donnieAls mensen discussiëren over wie de beste voetballer aller tijden is, gaat het meestal tussen Cruijff, Pelé, Maradona en Karl-Heinz Rummenigge. Nu Arnon Grunberg op de voorpagina van de Volkskrant vertelde dat hij soms fantaseert dat hij genomen wordt door die laatste valt die af. Johan Cruijff heeft nooit een WK gewonnen. En Pelé is een neger. Blijft over: Maradona. Als de bondscoach van Argentinië echter een paar keer per wedstrijd het veld in rent om high-fives uit te delen aan zijn spelers of de scheidsrechter verrot scheldt, kun je er naar neigen om toch Ed de Goey als de allergrootste ooit te beschouwen.

‘Voetbal is oorlog’, zei Rinus Michels ooit. ‘Voetbal is emotie’ vindt José Mourinho. ‘Ik ren naakt over straat met een fles in mijn reet als Argentinië het WK wint’, stelt Diego Maradona daar tegenover. De Argentijnse bondscoach heeft de naam één van de besten ooit te zijn. Zijn magistrale dribbels, zijn overzicht en de gave om vier ons chorizoworst in vijf minuten naar binnen te werken maken hem een levende legende. Eind jaren tachtig groeiden er generaties jongetjes op die als ze klein, dikkig en toch handig met de voetbal waren het predikaat Maradona kregen van hun vaders. Hopelijk zijn die jongetjes beter terecht gekomen dan de man die ooit de bijnaam ‘pluisje’ kreeg omdat hij zich als een veertje zo licht over het veld bewoog. Het enige dat nu nog pluizig aan die dikke kabouter is, is zijn baard.

Wat de meeste mensen niet weten, is dat Diego Armando Maradona een boek schreef. Ik ben el Diego, god van het voetbal heet het. Wat volgt zijn 278 pagina’s lang slecht lopende zinnen. Als voetballers een boek schrijven kun je er van uit gaan dat er een ghostwriter in het spel is. Bij Maradona weet ik dat nog net zo niet. Bij een foto waar hij naakt poseert zegt hij: ‘ik heb niets te verbergen, niets. Daarom kan ik zo op de foto. Dit was in Amsterdam, op weg naar Italië. Ik vond het grappig’. Wellicht is het wat flauw om te zeggen dat Maradona een heel slechte schrijver is. Het kan natuurlijk ook slecht vertaald zijn. In dat geval kan het niet anders of de vertaler is Maradona’s huisdealer. Anders kom je niet aan zinnen als ‘Diego, je gaat in het WK 1994 spelen’. Verderop in het boek zien we waar de Diego’s fascinatie voor voedsel vandaan komt: ‘Dat waren mijn maatjes, de jongens met wie ik alles deelde, zelfs een stuk pizza met extra kaas.’ Of ‘We gingen weer uit eten, de klassieke biefstuk met aardappelpuree’. En ‘Één keer stelde een verslaggever mij de verkeerde vraag. Ik heb ‘m opgegeten’. Die moeizame band met voedsel heeft hij altijd gehouden: enkele jaren geleden werd hij nog aan de beademing gelegd toen hij een met slagroom gevulde croissant had gegeten.

Diego Armando Maradona is naar eigen zeggen zo eerlijk als een klein kind. Hij begrijpt er niets van dat mensen in Napels hem niet konden uitstaan, na alles wat hij voor de club gedaan heeft. Vermoedelijk kon de lokale Maffia het slecht hebben dat Maradona in z’n eentje de omvangrijke Napolitaanse drugsmarkt opslurpte. Er zijn wel meer dingen die hij niet snapt. Hij hield jarenlang vol dat het de hand van God was die de goal scoorde in 1986 tegen Engeland. Een paar jaar geleden bedacht hij dat het toch echt zijn eigen hand was geweest. Niets voor hem eigenlijk om dat zo lang te ontkennen, want Maradona wordt geroemd omdat hij zijn hart op de tong heeft liggen. Een tong die inmiddels ongevoelig is geworden omdat hij bij gebrek aan prikkels zich maar heeft toegelegd op het likken aan autoaccu’s. Diego moet constant geprikkeld worden, een man van uitersten. El Diego tikte de 140 kilo aan in zijn slechtste tijd, en huppelt twee maanden later weer over het trainingsveld als een jonge hinde. Of neem hoe hij dramatisch, puppyachtig keek na het verlies in de WK finale van 1990. Het is moeilijk voor te stellen dat dezelfde man vier jaar later zijn laatste WK doelpunt scoorde en zo driftig de camera in rende of er methadon op de lens zat.

Diego ziet zichzelf als een onbegrepen genie. Net als Louis van Gaal. De pers en de omgeving moeten het vaak ontgelden. Van de manier waarop Maradona het doet kan Van Gaal niettemin nog wat leren. Maradona meldde de pers na zijn moeizame plaatsing voor het WK, vrij vertaald: ‘aan hen die mij niet geloofden: zuig aan mijn penis. Blijven zuigen. Even zuigen nog. Sorry dames voor mijn taalgebruik, maar blijven zuigen. Ik ben zwart of wit, maar zal nooit grijs zijn. Jullie hebben me zo slecht behandeld, dus vooral blijven zuigen.’ Het beeld van een Festini perenijsje komt op.

Volgens Maradona had het WK in 1994 heel anders kunnen lopen als hij niet positief getest was op het gebruik van efedrine. Dan had Argentinië tegen Nederland gespeeld in de kwartfinale. Maradona zou nog één keer hebben geschitterd. Met onwaarschijnlijke dribbels en fantastische schoten van afstand.

Het zou ook het eindstation geweest voor Argentinië. Want hoe goed Maradona ook was, Ed de Goey had zijn inzet op katachtige wijze gepareerd met zijn karakteristieke uitschuifbeen. Opeens weet ik het zeker. Ed de Goey is de allergrootste ooit.

Archief