Het wordt tijd voor een aanval op de vriendelijkheid. Niet op de wanhopige glimlach van Camiel Eurlings. Daarvoor hebben we de verzameling van Sara Sluimers die Volkskrant heet. Ook de agressieve charme van rapper Boef valt ver buiten mijn aandachtsveld. Als ik een popfestival zou organiseren, was rapper Boef de eerste die ik uitnodigde. Wel zou ik de rapper verzoeken zijn blaffer thuis te laten. Zoals Notorious B.I.G. en Tupac in de hel kunnen beamen: rappers en blaffers gaan niet zo goed samen. Rapper Kempi beweert trouwens dat rapper Boef het zwaar heeft wegens ‘de stress van de faam’. Dat weet ik dan weer.

Het wordt tijd het vuur te openen op de vriendelijkheid van Thomas Verbogt, de man die door ingewijden als de grootste Nederlandse slijmbal van de laatste drie decennia wordt beschouwd.

Het wordt een bewogen jaar voor Verbogt. In 2018 zal zijn vijftigste saaie roman verschijnen over een oninteressante hoofdfiguur die dingen meemaakt die je vergeet voordat je ze leest. Opnieuw zal hij daarvoor geweldige recensies krijgen, geschreven door mensen voor wie in slaap vallen de hoogst bereikbare literaire ambitie is en opnieuw wordt Thomas niet uitgenodigd voor het programma De Wereld Draait Door.

De lezer ziet het goed: Thomas Verbogt is nog nooit in De Wereld Draait Door geweest.

Wij, de lezer en ik, kunnen het nauwelijks geloven.

Die grijns, dat brilletje, die glimlach van bevroren vriendelijkheid, waar kennen we ze dan van, als ze nog nooit deel hebben uit mogen maken van dat circus van energie, de dagelijkse talkshow van VARA/BNN?

Ik weet het: als Verbogt niet thuis zit om snurkend te werken aan zijn zoveelste eruptie van nietszeggendheid, loopt hij de godganse dag op straat om zoveel mogelijk mensen gedag te zeggen. Toen hij nog in Arnhem woonde en dagelijks in café Dingo’s te vinden was om te knielen aan de voeten van keizer Klaas Gubbels, was dat genoeg. De mensen zeiden hem wel gedag, zoals de Arnhemmers alle discipelen van keizer Klaas gedag zeiden. In Amsterdam was dat andere koek. In Amsterdam moest Verbogt zich een nieuw aanzien verwerven. In Amsterdam redde je het niet met bescheiden glimlachend te wijzen op je boezemvriendschap met Frans Kusters. In Amsterdam begon je het pas te maken als je minstens als boezemvriend vermeld stond in Kusters overlijdensadvertentie.

Ik liet van mijn vrouw en het bevriende echtpaar met wie we Venetië bezochten altijd een foto maken op het San Marco-plein. Aan het eind van de dag mocht je de foto ophalen. Als je geluk had zag je dat er een duif op je hoofd was gaan zitten. Had je pech was er een Chinees voor de lens gesprongen die op jouw foto terecht was gekomen. Chinezen sluiten altijd aan bij groepen, een karaktertrek van het volk. Thomas Verbogt is die Chinees. Hoeveel nabestaanden van overleden schrijvers, acteurs en andere culturele doden hij in de loop der jaren niet heeft gebeld om te verzoeken hem op te nemen in de lijst met beste vrienden van de overledene. Naast het vriendelijk gedag zeggen op straat van alle voorbijgangers, op weg naar een café waarvan hij had gehoord dat Matthijs van Nieuwkerk er wel eens kwam, wist Verbogt dat er geen snellere en betere methode was om naam te maken, dan door te prijken op de overlijdensadvertentie van een dooie schrijver. Het werd een selffulfilling gebruik. Nu bellen nabestaanden van cultuurdragers als eerste hem op om te vragen of hij in de overlijdensadvertentie wil. Het zou inmiddels raar staan als Thomas Verbogt niet in de lijst van vrienden voorkwam. Het ontbreken van de naam Verbogt zou voelen als een gemis.

Het heeft hem nog steeds geen uitnodiging opgeleverd voor De Wereld Draait Door.

Hij heeft toneelstukken geschreven voor alleenstaande actrices, hij doet theatertours met alleenstaande zangeressen, hij redigeert romans van alleenstaande schrijfsters, hij zegt elke alleenstaande vrouw die hij tegenkomt op straat vriendelijk gedag, alles met maar één doel: een optreden in De Wereld Draait Door.

Daarom zet hij alles op alles met zijn vijftigste roman die een Mont Blanc van saaiheid moet worden, een Mount Everest van het overbodige. Daarmee móet hij De Wereld Draait Door halen, deze geboren Tafelheer van het tweede plan. Zijn inleiding heeft hij al jaren klaar liggen: hij zal een ode brengen aan de vriendelijkheid. Kijk eens waar die hem heeft gebracht.   

Henk Spaan

   

  

Archief