Schrijfambities zijn de duurste ambities. Je zou in deze tijd maar een provinciaal zijn die schrijver wil worden. Aan Bulgaarse minderjarigen die denken in massagesalons te werken wordt in Amsterdam minder verdiend. De Querido-academie, de Schrijversacademie Editio en andere hoofdstedelijke bloedhonden staan in de rij om je je spaargeld afhandig te maken voor acht middagen ‘werken aan je manuscript’, altijd onder begeleiding van iemand die zelf matige boeken of gedichten heeft geschreven, zoals Anne Vegter.
Zo’n cursus bij de Querido-academie kost 1295 euro, maar er zit heel wat bij inbegrepen: een leesverslag van je manuscript door een redacteur van Querido, koffie en thee, soms zelfs belegde broodjes, en het boek Het schrijven van een roman van Arie Storm. Die ligt twee straten verderop ook voor drie euro in de ramsj, maar laten we niet flauw doen, die voorraad in de kelder van Querido moet ook een keer op. Met de komst van schrijfcursussen en –opleidingen is er een op het eerste gezicht goed functionerend literair ecosysteem ontstaan – hele uitgeverijen worden financieel gezond gehouden door die één miljoen Nederlanders die ooit nog eens een boek zouden willen schrijven. Bovendien kunnen de docenten dankzij hun salaris weer een weekje naar een Waddeneiland om de literatuur te redden.
Bovenaan de voedselketen in het ontstane ecosysteem prijkt literair predator Paul Sebes, de man die geld verdienen aan mensen die niet kunnen schrijven in ons land naar een hoger niveau heeft weten te tillen. Zo mochten dankzij bemiddeling van Sebes & Bisseling literary agency Toen ik je zag van Isa Hoes, PAAZ van Myrthe van der Meer en alle vertalingen van de Dalai Lama het daglicht zien. Om de huur van het statige grachtenpand waar het agentschap zetelt te kunnen betalen, en nog wat over te houden voor bacardi’s in de NYX, geven Sebes en zijn schildknaap Willem Bisseling sinds enkele jaren de masterclass Literair Debuteren. Voor 1450 euro krijgen de deelnemers tijdens de tweedaagse cursus een ‘close reading’ van hun tekst door Sebes en Bisseling. Die close reading kan echter ook plaatsvinden in Zuid-Spanje, ‘waar in een prachtige omgeving de aandacht in volle rust volledig uit kan gaan naar de deelnemers en hun tekstfragmenten’. Kan dat in Amsterdam dan niet? Moet je 1995 euro exclusief reis –en verblijfskosten betalen om twee dagen lang de volledige aandacht van Paul en Willem te vangen? De verlokkingen van Marbella zijn blijkbaar moeilijk te weerstaan.
Toch zijn Sebes en Bisseling de kwaadste niet: met hun boek Alweer een bestseller. Schrijftips en belevenissen van twee literair agenten doen zij in feite aan ontwikkelingshulp – voor nog geen twintig euro kunnen ook de lagere inkomens een graantje meepikken van de goed bewaarde geheimen die de agenten doorgaans alleen tijdens hun cursussen voor de puissant rijken rondstrooien. Een voorbeeld van waardevolle informatie uit een passage over netwerken: ‘Hoe leer ik al die mensen kennen, met mijn drukke gezin en baan ver buiten Amsterdam? Begin met het bezoeken van voorleesavonden, signeersessies, literaire festivals en dergelijke. [….] Als je tijd hebt, kun je ook de juiste horecagelegenheden in Amsterdam bezoeken, cafés De Zwart, De Pels, De Doffer rond borrel –en lunchtijd.’ Dat was een mooie tip geweest voor de masterclass ‘Hoe kan ik Paul Damen de hele dag zien drinken?’, maar behalve Dimitri Verhulst is er nog nooit iemand beter geworden van het observeren van alcoholisten.
Alweer een bestseller leest als de onthulling van een recept dat iedereen al kende: voor een goed boek moet je research doen, de hoofdpersonages dienen een ontwikkeling door te maken, en je moet de interpunctie niet vergeten. Iedereen die het boek wil lezen vanwege de ‘belevenissen van twee literair agenten’ die de subtitel ons belooft, kan om een indruk te krijgen waarschijnlijk beter een avondje naar één van de vele etablissementen op de Reguliersdwars.
Hoewel Paul Sebes’ zoektocht naar literair talent zich doorgaans niet buiten de deuren van De Trut afspeelt, heeft de AVROTROS hem en Willem Bisseling bereid gevonden om een uitstapje naar de publieke omroep te maken. Het agentenduo is gevraagd om samen met Saskia Noort de jury te vormen van het programma De pennen zijn geslepen, waarin zeven bekende Nederlanders wekelijks een schrijfopdracht zullen uitvoeren. Paul Sebes in een Idols-achtige setting plaatsen: alles wijst erop dat dit het beste plan van de AVROTROS is sinds Te land, ter zee en in de lucht. Heeft er ooit iemand op deze planeet geleefd die meer op Jerney Kaagman lijkt dan Paul Sebes? Deze man is, afgezonderd van onze favoriete parkinsonpatiënte, met grote zekerheid de enige die kandidate Tinkebell aan het huilen kan krijgen.
Het aantal manuscripten dat dagelijks bij het agentschap Sebes & Bisseling op de deurmat ploft zal met het uitzenden van De pennen zijn geslepen verdrievoudigen. Paul en Willem zullen nog meer masterclasses moeten organiseren om iedereen te vertellen dat er wel een innerlijke noodzaak moet zijn. Er zal sans gêne geschreven worden, het principe show don’t tell zal na vijftien cava door Sebes worden gedemonstreerd, en er zullen heel wat darlings worden gedood. Hing er in die Spaanse villa maar ergens een tegeltje van Menno ter Braak aan de muur, die in één zin en bovendien in behoorlijk Nederlands kon zeggen wat goed schrijven is (‘overvloed met een minimum aan uitdrukkingsmiddelen’).
MM