De Levenseindekliniek in Den Haag heeft drukke weken achter de rug. Waar de psychologen normaal gesproken zo’n acht verzoeken per maand behandelen, mocht het team naar aanleiding van misplaatste nieuwsberichten (‘Dutch Teen Allowed To Die At Home’) in één week 41 euthanasietoeristen te woord staan. Hoewel de kliniek beweert alle binnenkomende verzoeken zeer zorgvuldig te behandelen, zouden deze gevallen toch niet al te ingewikkeld moeten zijn. Het gaat hier om mensen die blijkbaar niet eerst uit eigen beweging het internet zijn opgeklommen, maar die toevallig naar Fox News zaten te kijken en dachten: dat lijkt mij ook wel wat. Dat buitenlandse media en ThePostOnline de dood van een zeventienjarig meisje aangrijpen om euthanasie in een kwaad daglicht te stellen is hoe dan ook verschrikkelijk. Euthanasie is juist iets prachtigs, iets wat na jaren lijden eindelijk verlichting brengt. Vooral als het wordt toegepast op, bijvoorbeeld, Hendrik Groen.
Het is inmiddels vijf jaar geleden Groens debuut, Pogingen iets van het leven te maken, het geheime dagboek van Hendrik Groen, 83 ¼ jaar, met de snelheid van een opgevoerde scootmobiel de bestsellerlijsten beklom. Stopte hij nou maar eens met pogen. Helaas, op de kaft van de vijfenveertigste druk worden we nog altijd gewaarschuwd: ‘Hendrik Groen mag dan oud zijn, hij is nog lang niet dood en niet van plan zich eronder te laten krijgen.’ Ik ben ervan overtuigd dat zelfs Groen na de juiste hoeveelheid morfine wel anders zou piepen. Dat niemand de inmiddels bijna 90-jarige daar eens een handje bij komt helpen, komt doordat Groen verkoopcijfers voortbrengt waarmee Hugo de Jonge de hele zorgsector naar het niveau van een private kliniek in Qatar kan tillen. Voorlopig zal Meulenhoff dus geen middel schuwen om Groen in leven te houden en bij ieder voorschot voor een nieuw boek ook een karrenvracht aan glucosamine en chondroïtine afleveren om de artrose in zijn vingers te lijf te gaan. Want schrijven zal die bejaarde gek.
Zodoende heeft de succesformule dit jaar een nieuw boek uit zijn broze botten weten te schudden. Een kleine verrassing heet het, daarmee beslist niet doelend op de thema’s die erin aan bod komen. Klagende senioren, een graaiende directie en volgepiste luiers: dat demente bejaarden hier hun laatste beetjes energie in steken, verklaart nog niet waarom de rest van Nederland dit in vier vuistdikke romans beschreven wil zien worden. Op papier kan de mensheid blijkbaar geen genoeg krijgen van al dat oudelullengezeik, al is er geen ziel meer te vinden die in het echte leven voor deze uitdijende groep wil zorgen. Zelfs onze eigen grootouders bezoeken we niet meer, behalve met kerst misschien, om het voorgeslacht de nieuwste Groen massaal cadeau te doen.
Het enige verrassende aan Een kleine verrassing is de achterflaptekst: ‘Hendrik Groen en Evert Duiker, trouwe vrienden in voor- en tegenspoed, zijn de zeventig ruim gepasseerd.’ Pardon? Zijn er opeens nieuwe geboortepapieren opgedoken? Of heeft Meulenhoff Groen een elixer toegediend dat hem minstens tien jaar jonger heeft gemaakt? Waarschijnlijk is er op de uitgeverij paniek uitgebroken toen men besefte dat het voor de geloofwaardigheid van het karakter noodzakelijk was dat de kanker of alzheimer binnen afzienbare tijd zou toeslaan – met zinnetjes als ‘de benen willen niet meer’ zouden ze het niet lang redden. Niet alleen werd besloten de leeftijd van Groen niet meer in ondertitels mee te nemen en hem voortaan gewoon ‘oud’ te noemen, ook zette de publiciteitsafdeling vaart achter de televisieserie en merchandise-lijn: de markt bleek grote behoefte te hebben aan boekenleggers, tasjes, strandballen en keukenschorten met de tekst ‘I love Hendrik Groen’.
Waarom complete volksstammen zo dol zijn op Groen blijft een groot raadsel. Hij is het Nederlandse antwoord op De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween, over een bejaarde die niet alleen tien jaar ouder is, maar die tenminste wel de ballen heeft om gewoon weg te lopen als een plek hem niet zint. Nee, dan die kankerpit van een Hendrik Groen: zogenaamd heldhaftig uit het verzorgingstehuis ‘ontsnappen’ om stiekem uit eten te gaan bij de Griek om de hoek, maar zodra de Ouzo achter de kiezen is wel terugkeren om zich nog door een 15-jarige ROC-stagiaire Zorg en Welzijn te laten wassen. Niet voor niks is het uitgerekend Kluun die op de achterflap geciteerd wordt: ‘Hendrik Groen is koning!’
Er zijn mensen die beweren dat de 62-jarige Peter de Smet het brein is achter Hendrik Groen. Zelf weiger ik te geloven dat die boeken geschreven worden door iemand die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet eens heeft bereikt. Wat staat ons dan nog allemaal te wachten? Voor iedere bezuiniging in de zorg zal De Smet zijn botontkalking trotseren en een nieuw boek in elkaar draaien. Er zullen nog talloze passages over gevechten om het laatste advocaatje volgen, om nog maar te zwijgen over de eindeloze dialogen met zorgrobots. Laat in uw wilsbeschikking alvast opnemen dat u er onder geen enkele omstandigheid uit voorgelezen wilt worden.