Het was me het weekje wel weer. Zo’n week dat de Volkskrant heerlijk recalcitrant uitpakt met een pagina vol met lullen. Wat hebben ze zitten gniffelen daar op de redactie. ‘Kan dit wel?’, ‘Wat zou Pieter ervan zeggen?’. Tot hun teleurstelling bleek Pieter het goed te vinden, en belandde dit Volkskrant Magazine bij alle abonnee’s, en boven het bed van Broertjes. Het leek maar zo kort geleden dat deze redacteuren stiekem jointjes rookten in het park, en nu komen ze erachter dat vader een wietkwekerij op zolder heeft.
Maar natuurlijk bevatte dit nummer ter compensatie een diepte-interview met Boris Dittrich, de enige man die Paul Rosenmöller voorbij heeft kunnen streven voor de titel van ‘die ene homo-politicus’. Ho ho, laat er van ons niet gezegd worden dat we niet serieus omgaan met onze andersdenkende medemens.
Het was deze week dan ook niet makkelijk om genuanceerd te zijn over homo’s. Homo’s blijken weer overal hetzelfde te zijn. Als er in Moskou homo’s demonstreren, doen ze dat op het moment dat het songfestival aan de gang is. Publicitair gezien een geniale zet, precies op het moment dat de broeders en zusters in het buitenland wegzappen bij de jurering van Albanïe, staan ze daar op het avondnieuws.
Ikzelf zat natuurlijk al de hele dag Nederland 1 te kijken, wachtend op het journaal. Ook al woon ik al jaren zonder moeder of vriendin, op zondag moet er in huize Glerum een man de hele dag in de leren fauteuil zitten met een krant op schoot en de tv aan. Ook al brengt niemand hem jenever of aardappels met draadjesvlees. Net zoals de zondagen hiervoor was het weer de moeite waard. Bij de verslaggeving van de demonstratie bleken ze daar in Moskou een heuse homobeweging te hebben. Ik zou er bijna bij wegzwijmelen. Mannen die er verzorgd uitzien, ook al vergaderen ze in vochtige kelders bij flikkerend tl-licht. Een gesloten front van coltruien en baretten. En niet weerloos. Als ik de Gay Pride bekijk, zie ik boot na boot, stuk voor stuk gevuld met twintig tot veertig keiharde, getrainde spierbundels, ingeölied en zonder belemmerende kleding. Klaar voor het gevecht, zeker als het een partijtje worstelen betreft. Als er één leider zou zijn, en daarbij stel ik me een flinke kapitein voor met dito snor, die het roer omwendt om het tuig in Slotervaart op hun terrein aan te pakken (eerst van de grachten terug naar de Nassaukade, vanaf daar is het nog maar een klein stukje varen naar de Sloterkade), is er geen ME-cordon die ze kan tegenhouden. Wat ze ook nooit zouden doen, alle snordragers hebben een heimelijk verbond gesloten om elkaar de hand boven het hoofd te houden. Daar ben ik heilig van overtuigd.
Ik kan me dan alleen maar afvragen waarom die macht nooit wordt ingezet. Waarschijnlijk door schijnheilig figuren als Gordon, die zegt de finale van het songfestival te zullen boycotten als er geweld wordt gebruikt bij de geplande homodemonstratie. Terwijl Rusland al hiervoor niet bekend stond als homovriendelijke natie. Of had hij verwacht dat ze uit respect voor zijn artistieke kwaliteiten voor die ene dag op zouden houden die demonstrerende homo’s en plein public een lesje SM te geven? Bij de slager een ons achterham weigeren als blijkt dat het varken vandaag geslacht is. En zo’n iemand heb je dan als lichtend voorbeeld.
De homobeweging is in die zin ondemocratisch, dat ze haar eigen leiders niet uit kan kiezen. Een glimmend gezicht en een pak uit de feestwinkel is al genoeg. Zo is Mat Herben ook voorzitter van de LPF geworden.
Waar is de David Ben Goerion die de homobeweging naar een goed doel kan leiden? Een eigen filostaat, waar homo’s vrij kunnen leven na jaren van onderdrukking en onsuccesvolle assimilatie? Er hoeft maar één zo iemand op te staan, en we zijn ze kwijt. Ook in ‘de politiek’ beginnen ze te beseffen dat dit een reële optie is. Als zelfs Geert Wilders het opneemt voor de homo’s (‘blijf met je poten van onze homo’s af, zijn jullie nou helemaal besodemieterd’) kan het natuurlijk gewoon een belofte aan zijn kapper zijn geweest. Het is niet verstandig om het oneens te zijn met iemand die met een fles peroxide boven je hoofd zwaait. Of het kan angst zijn, voor een tweede Israël, ergens in de buurt van San Francisco of de Reguliersdwars.
Een gematigde reactie op homo’s hebben is niet meer genoeg. Het is nu nog correct om te zeggen dat je er niets op tegen hebt, maar dat je het wel vervelend vind als ze zich als travestiet verkleden of met alleen een string aan door de stad gaan skaten. Dat in tegenstelling tot de homo die alleen bij tijd en wijlen je haar knipt, en waarmee je heerlijk kan praten over wie van je mannelijke vrienden er wel aantrekkelijk zijn (de zogenaamde ‘goede homo’). Maar deze homo bestaat vrijwel niet. Alle mensen zijn irritant op hun eigen manier, en ik weet uit persoonlijke ervaring dat het heterofiele deel van de bevolking ook graag zijn blote kont laat zien op straat, en openbaar met hun handen in andermans broek zitten, ook al hebben ze handschoenen in hun jas zitten en is het eigenlijk helemaal niet zo koud. De volgende keer dat je een travestiet ziet, complimenteer hem met zijn borstvulling en geef een welgemeende tik op het achterwerk. Een goede kont staat immers los van het geslacht.
Ik probeer zelf ook altijd iets terug te geven aan de homogemeenschap. Bij het hospiteren in een woongroep voelde ik me er niet boven staan om mijn lichaam in de strijd te werpen om de gunst van de twee inwonende homo’s te bedingen. Ik krijg nu wel elke keer dat ik ze zie een donkere arm, glad en glimmend van de Nivea, om mijn zij, maar als je ziet hoeveel huur ik moet betalen, lach je erom.
Je weet pas wat je mist als je het kwijt bent. Misschien is het stigmatiserend, maar ik heb totaal geen zin om mijn eigen Labello te moeten kopen.