Republican-LogoNa een lange dag werken rijd je naar huis over de state road. De benzinemeter van je Ford F-150 Lightning helt naar links, je besluit te tanken. De prijs is alweer omhoog gegaan: $ 3,80 voor een gallon. Je kunt je nog herinneren dat dat een kwartje was en vloekt in jezelf. Dan staat daar een knul. Hij heeft iets te lange ledematen, West-Friese jukken en dons op zijn kin, een blauw vest aan en een stapel flyers met daarop het portret van de Amerikaanse president. ‘Hello’ zegt-ie. ‘Are you gonna vote for Obama too? He’s better than Mitch Romney, right?’ Hij grijnst. Met zulke vijanden heb je geen vrienden meer nodig.

De confettikids van Route D´66 hebben bedacht om een paar weken voor de verkiezingen naar de VS te trekken om zich daar tegen de verkiezingen aan te gaan bemoeien. Campagne voeren voor Obama. Een tweeweekse strooptocht door de VS, vooral gericht op het opleuken van het eigen CV. Los daarvan, van de Amerikaanse samenleving hebben ze weinig cheddar gegeten. Hun standpunten met de Amerikaanse democraten zijn net zo overeenkomstig als Tupperware en slaapapneu. De stokpaardjes van de jonge D´66´ers zijn onder meer ‘vertrouwen op de eigen kracht van mensen’, ‘het streven naar een duurzame samenleving’ en het ‘koesteren van grondrechten en gedeelde waarden’. En laten die thema’s nu eens helemaal niet prominent terugkomen bij Obama. Of überhaupt genoemd zijn in deze verkiezingen.

Ons beeld van de Verenigde Staten wordt gevormd door figuren als RTL-correspondent Erik Mouthaan, een nichterige touwtjespop die in de Upper Eastside van Manhattan drie mensen aan de tand voelt en zo een representatief beeld denkt te kunnen geven van de gevoelens in de VS. Of door VS-mastodont Twan Huys, die enkele weken terug nog verkondigde hoe Mitt Romney absoluut de verkiezingen niet gaat winnen omdat hij een blunder van jewelste beging. Toegegeven, het was wat ongelukkig toen Romney 47% van de Amerikanen een stel luie SP-stemmers noemde. Ironisch genoeg gaat die flater hem de overwinning bezorgen, omdat niemand van de zwevende kiezers zich voelde aangesproken. De zwevers zijn het immers eens met wat hij zei: je moet werken voor je geld. Ongelijkheid bestaat, maar dat is je eigen schuld.

‘America runs on freedom, not on government’ is de slogan van Romney. Afgezien van de sympathieke maar ietwat gestoorde lieden van de Libertarische Parij zou geen enkele partij het daar ronduit mee eens zijn. In Nederland is men daarom op voorhand al fan van de kandidaat van de Democratische partij. Daar vindt men leiders die tenminste nog iets weg hebben van Rutte of Samsom. Romney wordt neergezet als een dommige mormoon met enge ideeën, en elke misstap uitgemeten alsof hij een invalide in de fik heeft gestoken. In de Verenigde Staten is dat nogal anders. Daar komt Romney de laatste maanden over als succesvolle zakenman die doet wat hij belooft en over twee weken de nieuwe president van de Verenigde Staten is. En dat is helemaal niet zo’n ramp. Net als vier jaar terug verandert er weinig.

‘Hope’ en ‘Change’ waren toen de kernwoorden. Het werkte: er werd los van Genesis en de rest van het Oude Testament weer wat geloofd in de VS. Dat mits er maar genoeg geld in de partijkas gestort wordt, zelfs een donkerder man die geboren is in Kenia het presidentschap kan bemachtigen. In de ogen van veel Amerikanen is er nu, na vier jaar, net zoveel veranderd als aan het klimaat: niets. Grote praatjes, kleine zaadjes. Er zijn meer mensen dan ooit afhankelijk van foodstamps, de economie herstelt niet snel genoeg. Het enige wat veranderd is, is de benzineprijs: die is nog nooit zo hoog geweest. Dat dat de schuld niet is van de president en dat Romney hier ook niets aan gaat veranderen, maakt voor de Amerikanen niets uit.

Die Romney is helemaal niet zo’n pretzel met ogen als de Democraten willen doen geloven. Romney gaat winnen omdat hij beter past bij de tijdgeest: mensen in de Verenigde Staten willen geen zorgverzekering voor iedereen. Ze willen in hun pick-up rijden, ze willen lage belastingen, ze willen vrijheid. Ze geloven niet in eerlijk delen, ze geloven in ieder voor zich. Geen onterechte hulp voor arme mensen en werken tot je neervalt. Mitt Romney zorgt voor banen. Amerika moet keihard bezuinigen, en Mitt Romney is de net zo ongeschikte persoon om dat te regelen. Daar kunnen we het in Nederland mee oneens zijn, dat betekent niet dat we missionariswerk avant la lettre moeten gaan verrichten om dat te veranderen, dat lukt namelijk toch niet.

In Nederland loopt men achter Obama aan alsof er een pak griesmeelpudding aan zijn kont zit geducttapet. Het positieve beeld van die man is alleen nergens op gebaseerd, we weten alleen dat hij minder dom overkomt dan George W. Bush en dat hij van homo’s, sport en grapjes houdt. Mark Rutte en Diederik Samsom houden ook van homo’s, sport en grapjes. Amerika is een ander land. George W. Bush was een ietwat klunzige, maar aardige man en volgens velen een goede president die tenminste ergens voor stond. Dat is het probleem van Obama in 2012: hij staat voor te weinig. De Democratische Partij is het GroenLinks van Amerika, behalve dan dat hun nummer twee, Hillary Clinton, meer mannelijke trekken heeft dan Tofik Dibi.

Over een week betreedt een mormoon het Witte Huis voor vier jaar. Geen reden voor paniek, het wordt alleen weer even wennen aan een Amerikaanse president die niet weet waar Nederland ligt en homo’s terug de kast in katapulteert. Afgezien daarvan verandert er niks. Voor wie er wat aan wil en denkt te kunnen veranderen: die kan over vier jaar weer proberen er iets aan te doen. Helpen zal het niet, integendeel.

LvdG

Archief