbioloog’ achter een willekeurig citaat van Cicero, misschien begrijpt u het dan.
Volgens Hertzberger kunnen de vrouwen op verenigingen best van zich af bijten. Want als de Quintmannetjes te ver gingen, ‘zetten we gewoon de brandslang open.’ Aha. We moeten de studentenvereniging dus niet zozeer zien als een boosaardige sekte waar vrouwen verdeeld worden, maar als een soort Grease-achtige wereld van de jongens tegen de meisjes waarin een eeuwig Marco Polo-achtig spel gaande is, waarbij de jongens steeds handtastelijker worden tot de vrouwen ze met een waterkanon wegblazen. Behalve mijn onmiddellijke zorg naar de waterschade en brandveiligheid van Rijksmonumenten, houdt iets anders me bezig: wie is die ‘we’ in ‘we zetten de brandslang open’? Waarschijnlijk Rosannes meisjesdispuut. Maar groepen meisjes hebben niks te vrezen. Individuen daarentegen wel. Nu kan een schorre krijsquint als Rosanne ‘Honderd Hertz’ Hertzberger zich wellicht moeilijk voorstellen dat er op zo’n club ook individuen rondlopen, maar laten we er toch maar vanuitgaan.
Laat ik eerst dit verklappen. Die ‘geruchten van mannen die seks hebben met half-bewusteloze vrouwen’ zijn geen geruchten zonder meer. Zulke gevallen komen voor. Zo bevond ik mij ooit op één van die mooie traditionele ceremoniën die de Neerlandse corpora als culturele erewachten trachten te conserveren voor toekomstige generaties: een 21-diner. Twee jongens van NJORD, de roeivereniging van Minerva, stonden zich vrolijk te maken over iets dat de ene op zijn gsm liet zien: een soort Reddit-achtig internetforum voor alle Nederlandse corpora. Hij klikte een filmpje aan, dat overduidelijk ook met een gsm was gemaakt: een vrouw werd in haar achterste bezeten werd door de cameraman. Het geheel speelde zich af in een openbaar toilet, of liever gezegd in de spiegel boven de wasbakken, want daar was de camera op gericht, opdat het overzicht en kijkplezier maximaal was. Ook zagen wij dat de vrouw niet helemaal bij haar volle verstand was; dat zij iets leek te willen zeggen, maar niet op de woorden kon komen. Maar misschien probeerde zij zich slechts het evacuatieplan te herinneren, zodat zij de dichtstbijzijnde brandslang zou weten. Men kon de cameraman enig beroepsmatig feminisme niet ontzeggen, want hij gaf zijn eigen lichaam ook ruimschoots de aandacht, terwijl hij het hier en daar aanspande. Alleen zijn hoofd ontbrak. Maar dat begrepen wij best. Je weet nooit wat er met zo’n filmpje gebeurt. Je ouders zouden het kunnen zien! ‘Ziek!’, zei de ene jongen naast mij. ‘Ja, wat een koning!’ zei de ander. Toen klapte hij zijn telefoontje dicht en we hadden nog een kapotchille avond.
Natuurlijk, Quintus is geen corps. Er zijn immers ‘minder verplichtingen’ en verkrachtingen horen daar natuurlijk ook bij. Maar verkrachtingen daargelaten, in wezen ben ik het ook met Rosanne eens: wie als vrouw bij het corps gaat, moet niet zeuren over seksisme. Doe niet alsof je van te voren denkt dat het een nobele club is, die ergens voor staat. Begrijp me niet verkeerd: zwijgcontracten zijn malafide dingen, maar ze verschillen tenminste op één belangrijk vlak met maffiose omerta-contracten. Je hebt geen pistool tegen je hoofd als je er een tekent. Je kiest er zelf voor. Uit geilheid, uit nieuwsgierigheid, uit domheid, maar in ieder geval niet wegens een of ander hoger ideaal. Wat erg is aan de term ‘hertje’ is niet het seksisme, maar de beknopte kennis van de biologie, die immers ‘hinde’ voorschrijft. ‘Moge de gore wijven met hun kut over een kanon worden getrokken’ is niet seksistisch. Het is nog veel erger: het is van Hans Teeuwen. Het idee dat ergens een latijnse vertaling van Snelkookpan als clublied fungeert, je moet er niet aan denken.
LAH