Amsterdam, 24 juni
De veroordeling van Marion Pauw tot de Gouden Strop, eerder deze maand, heeft geleid tot een storm van protest. Tegenstanders zijn van mening dat de prijs ‘niet meer van deze tijd is’ en eisen dat het vonnis vernietigd wordt. Pauw zelf zegt vooral berusting te voelen.
‘Ik heb veel troost van de tienduizend euro die ik kreeg toegewezen van de jury, zoiets geeft toch veel troost in moeilijke tijden.’ Tegenstanders van de Gouden Strop zijn dat niet met de auteur eens. Zij wijzen erop dat mensenrechten nooit afgekocht kunnen worden en beschuldigen de jury ervan misbruik te hebben gemaakt van de simpele aard van Marion Pauw.
Mensenrechtenadvocaat Wilbert Merel bereidt een zaak voor: ‘Dit zijn middeleeuwse toestanden. Zoiets verwacht je in Iran of Noord-Korea, maar toch niet in Nederland? Met deze veroordeling wordt een gevaarlijk precedent geschept.’
Juryvoorzitter Agnes Jongerius reageert laconiek. ‘Wat mij betreft heeft ze die Gouden Strop geheel aan zichzelf te danken. Niet alleen heeft ze dat boek met haar volle verstand geschreven, ze heeft moedwillig en zonder enig berouw acte de presence gegeven op voorleesavonden en signeersessies. Het bewijs is overweldigend.’ Merel onderkent de precaire situatie van de schrijfster, maar wijst erop dat het wel vaker gebeurt dat iemand later onschuldig blijkt. Die theorie wordt weggewuifd door Pauw die erkent het boek zelf geschreven te hebben. ‘Ik, en niemand anders is hiervoor verantwoordelijk. Het is aan mij om de gevolgen te dragen.’
Collega-auteurs hebben inmiddels een brandbrief opgesteld waarin ze een beroep doen op de menselijkheid van de jury en vragen om vrijspraak. Ondermeer Heleen van Royen, Susan Smit en Esther Verhoef ondertekenden het schrijven. Mocht hun beroep geen succes hebben dan krijgt hun collega bij daglicht de Gouden Strop. CPNB-directeur Henk Kraima snapt alle ophef niet: ‘Dit vonnis is een geweldige promotie voor het spannende boek. Bovendien, in andere landen hebben schrijvers om wel minder de strop gekregen. En die was vaak niet eens van goud.’