O sorry, ik bedoelde Arnon. Vergeef me, maar is het vergeten van een naam eigenlijk niet de grootste eer die je een auteur kan bewijzen? Dat de auteur als het ware verdwijnt, zal ik maar zeggen. Of niet. Jij zou in ieder geval vast deze zin, bevestigend of ontkennend, zo kunnen neerschrijven dat het als een onomstotelijke waarheid staat. En het bekt ook wel lekker. Anton. Anton Grunberg, schrijver.
Maar goed, laatst moest ik aan je denken. Ken je Piero Manzoni, de Italiaanse kunstenaar? Piero Manzoni blikte zijn eigen poep in, zette er een handtekening op en verkocht het voor zijn gewicht in goud. Nu ben jij geen Italiaan, leef je in een geheel andere eeuw en is je nieuwste boek €17,50, maar toch viel de gelijkenis me op.
Het boek waardoor ik aan jou dacht is Het verraad van de tekst. Net zoals De revanche van de roman en De dood van de auteur literatuurwetenschappelijke werken die een wereld suggereren van piraten, cowboys, drank en dagboeken waarvan de laatste twee pagina’s aan elkaar geplakt zijn, wat pas ontdekt wordt als een groepje van vijf jonge mensen (drie jongens en twee meisjes) het dagboek op de zolder van een oudoom vinden, met allerlei spannende, soms zelfs hachelijke avonturen tot gevolg. Nu ben ik natuurlijk je boek aan het romantiseren, maar misschien snap je wel waarom. Je laat me zo weinig keus.
Je naam staat er in ieder geval op. Verder staat er van jouw hand de Albert Verwey-lezing van 2008 en een voorwoord in, bij elkaar bijna veertig stevige pagina’s. Twee interviews met jou, gemaakt door de ijverige studenten van Metaal, Tijdschrift voor Leidse neerlandici. Terecht niet bekend buiten Leidse kringen, maar toch weer goed voor vijf pagina’s. De andere honderd pagina’s: stukjes van de studenten die meededen aan jouw colleges, toen je daar gastschrijver
was. Voel je een beetje waar ik naar toe wil? Dit boek is poep, met je naam erop. Een cadeauboek voor oma’s die trots zijn op hun studerende kleinkind, die naast het halen van 10 studiepunten ook nog eens debuteert. En dat voor €17,50. Daar kan je tegenwoordig je, naar horen zeggen, geweldige roman Tirza bijna twee keer voor kopen.
En volgens mij wist je dat ook wel. Het onderwerp waar je het over wilde hebben, was waarheid en literatuur. De Holocaust kwam er ook bij kijken, want dat vinden ze leuk, de mensen, zowel je studenten als de lezers. In de kampen werden immers gruweldaden uitgevoerd die zo gruwelijk waren dat het pervers werd, en geen enkele SM-regisseur heeft dit ooit in een film, of in zijn fantasie kunnen overtreffen. SM blijft toch acteren, is niet de waarheid. Bedenk ik nu zo uit de losse pols, maar ik ben natuurlijk niet bij je colleges geweest. De colleges waarvan jij als hoogtepunt aangaf dat op een gegeven moment een van je studenten het had over zelfbevrediging. Je probeert nog de stukjes van de studenten die in het boek staan gedrukt te verdedigen, maar de aanprijzingen in je voorwoord laten meer jouw vaardigheid in het maken
van ondoordringbare one-liners zien dan enig literair talent bij jouw studenten. Dat je ziet dat ‘de klap in het gezicht van de tasjesdief bijna een erotische lading krijgt’, terwijl het enige woord dat in dat stukje ook maar vaag aan seks deed denken ‘glijden’ was, dat kan gebeuren. We zien maar al te vaak erotische ladingen waar ze niet zijn. Maar als je bij het aanprijzen van het stukje van Kim van de Kuinder over de volgende zinnen: ‘Er zit een vrouw tegenover me. Ik denk dat ze een goede moeder is. Ze heeft een plastic zakje in haar hand. In het zakje zitten ronde worteltjes.’ het volgende zegt: ‘Waar de controle verloren is, kan tenminste nog worden waargenomen dat er passagiers met ronde worteltjes tegenover je zitten.’ begint bij mij het vermoeden te dagen dat jij zelf ook geen flauw idee had wat je met dit boek aanmoest. En hoe je het zoveelste stukje van een lief studentje dat toch eigenlijk alleen maar over seks en de daaropvolgende ongelukkigheid ging, moest aanprijzen, zonder ook maar een keer iets te mogen zeggen over de angst voor bijzinnen en komma’s die blijkbaar de hele Leidse jeugd heef geïnfecteerd. Die ronde worteltjes heten trouwens wortelballetjes. En een beetje trots had best gemogen. Je hebt een mooi essay geschreven, en ik denk dat de oude Verwey trots op je zou zijn geweest. Ik denk dat Piero Manzoni ook nog wel trots was op zijn ingeblikte poep, trotser nog dan wij zelf normaal zijn nadat we een prachtige punt uit onze rug hebben gedrukt. Inblikken is dan ook een kunst die wij beiden niet in de vingers hebben. Ik vond het alleen jammer dat je essay ook al enkele maanden integraal online te lezen was. Ik kon je essay nu wel lezen op de wc, wat natuurlijk een groot genoegen was. Maar €17,50? Zo duur heb ik nog nooit gedrukt.
Volgens mij moet je je gewoon niet gek laten maken. Ik weet dat het publiek steeds meer en meer Grunberg wil, en nu er geen nieuwe roman van jou in de winkels ligt, het publiek dan maar stukjes wilt lezen die tenminste in de nabijheid van jou zijn ontstaan. Mensen vereren, kopen zelfs alles wat je maar hebt aangeraakt. En je uitgeverij wil daar graag geld aan verdienen, zodat je redacteur Vic van de Reijt weer ongestoord kersthit-compilatiecd’s kan uitbrengen.
Ik zal het maar niet hebben over die ene keer in Leuven, toen een hele schouwburg was aangetreden, samen met enkele gerenommeerde neerlandici, artiesten en kunsthistorici, om de lancering van je bundel oude columns te vieren.
Maar er staat wel een foto van een vrouw wiens tepels alleen maar bedekt zijn door twee strookjes tape op de voorkant (om nog maar te zwijgen over haar kont, die je praktisch van voren kan zien) en dat vind ik dan wel weer dat ze goed doen, daar bij Nijgh & Van Ditmar.
Schrijf maar weer eens een mooi boek, en zet er dan een plaatje van een halfnaakte vrouw op. Verkoopt zichzelf, praktisch.
JG
Anton Grunberg e.a., ‘Het verraad van
de tekst’, Nijgh & Van Ditmar, €17,50