lekkertjuuuhMeer dan eens proberen omroepen om programma’s met het stempel ‘satirisch’ op de markt te brengen. Somt gaat dat goed, zie Dit was het nieuws, veel vaker worden die programma’s een seizoen later ergens rond middernacht uitgezonden. Daar moeten ze dan de strijd aan gaan met te volle vrouwen in te kleine lingerie, die met een telefoon over hun schaamstreek wrijven. Een parodie op de vrouw als concurrent voor satire op het nieuws. Weer een seizoen later is het satirische programma meestal geheel verdwenen.

Op vrijdagavond zendt de AVRO het programma Gehaktdag uit, de Nederlandse variant van het Amerikaanse Roast. Het concept: elke week neemt één BN’er plaats op het podium. Het is aan de deelnemende polemisten om diegene zo effectief mogelijk de grond in te trappen. Een satirische In de hoofdrol, met Ruben Nicolai als presentator, de man die het stempel ‘sexy’ verdiende door seizoenen lang naast Ruben van der Meer en Tijl Beckand op te treden.

Elke week een gast in zijn of haar bijzijn kapotmaken, het beste concept sinds iemand bedacht dat het leuk zou zijn om mensen naar vijf- en zesletterwoorden te laten raden. Belangrijk: deze gast van de week wordt niet, zoals bij In de hoofdrol, nietsvermoedend naar de studio gelokt, nee: deze gast van de week neemt willens en wetens op het podium plaats om een half uur lang de grond in getrapt te worden. Op het podium zitten dus de grootste masochisten van Nederland. BN’ers die voor elke prijs in de spotlights willen staan, politici die alles doen om hun laatste zetel te behouden. Mensen die zeggen: ‘kom maar, spuit je vileine opmerkingen maar over m’n gezicht heen’, en gewillig hun mond open doen wanneer de sprekers hun polemische zaad over het gezicht van de deelnemende BN’er kwakken.

Maar in de ogen wordt niet gespoten, want pijn doen de speeches in Gehaktdag niet. Het blijft immers een satirisch programma van de AVRO. Twee begrippen die bij elkaar horen als een abortusboot en een kinderwens, als kliekjesdag en Malawi, als HP/De Tijd en wederhoor. De AVRO, waarvan het meest militante lid Frits Sissing is. Satire is dan ook een mooi eufemisme voor wat Gehaktdag echt is: kleedkamerhumor. De afgelopen afleveringen kunnen makkelijk worden samengevat: Horace Cohen? Die heeft een kleine pik. Ruben Nicolai? Kleine pik. Tijl Beckand ook. Wilco Terwijn heeft een kleine pik. Leon Verdonschots pik is van ondergemiddelde lengte (wel kaal) en de pik van Nico Dijkshoorn is korter dan z’n gedichtjes.

Tot zover de satire. BN’ers hebben geen humor, comedians kunnen niet van papier lezen en goede polemische schrijvers in Nederland zijn naast schaars, vooral dood. Uitzonderingen zijn Nico Dijkshoorn en Leon Verdonschot. Het probleem van Dijkshoorn: met een potje zap-de-Dijkshoorn moet je op een avond meer drinken dan met een oudhollands potje zap-de-neger. Verdonschot is een heel goede schrijver, maar heeft daar het hoofd helaas niet voor. Over blijven Horace Cohen, die goede programma’s maakt, maar wel kinderprogramma’s. Tijl Beckand, die leert dat je op papier niet ad rem kan zijn. En Hugo Borst, die pertinent geen schrijver is. Toen moest de redactie nog op zoek naar een vrouw. Dat werd Karin Giphart. Een vrouw, maar wel een lesbische, dus dat telt eigenlijk niet.

Ook vrienden van de deelnemende BN’er mogen iets zeggen. Willibrord Frequin over Rita Verdonk, Mari van de Ven en Gerard Joling over Tatjana Simic. Bij de AVRO kan iedereen satire maken. Of je nu schrijver bent, of comedian, of Mari van de Ven.

Gelukkig voor de AVRO heeft Ruben Nicolai zijn fanbase in de zaal zitten. Tienermeisjes die niet lachen om een goede grap, maar om een ongemakkelijke stilte na een grap, uit verlegenheid. Het zijn fans die makkelijk te instrueren zijn: stilte = lachen, langere stilte = lachen en applaus, breezer = pijpen. Ongeacht de grap. Alles is leuk. Gehaktdag maakt van polemiek een gezelschapsspelletje, een kinderfeestje waarop iedereen met een zakje snoep naar huis gaat. Ook als je gepest wordt. Want satire is mooi, maar het moet wel gezellig blijven.

Op vrijdagavond tussen half negen en negen mis ik Karel van het Reve. Al had die wel een kleine pik.

Archief