Misselijkmakend is het. Hoe de elite haar literaire wansmaak aan de eerzame burger wil opleggen middels de wanstaltige kortlijst (spreek je moers taal!) van Neerlands belangrijkste literatuurprijs. Van de zes genomineerde zijn er vijf hopeloos linkse aanzetten tot multicultureel drama, alleen Lelystad kan ook de deugdzame lezer bekoren. Wij gaan de romans, waarvan er een in het linkse hobbyprogramma NOVA vanavond de AKO-literatuurprijs zal winnen, voor u langs.Caesarion is geschreven door de uitgesproken skinhead Tommy Wieringa. Dat het boek zich buiten de grenzen Nederland afspeelt, mag echter opgevat worden als een grove belediging van ons cultuurgoed. Kan de schrijver geen inspiratie putten uit de fijne Hollandse velden? Vormen de vrome mannen uit de polder, de blosjes nog op de wangen, geen uitmuntende personages? Nee, zegt Wieringa. Die naar het onheilspellend linkse Engeland trok om tot zijn boek te komen en daarmee de Hollandse cultuurconsument recht in het gezicht spuugt. Een fluim is het, een prijs onwaardig.
Niet veel beter maakt Joke van Leeuwen het ervan af, met haar roman Alles Nieuw. Een verhaal over generatieverschillen, terwijl in wezen alle Nederlanders één horen te zijn. Zonder verschillen dus. Wist u bovendien dat sommige gevangenissen de verwarming hoger hebben staan dan bejaardentehuizen? Dat onze oude van dagen bibberend op bed liggen terwijl Achmed de profiteur in blote bast de kabels van zijn Playstation uit de knoop haalt? Een schande is het, mede mogelijk gemaakt door de Chamberlainliteratuur van Joke van Leeuwen.
Over schande gesproken. Christiaan Weijts vindt zichzelf een hele pief, met zijn intellectuele brilletje. Maar dat bleek niet genoeg. In Via Capello 23 gebruikt hij aan de lopende band Italiaanse woorden als espresso en cappuccino. Meneer vindt zichzelf te slim voor een bakkie pleur? Alsof het allemaal niet verschrikkelijk genoeg is, speelt het verhaal zich voor een groot deel in Venetië af. Een stad die alleen maar uit grachtengordel bestaat. Bah!
Godenslaap van Erwin Mortier is niet zomaar een boek, het is een Vlaams boek. Eerst willen ze onze Westerschelde, en nu komen ze ook onze prijzen stelen. Kan iemand ons uitleggen wat dit boek op onze lijst doet? Hebben ze in België soms geen literatuurprijzen? Dit is capitulatie, deze jury buigt als een zieke treurwilg voor de Vlaamse literatuur met al haar frieten en urinerende standbeelden van dien. Wat ons betreft mag Mortier op zijn prijs wachten tot het gedesoriënteerde Vlaanderen weer bij Nederland is gevoegd.
Dit is echter nog niets in vergelijking met Carolina Trujillo, die helemaal uit Uruguay is gekomen om zich als een onverbeterlijke parasiet vast te zuigen in het Amsterdamse woud van subsidies en kunstbeurzen. Als een op hol geslagen koekoek stoot ze de andere eieren uit het nest om haar eigen neo- imperialistische werk ervoor in de plaats te leggen. Niet alleen heeft ze helemaal geen recht om hier te zijn, ze schrijft ook nog eens bijzonder neerbuigend over onze vrienden van de Uruguayaanse militaire junta. De terugkeer van Lupe García, heet haar boek. Nou, wat ons betreft blijft zij weg.
Is er dan helemaal geen hoop meer? Toch wel. De roman Lelystad speelt zich geheel binnen de landsgrenzen af en is geschreven door een ferme, jonge knul: Joris van Casteren. Dat door de hoogmoedswaanzinnige elite in Nederland neerbuigend wordt gesproken over het prachtige Lelystad, is voor van Casteren allerminst een belemmering om een lofzang te schrijven over de stad waar hij opgroeide. Over boerderijen en hofjes, suikerbieten en aardappelen, maar bovenal over de liefde voor al wat Hollands is. Literatuur zoals het hoort.