Goed nieuws voor de jonge Nederlandse schrijver die nog niet is gedebuteerd: een generatieboek is niet meer nodig. U kunt zich weer richten op het jeugdsentiment van die specifieke knakworstlucht in de bijkeuken van uw grootmoeder in Ooy (nabij Zevenaar). Uw generatie is inmiddels uitputtend gerepresenteerd door hoofdstedelijke nachtdieren met een pen en een ondernemingsplan: Generatie Generatieroman. Deze künstlers hebben geen pretenties. Wel de Zeitgeist, de media èn, zoals elke betamelijke stroming, een nieuwe lichting critici: de vrolijke Fritzels van Literaturfest.
Het zou verwarrend kunnen zijn, bedrieglijk zelfs. Literaturfest is namelijk geen fest. Het is een soms wel, soms niet live bij te wonen online radioprogramma, over boeken (de papieren varianten), door drie bevriende bloggers en twitteraars. Kunnen lezen is dus geen randvoorwaarde om mee te kunnen ‘feesten.’ Kijken, luisteren en klikken kan namelijk ook. Die gezellige laagdrempeligheid resoneert in het motto: ‘Niet gehinderd door enige kennis van zaken.’ Om op het geheel de gewenste ongehinderdheid van een afterparty te forceren presenteerde een van de drie gastheren de eerste live editie vanuit een badkuip. Gekkigheid. Wim T. Schippers had ervan gesmuld, ome Willem ook.
Het zijn speelse, aardige jongens bij Literaturfest, junger männer mit freunden. Te gast zijn dan ook tot nog toe uitsluitend freunden en freunden von freunden aangeschoven, met uitzondering van Bas Heijne (ik zei het al: jongens). Eerlijke jongens zijn het echter ook, want ze mogen dan wel niet over kennis beschikken maar ze vrezen ook niet hun charmante eenvoudigheid in te zetten om het gedrukte woord van hun debuterende kennissen te dissen. Zo noemden ze Hanna Bervoets laatste ijskoud ‘een kinderboek,’ werd Alexander Klöpping (die zowaar in een maand een boek schreef, de flitsende knapperd) met een simpel ‘saai’ terug gewezen naar zijn beeldscherm en moest Joost de Vries met al zijn kennis als kop van jut dienen. Van erudiete uitslovers houden de gewone gasten van Literaturfest duidelijk niet. Beter puur, in je blote piemel, in een bad, op een podium, met een microfoon, een webcam en je gemoedelijke gebrek aan geleerdheid.
Een rechtschapen initiatief. Het belooft het berooide culturele leven weer een festijn te laten zijn. Minder pijptabak, zielspijn en keelsmeer, meer slingers, snoep en limo. Minder lelijke mannen met uilenbrillen en breinen, meer fruitige vrouwtjes met nepmonturen. Minder Duitse theorie, meer Duitse losse flodders. Minder stoffige stapels aantekeningen, meer confetti. Minder pretenties, meer connecties. Onze Neue Kritik verzekert ons ervan ungegründ commentaar te leveren op luiletterenland. On-elitair, onsacraal, Für die Menschen. Verwacht in de komende uitzendingen dan ook geen zeurende verhandelingen over de vers-interne poëtica van Faberyayo, maar wel verfrissende uiteenzettingen over zijn badgewoonten en scherpe analyses over wie er nu weer onder het bureau van Ernst-Jan Pfauth vandaan gekropen kwam (terwijl die stouterd eigenlijk moest werken!) en waarom dan wel, en wat dat zegt over onze generatie, de invloed van 9/11, onze inherente angst voor terrorisme en ons onvermogen om gezonde, intieme contacten aan te gaan.
Waarom de ondernemende feesttoeters voor dit alles die Literatur en haar stoffige vergeelde drager (de roman) überhaubt nodig hebben blijft wel wat vaag. Hebben zij niet al de blogs, de tweets, de website van nrc-next en daarmee de gehele toekomst? Inderdaad, twitterfest klinkt über ünhip en met een iPad is het niet prettig baden. Papier heb je nodig om confetti te maken, zo blijkt. Met een perforator gaat Literaturfest de literatuur te lijf. Ook de goedbedoelde debuten van generatiegenoten. Zij mogen langskomen om kikkertjes te snoepen, biertjes te drinken en om waarlijk, ongemedieerd intiem contact mee te hebben want feestelijk moet het blijven. Maar hun werkjes moeten (daar komt de aap uit de mouw) aan de meetlat van de Literatuur. Met een hoofdletter, want Literatuur heeft een hoofdletter. Zeker in het Duits.
De kameraden hebben desondanks een beetje moeite om in meer dan 140 tekens te uiten wat er schort (of juist niet) aan de boeken van hun sociale schrijversnetwerk. Misschien maar goed want zo blijft er tijd over voor Fest met een hoofdletter. Een steeds aantrekkelijker alternatief voor de jonge mens die zo nodig een boek met inkt wil maken. Zijn met bloed, zweet en liefde (of met coke, haast en dominante commerciële redacteur) geproduceerde debuutje wacht namelijk Das Urteil van de gezellige rakkers met wie hij het (hèt, ja) de rest van zijn leventje moet doen: zijn Generatie. Wat zij zullen zeggen komt hoe dan ook neer op het volgende: Er wordt te weinig in getwitterd. Er wordt teveel in getwitterd. Het is weer een generatieroman. Het is geen generatieroman. Ik krijg er Weltschmerz van. Goede naam voor een nieuw initiatief.
NP