Kindermishandeling is verschrikkelijk. Kunt u iets ergers dan dat bedenken? Als u een beetje uw best doet waarschijnlijk wel. Volkerenmoord bijvoorbeeld. Maar daar gaat het nu niet om. Punt is dat kindermishandeling momenteel mode is. De kindertelefoon is door de coronacrisis een hotline geworden en de VN-baas waarschuwde al voor een ‘gruwelijke stijging’ in het aantal meldingen van huiselijk geweld. Al dit kinderleed is natuurlijk heel erg voor de kinderen, maar het allerergst is het voor Frank Koerselman (73). Zijn pamflet Ontvadering – Het einde van de vaderlijke autoriteit kan nu rechtstreeks door de shredder.
Volgens Koerselman hebben kinderen behoefte aan twee dingen in hun leven: enerzijds liefde, anderzijds autoriteit. Enerzijds een knuffel, anderzijds een schoen in je gezicht. Enerzijds bemoedigende woorden, anderzijds iemand die zegt dat je net zo goed nooit geboren had kunnen worden. Dat soort kerels bestaat volgens Koerselman niet meer. ‘Stoommachine en verbrandingsmotor hebben mannenkracht overbodig gemaakt. De vrouw is sinds de pil van onvermijdelijk moederschap verlost. Vaders zijn dus niet meer nodig om hun gezin te onderhouden en te beschermen. Het patriarchaat verdwijnt. Maar wat is de prijs van die bevrijding?’ Die fucking stoommachines ook. Daar, in de achttiende eeuw, is alle ellende begonnen. Het heeft driehonderd jaar geduurd voor we de balans op konden maken, maar nu heeft een afgestofte emeritus hoogleraar psychotherapie ons eindelijk de nadelen van die ogenschijnlijk lollige locomotieven laten zien.
Natuurlijk is Koerselman niet de eerste om te beweren dat we met de modernisering/feminisering/technologisering/globalisering iets onherroepelijk zijn kwijtgeraakt. Zelf denk ik bijvoorbeeld dat we hiermee vooral het vermogen om niet de hele tijd te zeiken over wat we nou weer zijn kwijtgeraakt zijn verloren. Koerselman ziet het anders. ‘Overal zie je het gezag verdwijnen.’ We zijn inderdaad wat respectlozer geworden. Zo tutoyeren we bijvoorbeeld onze ouders. We zeggen niet altijd ‘u’ tegen ouderen. En onze baas spreken we, om nog maar iets te noemen, met ‘jij’ aan. Eigenlijk kunnen we wel stellen dat we met z’n allen helemaal van het padje zijn. Maar er is nog iets. Door het gebrek aan vaderlijk gezag zijn we te soft geworden. ‘Als je niet wordt beproefd en niet wordt blootgesteld aan eisen van flinkheid en dapper zijn, loop je een risico. De epidemie van burn-outs heeft er ook mee te maken dat een generatie niet is voorbereid op de competitieve buitenwereld.’ Enerzijds hebben we tegen alles en iedereen een brutale bek, anderzijds zijn we nog slapper dan de sugarsnaps in een gemagnetroneerde Kantjilmaaltijd. Dat klinkt tegenstrijdig, maar Koerselman wil er maar mee zeggen dat het tegenwoordig werkelijk op alle fronten misgaat met dat ouderschap.
Je vraagt je af waar zo’n man het allemaal vandaan haalt. Daar krijgen we in diverse interviews in ieder geval duidelijk antwoord op: helemaal nergens. ‘Ik heb geen onderzoek gedaan, want ik ben geen socioloog. Maar een mens kijkt om zich heen en legt het oor te luisteren. […] Onderzoek doen is natuurlijk altijd wat lastig, hè. Dit is een breed onderwerp, hoe onderzoek je dat dan precies? Ik kijk met gezond verstand om me heen.’
Koerselman koekeloert gewoon lekker wat om zich heen, en wat ziet zijn oog? Zogende vrouwtjes en jagende mannetjes. Nou ja, vooral die tweede categorie heeft het de laatste tijd een beetje af laten weten, maar vroeger ging het natuurlijk wel zo. En zou het, als we bij wijze van een interessant gedachte-experiment hier verder over filosoferen, dan niet zo kunnen zijn ‘dat zulke programmeringen in de evolutie toch hardnekkiger zijn dan
we denken’? Het is slechts een van de verfrissende vraagstukken waar je als lezer even van moet bijkomen. ‘Kunnen die traditionele rolpatronen niet ook ontstaan zijn door culturele invloeden?’ Toegegeven: dit is dan toevallig weer net geen vraag van Koerselman zelf, maar van de interviewer. Koerselman heeft er wel een antwoord op. ‘Dat is een interessante vraag. Luister, ik weet het niet zeker, laat dat helder zijn.’ Dit is waar ieder weldenkend mens zou stoppen met praten. Zo niet Koerselman. Dit is waar hij een boek begint te schrijven. Het leven van een emeritus hoogleraar moet heerlijk zijn: eindelijk weer alleen je eigen naam in de bronnenlijst opnemen.
Je niet echt verdiepen in je onderwerp heeft nog een ander belangrijk voordeel. ‘Het idee dat vader- en moederrollen misschien niet alleen maar zijn ingegeven door omstandigheden werp ik natuurlijk ook op om een beetje te prikkelen.’ Prikkelen: ongefundeerde onzin roepen om de aandacht op jezelf te richten. Misschien heb ik Koerselmans ideeën hier wat ongenuanceerd weergegeven. Dat deed ik dan om te prikkelen, en omdat Google Books maar twaalf voorbeeldpagina’s geeft. Bovendien was Koerselman er toch vooral op uit om de dames op stang te jagen. Nou, dat is gelukt! Ik geef hem een half uur op de naughty chair. Ondertussen ga ik op zoek naar een man die hem daarna nog een goede tik kan geven.
TS
Frank Koerselman, Ontvadering – Het einde van de vaderlijke autoriteit. Prometheus, € 15,-