arieEr zijn maar weinig dingen waar ik echt bang voor ben. Vliegtuigen, tandartsen, parkieten, parachutisten, aids, suikerriet, tuberculose, ebola, zombies, clowns, oeigoeren, acrobaten, dansmuziek, Volkskrant Magazine, ja dat was het eigenlijk wel zo’n beetje. Maar toen ik onlangs Arie Boomsma op straat zag lopen, heb ik me thuis in foetushouding onder mijn bed genesteld en ben er pas weer onder vandaan gekomen toen vrienden en familie bezwoeren dat de kust weer veilig was.

Sluit Richard Dawkins op met Arie Boomsma en hij komt gegarandeerd halleluja roepend en met de handen ten hemel geheven naar buiten. Er bestaat simpelweg geen remedie voor die verschrikkelijke, angstaanjagende redelijkheid. Ook ik zal zwichten. Arie zal zijn hand op mijn schouder leggen en vragen: ‘Wil je eens aan mijn tatoeage voelen? Toe maar, het mag.’ Wanneer je dan uitgevoeld ben, stelt hij voor om over het geloof te spreken. ‘Vooruit, eventjes dan,’ antwoord je argeloos. Daar heeft hij je. Arie heeft een God geschapen naar zijn eigen evenbeeld. Een moderne God die naar je luistert en van wie alles mag en niets hoeft. Een prima kerel dus, en waarom zou je daar niet in willen geloven? Een kwartiertje Boomsma en je bent nooit meer hetzelfde.

Het programma 40 dagen zonder seks is daar het beste voorbeeld van. Hierin gaat Arie langs bij jongens en meisjes die vaker geslachtsdelen in de mond nemen dan een tandenborstel. Een zinloos bestaan volgens de EO, en zodoende wordt het zwaarste kanon in stelling gebracht. Nietsvermoedend komen de geile deelnemers thuis en treffen daar tot hun verbazing Arie Boomsma op hun slaapkamer aan. Niet om hen seksuele gunsten te verlenen, maar om ze te vertellen dat ze meer dan een maand geen gemeenschap mogen hebben. Alsof dat nog niet genoeg reden is om hem à la minute door het raam te smijten, heeft hij een sinaasappelkistje bij zich waarin iedereen zijn condooms, pornocollectie en attributen moet deponeren. Ieder zinnig zou op het moment dat hij dat verzoek uitspreekt de rubberen vuist uit het nachtkastje halen en het na een vlugge schijnbeweging op zijn gereformeerde ballen doen neerploffen.Dit is echter niet wat er gebeurt. In de echte wereld legt iedereen zijn of haar spullen in het lege sinaasappelkistje, houdt het veertig dagen vol en vertelt aan het einde hoe leerzaam deze ervaring is geweest. Arie Boomsma heeft meer effect op de menselijke hormoonspiegel dan chemische castratie.

De reden van zijn overredingskracht is een wereldse. Hij is knap. Los van het feit dat hij sprekend op Jezus Christus van Nazareth lijkt, is er niets dat doet vermoeden dat men hier met een gelovige te maken heeft. Zoiets schept vertrouwen. Mensen zijn niet op hun hoede als ze met Arie spreken, zoals ze dat wel zouden zijn als de dominee met vlekkerige handen en ribfluwelen broek ze een snoepje aanbiedt. Gek genoeg is dat zijn ondergang geworden bij de Evangelische Omroep. Hoewel ideologische verschillen op papier de oorzaak van de breuk zijn, ligt de schuld in werkelijkheid bij de verschijning van Boomsma. Leuk voor kijkers, niet voor zijn collega’s. Thijs van den Brink presenteerde zelfs een radioprogramma met Arie omdat het contrast op beeld gewoon te groot is. Onlangs zag ik EO-presentator Marc Dik met een pastelkleurig dun shawltje om zijn nek zoals je die normaal alleen ziet bij mensen die bij de Zara werken of op trendy wijze eczeem proberen te verbergen. Voor je het weet vraagt Andries Knevel of hij Het elfde uur voortaan in hippe driekwartbroek mag presenteren. Nee, om te voorkomen dat de EO haar magazijnmedewerker van C&A moest vervangen door een echte styliste, was er slechts één optie: Arie eruit.

Dat was een moedige maar riskante zet. Boomsma kan met zijn looks en charisma immers een beweging beginnen die vele malen groter kan worden dan de EO. Het grote gevaar van Arie Boomsma zit hem in zijn redelijkheid. Alles wat hij zegt klinkt redelijk, omdat het dat ook is. Homo’s trouwen? Tuurlijk! Zondagrust? Dat mag je lekker zelf weten. Boomsma is woordblind als het op het oude testament aankomt. Als God het morgen kikkers laat regenen dan gaat Arie Boomsma met een plastic emmertje de straten af om alle beestjes weer netjes in de natuur uit te zetten. Verandert Jahweh het rivierwater in bloed? Dan schenkt Arie het over in boterhamzakjes en levert het af bij het dichtstbijzijnde kinderziekenhuis.

Wie het oude testament terzijde legt, vernietigt de charme van het geloof. Leven met het feit dat jouw God mensen ruïneert of in zoutpilaren verandert wanneer het hem zo uitkomt, van de aarde een waterballet maakt als hij zich genegeerd voelt en tóch van hem houden. Dat is karakter. Dat is toewijding. Geloven in een Opperwezen dat alles maar prima vindt, getuigt van spirituele lafheid. Vandaag zijn homo’s welkom, morgen is abortus weer bon ton en overmorgen is er gratis biefstuk met frieten voor iedereen die zich laat dopen. Geloven in de God van Arie Boomsma is de tour de France rijden op een snorfiets.

Gelovigen die wél rechtlijnig zijn, weten dat de komst van de Antichrist vooraf zal worden gegaan door die van een valse profeet. Iemand die de eindtijd zal inluiden met zijn gladde praatjes en valse geschriften. Wanneer vlammen de hemel verzwelgen, epidemieën de mensheid geselen en het ritmische hoefgetrappel van de vier apocalyptische ruiters ons doet sidderen, zal naast hen een vijfde paard verschijnen. De ruiter staat rechtop in de beugels. Boven zijn paardrijbroek draagt hij slechts zijn ontblote torso. Hij lacht en hij zwaait naar de mensen beneden. Onder zijn lange lokken ziet niemand dat hij ook hoorntjes heeft.

Archief