Door gastredacteur Stefano Keizers (SK)

Dit is het zesde en laatste stukje dat ik schrijf voor Propria Cures. Ik heb op allerlei manieren geprobeerd om mijn redacteurschap te verlengen maar het mocht niet baten.

Gezien de diepgaande band die we hebben leek het mij noodzakelijk om te gaan reflecteren. Nog eenmaal blik ik terug op alle hoogte- en dieptepunten die ik tijdens het schrijven voor jullie doorgemaakt heb.

Waar te beginnen? Ik herinner mij nog goed hoe ik in het najaar van 2017 een e-mail van ene Mathijs kreeg; een mooie, uitgebreide e-mail, die mij op waarde schatte. En hoe het vervolgens 3,5 maand duurde voordat ik Mathijs een antwoord gaf. Ik weet nog goed hoe mijn regisseur mij op allerlei manieren heeft afgeraden om op het aanzoek in te gaan en hoe ik het met hem eens was.

Toen eind februari bleek dat ik een gigantische huurschuld had en de e-mail van Mathijs nog steeds de enige opdracht was die op de planken lag, besloot ik uiteraard om een principiële knieval te maken. Hoe nat waren de tranen toen bleek dat achter het gastredacteurschap van dit vod geen liquide vergoedingen schuilgaan! Hoe mensonterend was de trots die mij deed bewegen om alsnog op het aanbod in te gaan!

Voor ik het wist was mijn leven totaal veranderd en slokte de allesverslindende draaikolk van de hogere sferen mij op in dit immer beklijvende avontuur.

Met weemoed kijk ik terug op de nul reacties die mijn werk teweeg heeft gebracht. Het uitblijven van aanmoedigingen van lezers, het nooit verkrijgen van (op z’n minst) ontvangstbevestigingen nadat ik mijn stukjes had opgestuurd, de complete willekeur waarmee er met mijn werk werd omgegaan, het gemis van een beknopte introductie aan de achterban, het nooit zien of spreken van de mensen, het maanden na dato verwelkomen van één summier exemplaar van de papieren uitgave, het steeds meer het idee krijgen dat werkelijk niemand deze teksten leest en het dus niet uitmaakt wat ik opschrijf, het vervolgens verder uittesten van die hypothese en mijn vermoedens bevestigd zien worden, het volledig verspillen van mijn en jullie tijd, daar was het me uiteindelijk allemaal om te doen.

Wat ontzettend fijn dat ik dit platform heb mogen gebruiken om steeds meer het idee te krijgen dat ik daadwerkelijk niet besta. Bedankt dat ik eens temeer heb mogen proeven van het zoete goed dat zich futiliteit mag noemen, bedankt dat ik mij heb mogen wanen in de woestijn, in de limbo, in het ongewis, dat ik de trauma’s uit mijn jeugd heb mogen herbeleven, bang en alleen, opgesloten op mijn kamer.

Ik vind het mooi om te zien hoe weinig impact iemands bloed, zweet en tranen kunnen hebben. Is het geen prachtig idee dat hard werken absoluut niet altijd loont? Worden we niet gelukkiger van de gedachte dat je ook met het doen van vrijwilligerswerk in een diepe depressie kunt belanden?

Al met al is het een mooie tijd geweest, doorspekt met pijn en frustratie, doorzeeft met kogels. Voor de laatste keer kwak ik met extreem veel tegenzin wat tekst neer, rek ik zo geforceerd mogelijk de lengte op omdat ik al een paar alinea’s geleden de draad ben kwijtgeraakt.

Ik zag zojuist dat ik het minimale aantal vereiste woorden (400) ruimschoots bereikt heb (546) en ik kan niet beschrijven hoe goed dat voelt.

Geen idee eigenlijk waarom ik nog steeds aan het typen ben. Het klink in elk geval als de perfecte conclusie voor dit hele verhaal.

Ik ben eenzaam.

SK

Naam en nummer zijn bekend op de redactie.

De redactie reageert doorgaans niet.

Ook rancuneus? Doe mee aan de PC ONTHOOFTPRIJSVRAAG.

Archief