Janne-SchraVroeger was de dichtkunst een verheven discipline. Er schijnen zelfs tijden te zijn geweest waarin de poëzie als de enige echte vorm van literatuur werd gezien en waarin het schrijven van romans iets was voor vrouwen of andere leeghoofdigen. Tijden veranderen.

In het nu zijn dichters niet meer dan literaire pispaaltjes (niet te verwarren met piet paaltjens). Daar geven ze met hun vergeelde shagbekken, okselgeur en gebrek aan publiek alle aanleiding toe, maar daarin verschillen ze helemaal niet zo veel van romanschrijvers, behalve misschien qua belangstelling maar die is doorgaans ook niet terecht.
Zoals negers in de VS nog niet zo lang geleden vriendelijk doch dwingend gevraagd werd hun handen te wassen in aparte lavatoria, zo heeft het CPNB bedacht dat de poëtenkliek van de rest van het volk gescheiden moet blijven. Om die reden organiseerde het propagandaorgaan der Nederlandse letteren vorige week het eerste Dichtersbal, het misbruikte broertje van het grote Boekenbal. De enige charme van het Boekenbal is het gegeven dat niet iedereen ernaartoe mag: alleen wie danst naar de pijpen van het CPNB wordt uitgenodigd, de rest moet allerlei omslachtige trucs verzinnen om binnen te komen. Zo niet op het Dichtersbal. Elke clochard mocht gratis naar binnen, niet omdat zwervers en dichters in de praktijk niet van elkaar te onderscheiden zijn maar omdat een schouwburg niet zomaar is gevuld met poëzieliefhebbers.

Met de invulling van de avond zal ik u niet te veel vermoeien. Zo’n beetje alle dichters van het land waren opgetrommeld om het een of andere kunstje te vertonen. U had er waarschijnlijk bij moeten zijn. Of niet. Die dichters kunnen me verder gestolen worden, goede gedichten laten zich doorgaans niet voordragen, die leest men in alle rust thuis, of men doet alsof.

Er was die hele avond, naast een stel goed gevulde glazen, eigenlijk maar één noemenswaardige aanwezige. Haar naam is Janne Schra. Janne Schra is eigenlijk een zangeres en geen dichteres, maar ze trad toch op want als je tijdens zo’n avond écht alleen maar dichters up de bühne zet komt er natuurlijk helemáál niemand en Janne Schra is de perfecte reden om ergens heen te komen. Janne zat vroeger in het best succesvolle bandje Room Eleven, dat lekker toegankelijke muziek maakte voor middelbareschoolmeisjes. Op een gegeven moment vond Janne dat wel mooi geweest, waarmee haar roem nogal afnam. Ik ontdekte een paar weken terug tijdens een heftige zwerftocht op een website vol video’s dat Janne Schra tegenwoordig in haar eentje liedjes maakt. Ik ontdekte ook wat gebruiker ‘Satan666hel’ van pizzeria Antonio in Franeker vindt (‘Een kutrestaurant is het met een zooitje smerig kutvreten! In de gemiddelde jodebarak in ww2 werd beter vreten geserveerd dan bij dit smerige mussolini tuig!’), maar dat is even minder belangrijk want godverdomme man, die Janne Schra! Ze ziet eruit als een roomsoesje en wie haar hoort zingen raakt meer vertederd dan wanneer men een goedlachse peuter dekens ziet uitdelen aan Syrische vluchtelingen.

U begrijpt dat Janne Schra de enige reden was dat ik het Dichtersbal bezocht. Omdat de hele Stadsschouwburg het toneel was van echt heel veel dingen tegelijk dreigde ik haar optreden mis te lopen, waarop ik, mismoedig door het trappenhuis dwalend, een wanhoopskreet slaakte. ‘Waar is die ontzettende kut van een Janne Schra dan?’, riep ik. Toen keek ik naar links. Recht in het gezicht van Janne Schra. Ze legde haar hand op de hoorn en zei: ‘Ik sta net even met mijn moeder te bellen.’ Sindsdien wil ik het liefst dood.

Archief