De eerste persvoorstelling van mijn leven was ondanks de film erg geslaagd. Ik stond op de gastenlijst tussen de groten der aarde, zoals Belinda van der Graaf van Trouw en Ab Zagt van het AD. Toen ik ook nog een gratis Sisi aangeboden kreeg, een persmap én een ansichtkaart van de filmposter van Publieke Werken, was mijn kinderhand gevuld.

 

Filmposters in sepiatinten voorspellen meestal weinig goeds. Het blijft een vreemde zaak om de historische waarde van een film, die gewoon in full color geschoten is, te benadrukken door los te gaan met een kleurpalet van geel- en bruintinten. Alsof de cilinderhoed van Gijs Scholten van Aschat en de drakerige kanten jurk van Rifka Lodeizen niet negentiende-eeuws genoeg zijn. Linksboven in het hoekje van de poster zegt Thomas Rosenboom – die niet zoveel ruimte inneemt – dat de verfilming van zijn boek Publieke Werken ‘grootser en meeslepender’ is dan hij ‘ooit had durven dromen’. Kleine mannetjes hebben blijkbaar ook kleine droompjes.

 

‘Groots en meeslepend’ is in ieder geval wel de insteek geweest van de makers, dat hebben we kunnen zien. Luchtshots van stoomtreinen die door een landschap draven, dramatisch bedoelde muziek die continu aan lijkt te zwellen, en verschillende personages die af en toe plechtig ‘dit is de nieuwe tijd!’ zeggen. Publieke Werken de film is gebaseerd op het misverstand dat Nederland tegen het eind van de negentiende eeuw grootser en belangwekkender was dan nu. Hoewel dit voor de letterkunde misschien wel geldt, daarover kan men twisten, was onze natie ook in de negentiende eeuw een onbeduidende speler op het wereldtoneel. We hadden natuurlijk een fraaie archipel in de Oost, maar waren de hekkensluiter van Europa als het om de nieuwste ontwikkelingen ging. Met ‘dit is de nieuwe tijd’ verwijst men naar de industriële revolutie, een ontwikkeling die rond 1750 in Engeland begon. Zo’n honderd jaar later, in 1850, begon men ook in Nederland te prutsen met stoommachines.

 

Natuurlijk mag een kleinburgerlijke natie best trots zijn op haar succesjes. Het Centraal Station, het Victoria-hotel en het Concertgebouw zijn pronkstukken die we zorgvuldig afstoffen en oppoetsen. Het mag gezegd dat de producenten van Publieke Werken ontzettend hun best hebben gedaan om de gebouwen in de film overtuigend weer te geven. Omdat er niet gefilmd mocht worden op het drukste kruispunt van Amsterdam, werden de cast en crew naar Hongarije gevlogen om de film daar op een nagebouwde set te schieten. Het droevige is dat hoeveel stoomboten, paardentrams, authentieke reclameborden en gedetailleerde 3D-modellen men daar in Hongarije ook bij elkaar heeft verzameld, je de hele film lang maar één ding ziet: het hangende ooglid van Gijs Scholten van Aschat.

 

Het hangende ooglid van Gijs Scholten van Aschat is onbedoeld de grote ster van Publieke Werken geworden. Terwijl Rifka Lodeizen en Jacob Derwig honderdtwintig minuten lang vol inspanning van gezichtsuitdrukking proberen te veranderen (ze hebben de instructie gekregen om ‘klein’ te acteren, wat vooral voor Jacob Derwig een onmogelijke opgave blijkt), heeft Scholten van Aschat het makkelijk. Zijn gezichtsspieren kan hij laten voor wat ze zijn, want zijn hangende ooglid doet al het werk. Het overtollige stukje gezichtsvlees straalt tegelijkertijd woede, verdriet, afgunst, waanzin en bovenal wantrouwen uit – de basisingrediënten voor elk drama.

 

En een drama, dat is de film zeker. Maar wel een drama op z’n Nederlands. Een drama waarin een romantische scene zich laat kenmerken door een man die al struikelend over een ophaalbrug rent en een vrouw die met overslaande stem ‘Christiaan! Blijf hier!’ gilt. Een drama waarin een speech die volgens het scenario ‘bezield’ zou moeten zijn haperend boven een bord aardappelen wordt gebracht: ‘Het gaat me om de liefde voor de medemens! Ik bekommer me om die mensen!’ Een drama waarin vaak vuisten op tafels worden geslagen om een punt te maken en waarin de seksscènes je alle lust om ooit nog seks te hebben, ontnemen. Een drama waarin een neef die een tijdje in Amerika heeft gewoond opeens niet meer normaal Nederlands blijkt te kunnen spreken, maar na drie zinnen vol met ‘hey buddy!’ toch weer wel. En, tot slot, een drama waarvan de makers hebben gedacht: ‘Ha! Jeanine Janssen wil de soundtrack doen! Dat zullen ze godverredomme horen ook!’ Een drama dus waarin er altijd, maar dan ook altijd, ergens wel een viool klinkt.

 

Een gezellige familiefilm voor in de kerstvakantie is Publieke Werken niet echt geworden. De film opent met een verkrachtingsscène, vervolgt met een scène waarin Jacob Derwig als apotheker met doktersambities met een scherp mes op de buik van een zwangere vrouw inhakt, en tegen het einde wordt de kijker getrakteerd op de halfslachtige maar toch succesvolle zelfmoordpoging van Vedder. Wie de film na alles wat ik heb verklapt toch nog wil zien, wens ik een prettige confrontatie toe met de staat van de Nederlandse cinema. Vergeet vooral niet te genieten, want we hebben allemaal meebetaald aan dit stukje Hollandse glorie: Topkapi Films B.V. kreeg van het filmfonds een subsidie van ruim twee miljoen. Euro’s die gelukkig niet naar Paul Verhoeven zijn gegaan, zo kun je het natuurlijk ook bekijken. Hoe dan ook mogen we Publieke Werken dus met recht een publiek werk noemen.

 

MM

 

Archief