Zijn rugtas is voller dan strikt noodzakelijk. Elke dag stopt hij alle boeken die hij heeft in zijn rugtas en neemt ze mee naar school, ongeacht of het vak wel ingeroosterd staat. Tegen het einde van de lunchpauze veegt hij de broodkruimels uit zijn encyclopedie en gaat alvast voor het klaslokaal staan zodat hij zich verzekerd weet van een goede plek vooraan. Zijn brilletje zet hij nog even recht op zijn neus. Joost Eerdmans is er klaar voor, hij heeft een missie. Ooit zullen de mensen zien hoe slim hij is.
Eerdmans is een jongen van de gestampte pot. Hij weet hoe het spel werkt. Wil je als lenig te boek staan, mijd dan het gezelschap van acrobaten. Wil je intelligent worden gevonden: sluit je dan aan bij een gezelschap waarvan de intellectuele bagage ook bij Ryan Air gratis mee mag. Zo kwam het dat Joost Eerdmans zich begin deze eeuw aanmeldde bij de LPF, waar hij al snel furore maakte als het brein van de fractie. Dat is niet heel opmerkelijk voor een partij die haar begroting door schoolklassen op excursie liet doorrekenen, maar daarom niet minder verdient. Maandenlang slaagde Eerdmans erin om geen pistool te trekken, ministers ook zonder hulplijn te herkennen en groeit in korte tijd uit tot een soort dorpoudste die altijd raad weet. Hij helpt João Varela geduldig met zijn tafels en staartdelingen, laat Winny de Jong driemaal daags uit in het bijgeleverde tuigje en weet Mat Herben zelfs ten dele zindelijk te krijgen. Helaas is het hele avontuur al snel voorbij, maar de naam van Eerdmans als bolleboos is definitief gevestigd.
Gelukkig zitten types als Joost Eerdmans zelden lang stil. In 2009 dook hij plotseling weer op, dit keer als oprichter van het burgercomité tegen onrecht. Een groep bezorgde burgers die, zoals de naam al een beetje impliceert, tegen onrecht is. Het moet een geheimzinnig genootschap zijn, dat burgercomité tegen onrecht. Een groep mannen in cape die zich rond schemering bij de bosrand verzamelen om elkaar daar met gedragen stem voor te lezen uit De Telegraaf van die ochtend. Soms sluipen ze een gevangenis binnen om stiekem de verwarming wat lager te zetten, of zamelen ze lege flessen in voor mensen die dat zelf niet kunnen betalen. Het gaat het burgercomité om wezenlijke dingen. Niet het onrecht van de gekrompen trui die niet meer geruild kan worden, of je favoriete koekje dat uit het assortiment verdwijnt. Het gaat ze om zaken die iedereen aangaan. Waarom word je dochter wel verkracht door een Antilliaan, en niet door die leuke knul van hiernaast? Waarom lopen bejaarden in een vierentwintig uurs luier en moet de hardwerkende Nederlander gewoon naar het toilet? En uiteindelijk altijd toch: waarom is mijn favoriete koekje uit het assortiment? Deze, en vele andere vragen probeert Joost Eerdmans op de politieke agenda te zetten. Sinds kort heeft hij daar een extra middel voor: de media.
Het kwam voor iedereen als een grote verrassing dat Eerdmans de overstap naar het televisiewerk maakte. Voor de kersverse omroep WNL presenteert hij een satirisch nieuwsprogramma waarin hij de gasten van hun apropos probeert te brengen door op alles wat ze zeggen driftig knikkend in te stemmen. De afleveringen hebben nog het meeste weg van Tommy’s Teleshopping, waarin niemand zich ooit lijkt af te vragen wat precies de toegevoegde waarde is van een keukenmachine die ook werkt als je hem ondersteboven houdt. Het is Willem Wever voor volwassenen. Joost Eerdmans heeft de journalistieke doortastendheid van een afgeprijsd badpak. De geslepenheid van twee emmers kwark in een kussensloop. Hij zou de waarheid nog niet uit een mormoon kunnen krijgen met een pincet en een tosti-ijzer. Als zijn gasten de studio uitkomen hoeven ze de rest van het jaar niet op vakantie.
En toch, achter dit fiasco schuilt een gedachte. Eerdmans is te slim om te falen, hier is over nagedacht. Of het nou een politieke partij is, een burgercomité of een omroep: Joost Eerdmans is altijd op zoek naar een nieuwe groep mensen die het met hem eens is. Het is zijn wens om te behagen. Hij is een koopman in bevestiging. Zijn meningen zijn het product van een weloverwogen strategie. Zolang je het met de massa eens bent, blijf je altijd relevant. Dan verdwijn je niet uit beeld, zelfs als de partij ophoudt te bestaan. Joost Eerdmans trekt als een lompenboer van afgedragen meningen langs gemeenplaatsen in gans het land. Hij laat zijn lot afhangen van dat wat er altijd zal zijn: een meerderheid. Er is markt voor, in elk segment. Als de tijd rijp is, zal hij op theatertour gaan. Niet meer dan een man en zijn microfoon. Zalen in iedere gemeente zullen volstromen met mensen op zoek naar een echoput. Mensen dringen zich gloeiend van opwinding naar voren om hun onverbloemde mening te geven, en op alles wat ze verkondigen zal Joost Eerdmans zeggen: ‘Precies meneer. Zo is het maar net.’