Wie na het zien van het filmpje van het slachthuis in het Belgische Tielt dacht dat het allemaal niet erger kon, raad ik beslist niet aan het item hierover in de talkshow Pauw te bekijken. Het was al gruwelijk genoeg om varkens uit veewagens getrapt te zien worden, per ongeluk onverdoofd terecht te zien komen in het dampend hete bad dat bedoeld is om hun haren af te schroeien, om daar vervolgens in te verdrinken (ik help u maar even herinneren). Ook dat ene varken waarvan de achterpoten gebroken waren, dat als een slecht in elkaar geschroefde campingtafel onder zijn eigen gewicht bleef inzakken, zal ik niet snel vergeten. Vooral omdat er meer en meer bewijs is dat varkens intelligent zijn, een gevoelsleven hebben en bijvoorbeeld graag spelen. Dat had je natuurlijk ook wel op je klompen aan kunnen voelen, ware het niet dat niemand in zo’n slachthuis nog klompen draagt, maar van die steriele, blauw-plastic overtrekschoenen met antislipzool. Goed.
Er mag dan nog geen enkel aannemelijk wetenschappelijk bewijs zijn voor het gevoelsleven van Jeroen Pauw, toch verdroeg ik nog slechter dan al dat varkensleed hoe deze arme presentator, machteloos als een ondersteboven aan een vleeshaak opgehangen zeug, moest toekijken hoe het item over de gevolgen van vlees eten door zijn drie gasten toegetakeld werd. Het moet ‘s middags op de redactie zo’n simpele boodschap hebben geleken: ja, de martelingen uit het Belgische slachthuis zijn in Nederland verboden en ja, daar wordt ook op gecontroleerd. In principe hoef je dus niet bang te zijn dat je rollade een paar dagen eerder nog met SS/Stasi/CIA/Assad/IS… (vul hier het schrikbewind in dat u het liefst als moreel nulpunt gebruikt)-methoden gefolterd is. Aan de andere kant: het leven in de vee-industrie is wel degelijk gruwelijk: dat biologisch vlees bijna twee keer duurder is dan normaal vlees zou niet tot de reactie “dat biologische vlees is belachelijk duur!” moeten leiden, alsof die bio-varkens hun dagen cognac-slurpend en Cubaanse-sigaren-rokend doorbrengen, maar omgekeerd; niet-biologisch vlees is gewoon belachelijk goedkoop, bijvoorbeeld omdat die varkens hun hele leven binnen doorbrengen op een enkele betonnen vierkante meter. Dat drukt de prijs vanzelf. Wat steken we hier nu van op, kijkbuiskinderen thuis? Eet minder vlees, en eet het biologisch.
Deze bruikbare consumententips bleek echter veel te simpel voor de gasten bij Pauw, die liever etaleerden dat er nog een hoop denkwerk en twijfel komt kijken bij een probleem als dierenleed. Zoals: hoe kunnen we weten of een dier lijdt? En is dat dan erg? In het verlengde daarvan: kunnen we überhaupt ooit iets weten? Wat is kennis? Hebben mensen eigenlijk wel een bewustzijn? Wie zegt dat mijn leven niet eigenlijk een computersimulatie is? Of, om deze diepe filosofische bespiegelingen op de vee-industrie te betrekken: als er een krijsend varken in een broeibad van 60 graden ligt te spartelen, maar er is geen dierenrechtenactivist bij om het te filmen, gebeurt het dan wel echt?
Deze epistemologische twijfels werden onder meer verwoord door een zekere Gertjan Kiers, fulltime slager en parttime denker, die de volgende woordcombinatie te berde bracht: “Feit is dat als je vlees betrekt van leveranciers, dat je weet waar het vandaan komt, en dan ga ik ook kijken. Maar dat wil niet zeggen dat als ik er ben, dat alles goed gaat, als ik wegloop gaat het misschien verkeerd. Dus ja, heb je honderd procent zekerheid? Dat durf ik niet te zeggen.” Een interessante kritische noot bij de veronderstelde kenbaarheid van de werkelijkheid, moet ik zeggen. Dat Gertjan deze buitenmenselijke inzichten niet te danken heeft aan de hoeveelheden groeihormonen die hij dagelijks naar binnen lepelt, bewees dierenrechtenactiviste Madelaine Looije. Zij had de tegenwoordigheid van geest op te merken dat “alleen camera’s ophangen niet genoeg is,” omdat “iemand die beelden ook moet gaan bekijken.” Helemaal juist, Madelaine, tien punten voor Team Vega!
Vervolgens kwamen we op een even zo interessante de definitiekwestie: “Bestaat er wel diervriendelijk vlees?” Inderdaad, goed gezien, bij de productie van vlees worden er dieren gedood. Dat is inderdaad maar moeilijk te rijmen met een bijvoeglijk naamwoord “vriendelijk”, dat we tenslotte maar zelden associëren met anderen ongevraagd de keel oversnijden. Toch lijkt het me, voor een publiek van niet-vegetariërs, beter om te benadrukken dat er wel degelijk diervriendelijkere opties zijn dan het eerste het beste supermarktgehakt. Maar nee, in plaats daarvan brabbelt schrijfster van spirituele boeken Susan Smit, die is uitgenodigd om de reden dat ze vegetariër is, het volgende: “Die keurmerken zijn nog het verwarrendst, vind je niet? Dat betekent helemaal niks! En dat is volgens mij juist de bedoeling! De verwarring stichten, zodat je denkt, o, groen, vink, mwah, beter leven, goed, goed gevoel, gooi ik in mijn, ja.” Pauw moet toch hebben gebaald dat hij een gast had uitgenodigd om over dierenwelzijn te praten die nog te dom is om een gezonde-keuze vinkje en de beter-leven-ster uit elkaar te houden, terwijl je alles over die sterren gewoon op www.beterleven.dierenbescherming.nl kunt vinden.
Pauw, doodvermoeid als een fokzeug die haar leven lang is volgespoten met zaad, en door elke nieuwe leg opnieuw is leeggezogen, ingeklemd tussen een stalen hekwerk om te voorkomen dat ze bovenop haar biggetjes ging liggen, constateert aan het einde van het gesprek: “Kortom, we hebben na 12 minuten helemaal niks opgelost, mag ik het zo samenvatten?” Ja, Pauw, dat mag best.
DM