Mag je iemands schrijftalent in twijfel trekken die niet weet wie Philippe Geubels is?
Bregje Hofstede is een door de literaire kritiek bejubelde schrijfster, genomineerd voor alle mogelijke prijzen, maar van Philippe Geubels had ze nog nooit gehoord, zag ik kijkend naar De Slimste Mens.
Ik vroeg me af of andere grote schrijvers ook zo gespeend waren van kennis over populaire cultuur. Hemingway en Fitzgerald gingen om met de sportjournalist Ring Lardner. In de grote roman Tender is the Night is het personage Abe North zelfs deels gebaseerd op Lardner. De songschrijver Cole Porter behoorde tot hun Zuid-Franse vriendengroep, evenals de acteurs Mistinguett en Rudolph Valentino. De komische Dorothy Parker en Robert Benchley kwamen ook weleens langs met hun deadpan Philippe Geubels-grappen. Ik durf te beweren dat de beste Amerikaanse schrijvers uit de jaren twintig en dertig, voeg John Dos Passos er maar aan toe, absoluut op de hoogte zouden zijn geweest van het bestaan van een toenmalige Philippe Geubels.
Jammer voor Bregje Hofstede, maar als schrijver zou ze in die kringen niet hebben meegeteld.
Tenzij popculture iets typisch Amerikaans is. Iets waarop de literati in Europa zouden neerkijken.
Dan zou Bregje Hofstede in een traditie passen van mensen die hun neus ophalen voor televisie en voor mensen als Philipe Geubels die aan dat vulgaire medium hun faam danken.
Hoe zit dat in het anti-Amerikaanse filosofenland dat Frankrijk heet?
Welnu, het laatste boek van Frédéric Begbeider heet La frivolité est une affaire sérieuse.
De site van France Inter, radio, stelde hem de vraag wat voor hem popcultuur betekende.
“Het is alle cultuur die je niet hoort op France Culture. Ik wil ermee zeggen dat cultuur niet per se is voorbehouden aan de elite.”
Hij noemt Randy Newman en Rihanna als voorbeelden en blijkt een fan te zijn van de detectiveschrijver Frédéric Dard, die honderdvijfenzeventig policiers schreef met als hoofdpersoon commissaris San-Antonio.
Het begint er slecht uit te zien voor Bregje Hofstede, die blijkens de Slimste Mens dacht dat Bloemendaal in Gelderland lag.
Zou Begbeider een uitzondering zijn? Iemand die alleen maar wil shockeren en daarom van alles verzint wat de filosofen verachten?
Hoe zit het met Michel Houellebecq?
Dit is een citaat uit zijn nieuwe roman Sérotonine:
“Ik verafschuwde Parijs, deze weerzinwekkende stad vergiftigd door haar burgerlijke eco-moralisme (…) ik reed in een 4-wheel drive op diesel –misschien heb ik in mijn leven niet veel gepresteerd, maar ik zal op zijn minst hebben bijgedragen aan de vernietiging van de planeet.”
Dit zal je op France Culture echt niet met instemming geciteerd horen worden. De Franse hogere cultuur gaat moeite genoeg hebben met deze roman, eerste oplage 350.000 stuks, waarin Houellebecq, ver voordat de Gele Hesjes Parijs probeerden te verwoesten, haarfijn de onvrede op het Franse platteland aanvoelde waarvan de politieke elite geen idee had.
“Wat vind je van Barbie?” vroeg Philip Freriks naar de bekende weg bij de zelfverklaarde feministe Hofstede.
Van Barbie moest Bregje helemaal niets hebben, terwijl ze zelf de rol tussen de vier mannen om haar heen met verve vervulde. Niet alleen zag ze er prachtig uit –die nek, die ogen, het lichaam- maar bovendien wist ze niks.
“Wat weet je van Simone Kleinsma?” luidde de vraag.
Het bleef doodstil in huize Barbie waar de televisie nooit aanstaat.
Helaas moet ik de eerder gestelde vraag met “ja” beantwoorden. Schrijvers die serieus genomen willen worden, zouden beter op de hoogte moeten zijn van het triviale.
Henk Spaan