Nu het weer winter wordt, is het zaak voor de doorgewinterde tuinier om zijn tuin winterklaar te maken. Ik doe dit vaak al in de zomer, veel van de gereedschappen die je hiervoor nodig hebt kan je dan voor een spotprijsje huren bij de dichtstbijzijnde doe-het-zelf-zaak.
De zomerbollen heb ik te drogen gelegd, en zitten nu in een kistje met turfmolm, klaar om komende lente weer geplant te worden. De half winterharde planten heb ik met het laatste maaigras van het seizoen bedekt, tegen de aankomende vorst. De rozen zijn grotendeels winterhard, maar bij sommigen is de oculatieplek nog een zwakke plek. Waar nodig heb ik ze met stro omwonden. Een winterklare tuin is een tuin vol potentie, een glanzende kiemcel. Waar de tuin in de lente zich vaak onnodig trots roert, alsof hij schreeuwt dat iedereen moet kijken naar zijn opzichte krokusjes die weer, zoals elk jaar, de kop op steken, is de wintertuin een plek van bezieling en volharding. Geen onnodige opsmuk, met de kop in de wind en een leren zeemlap voor het kruis.
Je kan erom treuren dat het tuinseizoen is afgelopen, maar ik weet dat het echte genieten dan pas kan beginnen. Waar in de zomer het zicht vaak wordt verpest door het loof van de bomen, is de winter bij uitstek geschikt om stevig te gaan vogelkijken. En nu verwacht ik deze winter niet weer situaties zoals de zomer van 2007, toen een groep van dertig Spaanse vale gieren op onze koude grond neerstreek, maar de ouderwetse trekvogels zijn vaak ook een genot voor het oog.
Maar hoe lok je de vogels naar jouw tuin? Het land is groot, en zeker als je geen uiterwaarden in de buurt hebt, kan je de hele winter nauwelijks een vogel in je blikveld krijgen. Net zoals het zaaigoed uit de grond gelokt wordt door de eerste dunne zonnestralen, moeten de vogels gelokt worden, met vetbollen. Maar vetbollen zijn vaak duur, zeker als je bedenkt dat ze vaak van slechte kwaliteit zijn.
Neem daarom drie pond ongezouten rundvet, en smelt het in een pan. Laat het niet koken, dan krijg je stremsel! Voeg een paar ons maanzaad, hennepzaad en zonnepitten toe. Als de brei lastig te roeren is, voeg dan een scheutje lijnzaadolie toe. Geen margarine gebruiken, dit werkt als een laxeermiddel voor de vogels! Giet het vet en de zaden af in een ronde vorm. Sommige mensen gebruiken hiervoor een theeglas, maar een leeg conservenblikje is vaak veel goedkoper. Steek er een draadje in, en laat het stollen. Na een dagje kunt u uw zelfgemaakte vetbol eruit halen, en ophangen, het liefst in een van uw goedkoopste bomen, tenzij u wilt dat de vogels uw duurste boom gaan bevlekken.
Ik neem dan altijd plaats tussen de dichtstbijzijnde heesters, en laat de vogels over mij komen. Het sijsje, de pimpelmees, en als de kruisbessen nog niet kapotgevroren zijn, de kramsvogel of de koperwiek. Ik schrijf ze allemaal op in mijn boekje, en misschien zit er nog een nieuwe roman in.
Verder wil ik nog zeggen dat wat Renate Dorrestein heeft geschreven over mij en Renate Rubinstein niet waar is. Ik heb het hier zelfs nog met Tim Krabbé over gehad, en hij bevestigde dat mijn risterploeg mijn erf nooit verlaten heeft. Zelfs niet voor Jan Siebelink.
Maarten ‘t Hart
Tips voor het vogelkijken van Maarten ’t Hart:
-Je hoeft niet alleen naar de duurdere vogels te kijken. Vogels die misschien de helft minder kosten, kunnen net zo leuk zijn.
-Vaak zie je vogelkijkers in pakken van tweed rondlopen. Niet alleen is dat duur, het is ook slecht voor het milieu. Een juten zak werkt vaak net zo goed, en valt, zeker in het kreupelhout, een stuk minder op.
-Als de vogels het nest hebben verlaten, kan het nooit kwaad om er eens in te kijken. De achtergelaten eierschalen zijn een goede bron van kalk, zijn niet duur, en het is ook nog eens goed voor het milieu.