Het moet een mooie zomeravond geweest zijn in 2005. Geert Wilders brak zijn hoofd over de oprichting van een nieuwe partij, en probeerde zijn gedachten wat te verzetten. Hij vulde een schoteltje met melk en zette dat buiten voor de egels, die ook in Limburg dorstig worden rond schemering. Toen hij de volgende morgen het schoteltje naar binnen wilde halen, trof hij tot zijn verrassing een volwassen man op handen en knieën aan voor het lege kommetje. Er zat nog een restje melk op zijn lippen. ‘Zeg, wil jij anders mijn woordvoerder dierenwelzijn worden?’ vroeg Geert Wilders. ‘Nou en of,’ zei Dion Graus.
Dion Graus is een uitmuntende parlementariër. Bevlogen, aanwezig en altijd head first het debat in. Hij is een volksvertegenwoordiger in zijn puurste vorm. Een woordvoerder justitie hoeft (uitgezonderd Fred Teeven) niet per se op een crimineel te lijken, een woordvoerder sociale zaken hoeft (uitgezonderd Hans Spekman) niet per se op een uitkeringstrekker te lijken. Dat Dion Graus de moeite neemt om zijn voorkomen af te stemmen op zijn portefeuille, is lovenswaardig. Het schijnt dat dieren na verloop van tijd op hun baasjes gaan lijken en vica versa. Als dat het geval is dan moet Dion Graus al sinds mensenheugenis een komodovaraan met krulletjes in de gang hebben staan. Hij heeft zoveel dierlijke trekken dat het haast hoogverraad zou zijn om niet voor hun belangen op te komen. Dus doet hij dat, met verve. Zo maakt hij er een goede gewoonte van om op alle vragen met een anekdote te antwoorden. Hoe denkt u over de notie dierenwelzijn? ‘Wel, ik zat laatst op een kameel toen een dolfijn vanuit het niets…’ Wat zijn uw gedachten over de bio-industrie? ‘Was ik aan het klaverjassen, springt er een secretarisvogel op tafel.’ Juist deze enthousiaste oprispingen zorgen ervoor dat niet iedereen Dion mag.
Eerlijk is eerlijk, hij heeft een verleden. Zo werd hij ervan beschuldigd zijn CV bij elkaar gelogen te hebben, hij heeft schijnbaar twee pelikanen als referentie opgegeven. Verschillende vrouwen deden aangifte tegen Graus vanwege stalking, bedreiging en mishandeling. Iets dat in het dierenrijk overigens gewoon bekend staat als de baltstijd. Ik ga er blind vanuit dat het allemaal berust op een misverstand. Probeert de vrouw van Dion Graus een romantisch avondje te arrangeren, heeft hij alle waxinelichtjes opgegeten. Kriebel je hem onder z’n kinnetje, bijt hij in je hand. Zoiets zet spanning op een relatie, en dan is het aan de menselijke partij om verstand te tonen. Ook aan het intellect van Graus wordt nog wel eens getwijfeld. Dat terwijl hij vorig jaar in de commissie de Wit zat, die de razend ingewikkelde financiële crisis onderzocht. Hij zat erbij als de longpatiënt die van de fanfareleider net te horen heeft gekregen dat hij vandaag de trompetsolo voor zijn rekening mag nemen. Zelden was iemands aanwezigheid minder op zijn plaats. Tijdens de hoorzittingen zag je hem denken: het is maar goed dat ik vandaag mijn bierhelm niet heb opgezet.
Vroeger werden types als Dion Graus bij de wereldtentoonstelling aan het publiek tentoongesteld, bij de balie kon je tegen betaling een zakje grind afhalen dat je naar hem mocht gooien. Dat hij nu is doorgedrongen tot het centrum van de macht is dan ook een teken van grote vooruitgang. Het toont aan dat de PVV een partij is die het afwijkende omarmt. Waar het niet uit maakt wie je bent, maar wat je doet. Kieuwen, staart of zeven magen: wie zijn wij om een definitie van menselijk te geven? Dat Dion Graus een gekookt ei kan doorslikken zonder te kauwen doet gewoonweg niet ter zake. Wat telt is het behalen van resultaten, en dat is precies hetgeen waarin Graus excelleert.
Het smeden van een coalitie is een vreemd proces van concessies en compromissen. Je zit met zijn drieën in een restaurant. Partij één bestelt een biefstuk, partij twee wil een lichte salade, partij drie wil een pastagerecht. De ober komt: iedereen krijgt pizza shoarma. De vraag is niet of je genaaid wordt, maar in welke mate. De VVD wilde hervormingen en kreeg stilstand, het CDA wilde fatsoen en kreeg de PVV. Dion Graus wilde een dierenpolitie en kreeg een dierenpolitie. Hij is de flessenlikker van de democratie, iemand die ook de allerlaatste klodders in het gedoogakkoord weet te krijgen.
Ik vermoed dat Dion Graus helemaal niets tegen de islam heeft. Als je hem naar Mekka vraagt dan verwijst hij je naar een zwemparadijs net buiten Velsen. De ramadan kent hij wel, maar hij vergeet steeds het derde couplet. Alle xenofobie, het ressentiment tegen de grachtengordel de angst voor Brussel, het zijn slechts de biljetten die in de wisselmachine verdwijnen, om daar te transformeren in het wisselgeld dat verdwijnt in de borstelige handpalmen van Dion Graus. De eisen die Wilders stelt, zijn meestal zo ongrondwettelijk dat het uitvoeren ervan simpelweg onuitvoerbaar is. Omdat hij toch met resultaten moet thuiskomen, zal hij bijna per definitie zijn zin moeten krijgen op andere punten. En dat zijn er niet zoveel. Volgende verkiezingen zal Wilders verlangen dat er geen moskee meer bijkomt. Dat blijkt onmogelijk, maar hij zal trots kunnen melden dat het dolfinarium een extra vleugel krijgt. Zijn plan om Suikerfeest en midzomernacht op dezelfde dag te laten vallen, haalt het net niet. Gelukkig komt er nu wel een dierenbrandweer. Iedere stem op de PVV komt het dierenrijk ten goede. Wat lijkt op een onnozele hartekreet, is in feite een kippetje dat weer in de wei mag lopen, of een extra bordje haver.
Dion Graus heeft het gezien en werkt undercover aan een diervriendelijk Nederland. Achter de gesloten fractiedeuren van de PVV zit de machtigste man van het Binnenhof. Niet aan het hoofd van de tafel, niet op een troon. Want een meesterbrein herkent men niet aan de plek waar hij zit, maar aan de poes op zijn schoot.