Maandag
Je wordt wakker. Je bedoelt ik word wakker. Ik bedoel ik word wakker. Sorry – ik zit nog helemaal in die tweede persoon. Ik denk niet dat het eerder is gedaan: een roman, van kaft tot kaft in het jij-perspectief. ‘Een ingrijpende kunstgreep,’ noemde Thomas [de Veen, red.] mijn artistieke keuze. Daar heb ik verder niets aan toe te voegen. Of toch: men onderschat nogal eens hoe moeilijk het is om elk werkwoord in de tweede persoon te moeten schrijven. Even opgezocht: ‘je wordt wakker’ is met een t, maar ‘word je wakker?’ zonder. Geen touw aan vast te knopen. Maar goed, waar was ik? Ontbijt. Van mijn cardioloog (ik heb een aangeboren hartafwijking) mag ik niet te veel koolhydraten. Dus houd ik het bij een bakje yoghurt met blauwe bessen. Visoliepilletje ernaast voor de Omega 3. Even een foto van gemaakt en doorgestuurd naar een paar vriendinnen. Vinden ze prachtig.
*
Dinsdag
Godverdomme. Eerste kutrecensie binnen. Drie sterren in de Volkskrant. Serieus, drie fucking sterren. ‘Zelfhulpproza.’ Dat zegt die recensent over mijn geesteskindje. Ik geef mezelf bloot en dit is wat ik ervoor terugkrijg. Ik heb hem even opgezocht op internet en – geluk bij een ongeluk – het is een oude witte man. Meteen een twitterdraadje gedaan, met garenklos-emoji enzo. Aangestipt dat er een generatie is die gewoon niet met kwetsbaarheid kan omgaan. Toevallig is dat ook de generatie die vindt dat vrouwen achter het aanrecht horen en people of color in de kolonie. Twintig likes. Heb ik de schade toch nog een beetje weten te beperken.
*
*
Woensdag
Naar de reünie van B.E.E.T.S geweest, mijn dispuut. Op vorige reünies (reünieën?) was ik toch altijd een beetje de gevierde jongen – de enige van ons die het écht gemaakt had in de literatuur. En dat met een boek over het corps. Maar vanavond kon ik moeilijk aansluiting vinden. Tegen het einde nam Gijs (van mijn jaarclub) mij apart en maakte hij me duidelijk dat ik in een volgend boek niet moest gaan proberen onze braspartijen te framen als mishandeling. Dan zou hij ‘de mensen wel even laten zien wie de echte Philip Huff is’. Geen idee wat hij daarmee bedoelde hoor, maar heb hem voor de zekerheid een maandje in mijn appartement in Manhattan aangeboden.
*
Donderdag
Vanavond met een vriendin naar Schiller om mijn tweede druk te vieren. Ik ben gestopt met drinken vanwege mijn aangeboren hartafwijking, maar dat vinden ze juist mooi. Past bij mijn kwetsbare vibe. En als het écht gezellig wordt doe ik heus wel een rondje met haar mee. Note to self: niet vergeten uit te leggen naar wie Café Schiller eigenlijk vernoemd is. Ik vind dat je vrouwen best serieus mag nemen wat dat soort dingen betreft.
*
Vrijdag
Net terug van Op1. Van tevoren was ik een beetje zenuwachtig, maar gelukkig kwam de presentatrice ook uit ’t Gooi. Had ik haar niet op dat hockeyfeestje, eind jaren 90…? Hoe dan ook, ik voelde me meteen op m’n gemak. Iedereen aan tafel deed alsof ik, de schrijver Philip Huff, volledig samenviel met de protagonist uit mijn boek. Ik begrijp ook dat een waargebeurd verhaal beter verkoopt, dus ik ben er maar een beetje in meegegaan. Hoop toch dat mijn ouders niet gekeken hebben, want ik wil t.z.t. mijn deel van de erfenis wel gewoon hebben. Zeker na wat ze mij hebben aangedaan.
*
*
Zaterdag
De Groene heeft een redactiestagiaire op me afgestuurd. Jammer, had van Joost [de Vries, red.] wel verwacht dat hij zelf even langs zou komen. Dit meisje vousvoyeerde me, op zich ook wel eens leuk, heb het in ieder geval even zo gelaten. ‘Het is niet mijn taak als schrijver om andermans perspectieven te koloniseren,’ zei ik tegen haar. En later: ‘Wat ik wel nog even duidelijk wil hebben: dit is een roman. Een literaire constructie.’ Weet niet of ze het helemaal begreep, maar wilde het per se zeggen, want ja, die erfenis. Anyway, na een tijdje was ik het helemaal zat. ‘Mark Twain of Ernest Hemingway? Yeats of Keats? Tolstoj of Dostojevski?’ Echt hoor, als ik een witte cisgender man wil lezen blader ik wel door m’n eigen werk.
*
Zondag
Mai aan de lijn. De kale koopman bood aan me naar de Emiraten te vliegen: na wat googlen wist hij dat je daar de beste hartchirurgen ter wereld hebt. Misschien zou hij zelf ook nog wel even meegaan, konden we er een uitje van maken. Ik heb hem vriendelijk bedankt. In New York heb ik genoeg skyscrapers gezien en bovendien laat ik me niet behandelen als de dokter in theorie geen vrouw zou kunnen zijn. ‘Zelf weten,’ bromde Mai. Van gesprekken met dit soort autoritaire mannen krijg ik dus druk op mijn borst. Niet zo leuk. Even kijken welke vriendin me mag geruststellen.
*
Philip Huff