Als iemand mij tegenwoordig zegt feminist te zijn, zeg ik: ‘Ik ook! Maar geen idee wat het betekent.’ Dat is alleraardigst, want dan moet die ander dus gaan uitleggen wat het betekent. Ga daar maar aan staan. Laatst deed ik het bij Hadjar Benmiloud, ’t lieve ding, al kon ik beter schaamteloos naar haar twee lieve dingen staren dan dat ik haar zo noemde, zoveel begreep ik wel.

Hadjar Benmiloud werd niet uitgenodigd voor het Boekenbal dit jaar, naar eigen zeggen omdat zij een feministisch platform had opgericht en de literaire wereld een mannenbolwerk is, terwijl ‘vrouwen als consument en producent de literaire wereld overeind houden.’ Ik weet niet of ze met ‘producent’ schrijvers of uitgevers bedoelt, maar in beide gevallen geloof ik het zonder meer. E.L. James, toch niet de minste, heeft de meeste boeken verkocht van de afgelopen vijf jaar en was niet uitgenodigd. In de uitgeverij zitten ook een hoop vrouwen. Welke ik ook bel, ik krijg altijd een vriendelijke jonge receptioniste aan de lijn. Dat vrouwen oververtegenwoordigd zijn in het lezersbestand, geloof ik evenzo graag, maar er was natuurlijk ook nog zoiets als een Boekenbal Voor Lezers. Was Hadjar daar dan ook niet voor uitgenodigd?

Hoe het ook zij, uiteindelijk was ze toch binnengekomen, want ik zag haar in de foyer.
‘Hey Hadjar! Ben jij ook gewoon binnengekomen? Ik ook! It takes a nation of millions to hold us back, niewaar?’
‘…Pardon?’
‘O, ja, ik was ook niet uitgenodigd,’ mansplainde ik haar. ‘Waarschijnlijk omdat ik feminist ben. Ik bedoel, kijk om je heen: like OMG #boekenbalzopenis!’ maar toen ik mijn hand ophield voor high five, ging ze mij in mijn kruis grijpen en hard knijpen.

‘—Hoe penis?’ zei ze koeltjes.
‘Z…o…?’ piepte ik. Ze kneep harder.
‘It takes a nation of millions is van A Tribe Called Quest, dat zijn black nationalists. Ben ik soms zwart?’
‘Intersectionele systeemkritiek,’ stamelde ik.
‘Wat is de laatste vrouwelijke schrijfster die je las?’
Ik bezat geen adem meer. Ik kon niks zeggen. Met naar evenwicht maaiende handen trachtte ik tenslotte mijn gesigneerde pocket Harry Potter en de Vuurbeker ter bewijsvoering uit mijn binnenzak te halen, maar ik voelde mij steeds flauwer worden.
‘Wat een schaamteloze appropriatie! Heb je soms ook Maori tatoeages, of een verentooi? Welja, dop je boontjes met een samoeraïzwaard! We hebben jouw sympathy helemaal niet nodig, vieze helper male.’
‘Maar wat als ik me nu identificeer als vrouw!’ proestte ik.

Ze liet los. Haar blik veranderde. Eerst keek ze verontschuldigend, toen begripvol en zelfs zusterlijk.
‘Sorry meid, maarje kan niet voorzichtig genoeg wezen tegenwoordig. Mannen denken nu eenmaal dat ze ook feminist kunnen zijn. Dat krijg je er niet zomaar uit.’
‘Kan dat dan niet?’ hijgde ik.
‘Nee, natuurlijk niet! Feminisme is geen mening, geen standpunt dat je zomaar even kunt innemen door op wat stellingen te wijzen of met argumenten te komen. Feminisme, dat bén je. Daar groei je in, als vrouw, in gevecht met het verstikkende keurslijf, opgedwongen door het ressentimentele patriarchaat. Mannen snappen dat niet.’
‘Tenzij ze zich als vrouw identificeren.’
‘Precies! Als een vrouw. Want dé vrouw bestaat niet,’ decreteerde ze. ‘Elk feminisme is anders, maar stamt uit dezelfde grond: je bent feminist, omdat je een vrouw bent. Of je er als een identificeert.’

Ik deed al geen moeite meer haar te begrijpen. Wat is het toch heerlijk om naar een vrouw te luisteren die je dingen uitlegt die je toch al begrijpt. Wat is begrip?Deze club wil niet begrepen worden. Opeens begon het me te dagen. De hele logica scheen me als een kinderspelletje toe. Eigenlijk is het een beetje als met voetbalclubs. Iemand uit Sittard is voor Fortuna, iemand uit Noordwijkerhout voor VVSB. Een neger een abolitionist, Lincoln een helper whitey. Een vrouw is feminist. Een man seksist.

‘—Ik begrijp je niet,’ sprak ik opeens.

Ze stopte middenin haar zin. Er was een fonkeling, ergens. Een zacht gevoel ook, wederom in mijn kruis. ‘Denk je dat die vrouw waarmee je je identificeert zich wellicht als man identificeert?’

Toen ik de afgesproken 30 seconden na haar uit het personeelstoilet kwam, zag ik Humberto Tan staan. Hij praatte met Sylvana Simons en de vriendin van Robbert Vuijsje.
‘Humberto!’ riep ik al. ‘My nigga!’

feministies

LAH

Archief