Het gedonder begon al bij de uitgeverij. Na lang aandringen en hevig zeuren werd mij een week na mijn oorspronkelijke verzoek eindelijk een recensie-exemplaar toebedeeld. Ik zou een echte Arnon Grunberg ontvangen, in oorspronkelijke staat. Tot mijn verbijstering ontving ik echter een afgeleefd en ronduit stuk exemplaar, zo ontbrak er een flink stuk van de voorhuid. De uitgeverij meende dat Grunberg in gave en originele staat was afgeleverd, en er restte mij niets dan te beginnen aan mijn recensie.
Laten we beginnen met het gebruiksgemak. Daarover niets dan lof. Arnon Grunberg zit vol met allerlei kieren en gaten waarin vuil en stof zich makkelijk ophoopt. Gelukkig is er over een oplossing goed nagedacht. Ik kreeg een handig klein borsteltje, dat zich overal gemakkelijk tussen laat wringen en pas na een paar maanden vervangen hoeft te worden. Ook leverde men een gebruiksaanwijzing met daarin tips voor het onderhoud. De gebruiksaanwijzing is zeer volledig, maar bij vlagen erg cryptisch: ‘Waar het vuil begint, daar eindigt het mededogen,’ daar kan ik geen chocolade van maken. Wel handig om te weten: Arnon Grunberg moet in lauwwarm water gewassen worden, hij vindt het niet erg als je het washandje hergebruikt. Maar meer dan drie keer is zelfs voor Arnon iets te veel voor het goede. Nadat ik kennis had genomen van al deze aanwijzingen, was de tijd gekomen om mij te verdiepen in Grunberg.
Ik besloot dat hij in de boekenkast kon slapen. Overdag mocht hij vrij rondlopen en drie keer per dag kreeg hij te eten. Na het eten mocht hij naar een cd van Bruno Mars luisteren, een mogelijkheid waar we overigens beiden gretig gebruik van maakten. Nadat hij een keer de hele nacht had overgegeven omdat hij gras had ingeslikt, besloot ik dat hij ook af en toe een lekkernij tussendoor mocht. Soms kon hij ook erg dwars zijn. Dan ging hij voor de televisie staan als het journaal begon, of – minder subtiel – scheet hij in de vriezer. De gebruiksaanwijzing zei dat je hem in dat geval goed moest tuchtigen, maar elke keer dat ik aanstalten maakte om hem te domineren dan zei hij: ‘een wereld zonder provocateurs is een wereld zonder toekomst,’ en dat is ook wel weer waar.
Op een nacht werd ik wakker van voetstappen op de gang. Normaal gesproken slaapt Arnon Grunberg als een marmot, dus ik wist meteen dat er iets aan de hand was. Zachtjes opende mijn slaapkamerdeur zich, en daar stond hij dan. Hij knipte het licht aan. Arnon was volledig gehuld in zijn Thomas de Locomotief pyjama, die in een apart pakketje werd bijgeleverd, en keek me zelfverzekerd aan. Ik zag nu pas dat hij een zeeleguaan op zijn schouder had. ‘Dit verhaal is niet bizar genoeg,’ zei hij zachtjes. ‘Je raakt de aandacht van de lezer kwijt.’ Daarna pakte hij de zeeleguaan met beide handen vast en smeet het ding tegen het plafond. Met zijn handen gevouwen bleef hij daar staan tot het stuiptrekkende dier zich gewonnen gaf. ‘Fictie begint waar het alledaagse ophoudt,’ fluisterde hij, en sloot de deur.
Arnon Grunberg krijgt van mij twee van de vijf sterren.
Nadia van Tholen