Dat het niet goed gaat in de boekenwereld is al lange tijd bekend. Boekwinkels sluiten hun deuren, uitgeverijen moeten fuseren of houden op te bestaan en schrijvers zijn genoodzaakt van deur tot deur te gaan om voor een aalmoes voorleesbeurten te houden, anders wacht de hongerdood.
Het is opmerkelijk dat juist in deze tijden van malheur Babel & Voss is opgericht, een uitgeverij die gezien haar fonds evenveel bestaansrecht heeft als een steakhouse in New Delhi. Babel & Voss werd in 2010 opgericht door Reinjan Mulder, Daan Heerma van Voss en Daniël van der Meer. In 2011 trad Thomas Heerma van Voss (het broertje van) toe tot de redactie.
Reinjan Mulder is een ervaren rot in het vak. Hij was eerder literatuurcriticus bij NRC Handelsblad, uitgever bij De Geus en De Harmonie en bovenal redacteur van Propria Cures, begin jaren ‘70. Daniël van der Meer is vooral bekend als mede-oprichter van Das Magazin, een literair tijdschrift waarover niet veel meer valt te zeggen dan dat er in deze tijden van schaarste eigenlijk nooit te veel literaire tijdschriften zijn, zeker niet als ze hun die bijdragen louter uitbetalen in champagne en dat blad dan toch vol weten te krijgen. Daan Heerma van Voss is de schrijver die vierentwintig uur per dag bezig is de schrijver uit te hangen en die als het even kon Bourdieu af zou zuigen om zijn symbolisch kapitaal te vergroten. Dat hij ondertussen helemaal niet zulke slechte boeken schrijft zou je bijna vergeten. Thomas Heerma van Voss is het eeuwige jongere broertje van. Hij houdt een geinig weblog bij over hiphop en schreef een novelle die niet slecht werd ontvangen maar waarvan u waarschijnlijk toch nooit hebt gehoord. Hij zal voor wat betreft de literatuur altijd een beetje zijn wat Archil Arveladze is voor Shota, of het broertje van Barry Atsma voor Barry zelf: net iets minder begaafd.
Het fonds van Babel & Voss is niet erg breed. Momenteel worden vijf boeken aangeboden: twee vertaalde romans, een filosofische beschouwing over Boer Zoekt Vrouw en twee verhalenbundels. Eén van deze bundels heet Wat we missen kunnen, ‘een manifest over het hedendaagse teveel’ en is een knap staaltje meta-literatuur. Er is weinig misbaarder dan een boek over wat we kunnen missen, behalve misschien die andere verhalenbundel, Groeipijn. In dit boek krijgen zes jonge auteurs de ruimte om een kort coming-of-age-verhaal te schrijven. Deze zes jonge auteurs zijn niet willekeurig gekozen. De overeenkomst tussen de zes, naast Daan en Thomas Heerma van Voss zijn dit Iris Koppe, Niels Gerson Lohman, Jonathan van het Reve en Isabelle van der Velpen, is dat ze allemaal het prestigieuze Vossius Gymnasium in Amsterdam hebben doorlopen, de school waar ook samensteller van de bundel Daniël van der Meer en omslagontwerper Stefan Glerum hun puberteit beleefden. Dat Niels Gerson Lohman bij het verschijnen van Groeipijn nog moest debuteren (hij deed dit later met weinig succes) doet er verder niet toe. Dat Isabelle van der Velpen nog nooit ergens anders heeft gepubliceerd dan in de Vossius-schoolkrant Vulpes evenmin. Het zijn kinderen van het Vossius, de school waar Kareltje van het Reve nog heeft rondgelopen en waar een jonge Grunberg het lulletje van de klas was. Alleen dáárom werden zij in deze bundel opgenomen. Dat zou geen enkel probleem zijn als het ging om een uitgave van de school zelf, een boekje voor nieuwe leerlingen of als presentje op ouderavonden. Maar dat is het niet, want Babel & Voss gaf het uit en het heeft wekenlang op de tafels gelegen bij boekhandel Athenaeum op het Spui, waar het wegens tegenvallende verkoopresultaten nu ergens achter in een kast staat. Er schijnen sinds de publicatie in december 2011 welgeteld zes exemplaren over de toonbank zijn gegaan. Misschien zijn het er inmiddels acht, veel meer zeker niet. Dat is niet erg vreemd voor een boek dat alleen lijkt te bestaan om de makers te feliciteren met hun goede komaf.
De motivatie voor het oprichten van Babel & Voss is voor Daniël van der Meer en Daan Heerma van Voss duidelijk. De eerste hoefde opeens niet meer op zoek naar een uitgever voor zijn tijdschrift, een prestigeprojectje, en voor Heerma van Voss is het nog maar eens een vehikel waarmee hij kan bewijzen dat hij echt een echte auteur is, een echte auteur die zijn romans niet publiceert bij Babel & Voss maar bij Atlas, een uitgever met wat meer aanzien. Twee oude schoolvrienden die uitgevertje spelen, dat heeft eigenlijk wel iets liefs. Dat ze Reinjan Mulder hebben weten te strikken wekt des te meer verbazing. Wat bezielt een oude man met een cv als het zijne om zich in deze kansloze jongensdroom te storten. Mulder zou toch moeten inzien dat die hele tent draait om de zelfbevlekking van twee jongens die het willen maken, opdat de volgende generatie Vossiuskinderen tegen ze op zal kijken. Bovendien is hij de enige van het hele zootje die niet uit Amsterdam-Zuid komt (Mulder groeide op in Tiel), al heeft hij zijn kroost wel op het Vossius Gymnasium binnen weten te loodsen. Misschien probeert hij op deze manier een verloren jeugd in Gelderland in te halen, misschien is het iets anders, dat laat zich niet raden.
Babel & Voss is een uitgeverij die niet draait om de auteurs of boeken die zij uitgeven, maar alleen om de uitgevers zelf. Het is de vraag hoe lang die instelling houdbaar is. Met het huidige fonds zal de economie ze in ieder geval wel snel achterhalen. Gelukkig is Babel & Voss een uitgever die we prima missen kunnen.