‘Meneer Kartner, wij van de commissie-Te-Doekel hebben u vandaag op het stadsdeelkantoor Oost-Watergraafsmeer uitgenodigd. Naar aanleiding van het rapport van de commissie-Te-Doekel willen we u graag enkele vragen stellen over uw rol bij de uitslag van het Nationaal Songfestival, dat, zoals u misschien wel weet, als voorronde dient voor het Eurovisie Songfestival dit jaar in Oslo.’
‘Ik ben ermee bekend.’
‘En was u als componist verbonden aan dit festival?’
‘Jazeker, ik heb één van mijn composities, namelijk Ik Ben Verliefd (Sha-La-Lie)voor dit muziekevenement ter beschikking gesteld.’
‘Maar dat was niet het enige. Ook had u een doorslaggevende stem in de selectie van de kandidaat om naar Oslo te sturen. Kunt u ons eens uitleggen hoe u uiteindelijk tot uw keus voor Sieneke bent gekomen?’
‘Nou, ja, ik voel me erg ongemakkelijk nu ik hier zo over aan de tand gevoeld word. Met dat idee ben ik niet naar deze zitting gekomen. Ik heb van te voren gezegd dat ik niet in deze positie geplaatst wil worden.’
‘Wilt u antwoord geven op de vraag?’
‘Goed, omdat het moet. Maar u moet weten, met de wetenschap van nu is het allemaal anders. Afgaande op de informatie die mij toen ter beschikking was gesteld, moest ik een lastige keuze maken. U moet weten, er heerste een schisma onder de toenmalige jury, en de uitkomst van het referendum dat we hielden onder het volk gaf ons niet de gewenste uitkomst. Vinzzent was gewoon geen optie.’
‘Uw keuze kwam inderdaad niet weloverwogen over.’
‘Ik was niet in topvorm.’
‘U heeft ons gewoon het songfestival ingerommeld!’
‘Nu presenteert u het als een voldongen feit. Als u zich had verdiept in de kennis van toen, had u geweten dat het balletje ook de andere kant op had kunnen rollen. Het was een kruis-of-munt-situatie, voorzitter.’
‘Maar hoe reageert u op de conclusie van het rapport dat hier voor me ligt, dat u zich bij het besluit vooral hebt laten leiden door uw collega Ben Cramer, die zei, en ik citeer: ‘Volg je hart. Zeg dan Sieneke’?
‘Ik vind het normaal dat een leider sommige zaken overlaat aan capabele vakgenoten. Daar zijn ze immers voor. Er is uiteindelijk een zuivere afweging gemaakt, ook al kan er over de juridische grondslag anders gedacht worden.’
‘Verklaar u nader, meneer Kartner.’
‘Of er nou een volkenrechtelijk mandaat was, of niet, er moest een keuze gemaakt worden. Nou, dan Sieneke.’
…
‘Kunst is oorlog, meneer Te Doekel.’