Voor mensen die op hun vijftiende naar Nederland gevlucht zijn en die het ondanks de ontberingen van de Nederlandse asielzoekerscentra tot volwaardig burgers van deze natie hebben geschopt, past alleen een diepe buiging. Toch is er één man bij wie mijn rugwervels keer op keer weigeren om deze choreografie van onderwerping te voltrekken: zijn naam is Danny Ghosen.

 

Dat is vermoedelijk ook de titel van de autobiografie die er ongetwijfeld gaat komen. De auteur staat al te trappelen, en Prometheus waarschijnlijk ook. Mai is dol op ruwe diamanten, zeggen ze, en hoewel ze daar in het geval van Özcan Akyol alleen gestolen exemplaren mee kunnen bedoelen, kan ik me voorstellen dat men verwacht iets moois aan te treffen onder het laagje foundation dat Danny Ghosen dagelijks op zijn huid smeert. Een gezonde dosis heteroseksuele ijdelheid is Danny niet vreemd: zo epileert hij bijvoorbeeld zijn wenkbrauwen, al spreekt hij zelf van ‘bijhouden’, waarmee hij de indruk wekt dat hij ze met een scheermes te lijf gaat. Uiteraard staat hij gewoon met een wenkbrauwpincet voor de spiegel, want zulke harige monsters tem je niet met goedkope apparatuur.

 

De overmatige aandacht die Danny Ghosen aan zijn uiterlijk besteedt, compenseert hij ruimhartig met zijn masculiene website dannyghosen.nl: als HTML een geur had, dan rook deze plek naar een elixer van mannenzweet en openbare urinoirs. De kleuren van de site zijn zo intens dat ze de doeken van Rothko tot aquarelletjes doen verbleken. Het agressieve rood contrasteert op pijnlijke wijze met het pacifistische wit, en deze clash of colours voltrekt zich tegen een zwarte achtergrond, een metafoor voor Danny’s jeugd: “Danny Ghosen groeit op in Libanon, een land dat verscheurd wordt door burgeroorlog. […] Als asielzoeker is de weg naar het Nederlands burgerschap zwaar en beproevend.” De RTL voice-over in mijn hoofd leest verder: “De brutale verslaggever staat bekend om zijn vasthoudende interviewstijl en wordt gedreven door oprechte verontwaardiging over mistanden en onrecht.” Danny Ghosen is bovendien “liefhebber van misdaad”. Wat we ons daar in combinatie met zijn oprechte verontwaardiging over onrecht bij voor moeten stellen weet ik niet precies. Misschien berooft hij zijn slachtoffers eerst, om vervolgens met een draaiende camera jacht te maken op de daders.

 

Dat Danny net als iedere vluchteling een dolende ziel is, openbaart zich in de gretigheid waarmee hij keer op keer van omroep wisselt. Na de school voor journalistiek begon Ghosen als presentator bij Multiculturele Televisie Nederland (MTNL). Niet veel later kondigde het kabinet aan dat de subsidie voor MTNL zou worden stopgezet. Ghosen verliet het zinkende schip net op tijd en klom rillerig aan boord van het rubberbootje PowNed. Desondanks wordt deze transfer op Danny’s site op heroïsche wijze beschreven: “Na een geslaagde reportage bij MTNL valt het oog van de nationale media op Ghosen en al snel maakt hij de overstap naar PowNed.” Bij PowNed bouwde Danny Ghosen zorgvuldig aan zijn imago van stoere jongen, een missie die mede dankzij zijn donkere uiterlijk erg succesvol bleek. Zo werd Ghosen mishandeld door medewerkers van de ambassade van Angola, die hem aanzagen voor een extremist. En dat terwijl Ghosen alleen verontwaardigd was over groot, onmenselijk onrecht: de Angolese ambassadeur had zijn auto in het verkeerde vak geparkeerd. Het is, zeker gezien zijn voorliefde voor misdaad, een gemiste kans dat Ghosen nooit bij Andreas Kinneging heeft aangebeld.

 

Dat je na een carrière bij PowNed nog steeds bij de EO terecht kunt, illustreert enkel hoe wanhopig die omroep op zoek is naar een christen met meer charme dan Tijs van den Brink. Vanuit Danny Ghosen bekeken is het, afgezien van zijn geloofsovertuiging, echter een transfer onder verdachte omstandigheden. Waarom zou een jongen die zich zo bewezen heeft als brutale verslaggever overgeleverd willen zijn aan een instituut dat een verleden als misdienaar al pikant vindt? Alle stukjes van de puzzel kwamen echter samen toen ik las dat Danny Ghosen van PowNed niet mee mocht doen met Expeditie Robinson, en van de EO wel. Of zijn deelname aan het programma het allemaal waard is geweest, is de vraag: in aflevering zes verdronk hij bijna. Bij thuiskomst ging Danny op zwemles, en moest hij ook nog eens de EO-productie Rot op naar je eigen land gaan presenteren, waarin zes Nederlanders de route van een verdronken bootvluchteling afleggen.

 

Het programma is nog maar net op de buis, of Danny Ghosen is alweer vertrokken. Ditmaal heeft hij zijn dolende ziel verkocht aan het productiebedrijf CCCP. Matthias Schut, de creative director, is erg in zijn nopjes met Danny: “Ghosen is het type ruwe bolster met een klein hartje. Wat hij kan, is uniek op televisie.” Die uitdrukking klopt niet, en bovendien is Danny vooral een kleine bolster: het is inderdaad uniek, een man van nog geen anderhalve meter die zijn microfoon toch bij de mond van de geïnterviewde weet te krijgen. De invulling van zijn nieuwe programma’s staat al vast. “Danny is echt van de straat, dus het worden programma’s waarin de kijker ziet wat er leeft op straat. Hij gaat van binnenuit verslag doen van brandhaarden in eigen land”, zegt iemand van de CCCP. Volgens mij kan het Danny allemaal bijzonder weinig schelen waar zijn nieuwe programma’s over gaan: “Ik wil nog meer inhoudelijke programma’s maken waarin ik mezelf kan laten zien” zei hij in een reactie. Nu lijkt het nog onschuldig, maar over tien jaar hebben we er een Ivo Niehe bij.

 

MM

Archief